Mt. 5, 9
Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Charles. 10,7
Grapje. Ik wil me helemaal niet in een lijstje zetten met mannen zoals de evangelist Matteüs. Maar in alle nederigheid wil ik vandaag wel aandacht hebben voor enkele verzen uit zijn evangelie. Ze maken deel uit van de grote bergrede en treffen me omdat ze zo actueel zijn.
Nu moet je natuurlijk altijd oppassen met verzen te “plukken” en geïsoleerd weer te geven. Daarmee kan je àlles bewijzen.
Als je dat toch doet is je instelling tegenover de tekst fundamenteel fout: je probeert de tekst niet te begrijpen, maar je legt je eigen mening in de tekst.
Toch is het dat wat ik nu aan’t doen ben: ik heb een idee en ik gebruik de tekst om mijn idee aan te brengen.
Alleen kan ik wel zeggen dat mijn idee voortspruit uit de lezing van de tekst.
Toch moet ik de tekst nog toetsen aan de kernboodschap zoals die in de boeken naar voor komt: God is liefde.
En ja dus: Zalig zij die vrede brengen.
Mag ik stellen dat vrede brengen aansluit bij Liefde ?
Maar er is in allebei ook nog een tweede element naast dat van de liefde/vrede: God. Ook hier sluit dit vers aan bij de kernboodschap.
En zo krijgen we dan van de ene kant de goddelijke liefde die God God laat zijn, en van de andere kant de menselijke beleving van de liefde in de vrede die mensen tot kinderen van God maakt.
Vrede wordt dikwijls gezien als het vrij zijn van oorlog. Vrede gaat natuurlijk dieper: ze is niet enkel de afwezigheid van geweld, ze is ook de aanwezigheid van samenhorigheid.
Maar vandaag moeten we al blij zijn met de afwezigheid van geweld.
Zalig de geweldlozen …
Wat heeft het met God te maken ?
Wie of wat God is en of hij nu al dan niet “bestaat”, maakt nu even niet uit.
Als ik het over God heb, heb ik het over het Allerhoogste; over dat wat voor mij het Allerhoogste is. Dat geef ik de naam God.
Is er voor jou iets het Allerhoogste ? Dan bestaat God voor jou.
Misschien ben je zelf het Allerhoogste voor jou. Dan maak je jezelf God. Er wordt mij wel eens (natuurlijk onterecht !) verweten dat ik arrogant ben. Maar zelfs ik ben niet zo arrogant dat ik me zelf God waan.
Het rare is dat nogal wat mensen wél leven alsof ze zelf God zijn.
Misschien is die arrogantie wel “natuurlijk”.
Als je het zo bekijkt wordt de boodschap van Jezus een oproep om op te stijgen naar het “boven-natuurlijke”. Of nog, zoals het al in het scheppingsverhaal staat: om mens te worden naar Gods beeld en gelijkenis.
Ik wordt dus opgeroepen om mijn Allerhoogste buiten mezelf te leggen. Dat is precies wat de Liefde doet.
In de mate dat ik de Liefde beleef, groei ik naar God toe.
Niemand, ook God niet, vraagt van mij de perfectie. Ik ben God niet.
Als vrede een beleving van liefde is, moet voor mij als gelovige vrede dus tot mijn Allerhoogste behoren. Er gaat niets boven.
Als ik vandaag al blij moet zijn met geweldloosheid, moet geweldloosheid tot mijn Allerhoogste behoren. Er gaat niets boven.
Wie zich echt christen noemt, moét geweld afzweren. Totaal. Radicaal.
Neen, ik kan mensen niet veroordelen als ze daar niet zo maar in slagen. Zij zijn God niet. Maar ik ben niet gelovig als ik er niet naar streef.
Mt. 5,13
Gij zijt het zout der aarde. Maar als het zout zijn kracht verliest, waar mee zal men dan zouten? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden.
De boodschap is duidelijk: een christen wordt geroepen om het zout der aarde te zijn; om geweldloosheid te doen doordringen in de mensheid.
Nu wil ik even parafraseren: als de christen dat niet doet, zal de mensheid vertrapt worden.
De stilte van de christenen in deze tijd klinkt als het gedonder van de oorlog.