Kerknet
Na de WJD: 3 dingen om te onthouden uit de toespraken van de paus
Dat meer dan een miljoen mensen samenkomen is geen fait divers. Dat het een samenkomst is van jongeren maakt het héél speciaal. Dat het gaat over geloof is ongelooflijk.
En toch ben ik niet enthousiast. Ik hou niet van massa-samenkomsten. Ze zijn instrumenten van manipulatie. Hitler wist er alles van.
Dat het hier om een “goed doel” zou gaan, verandert niets aan het manipulatieve en dus af te keuren karakter.
Gelukkig lees ik dat iedere voormiddag de jongeren ook samenkwamen in kleine groepen om verdieping te zoeken. Dat maakt veel goed.
Deze paus is opmerkelijk.
De vorige, Johannes Paulus, was dat ook, maar dan vooral in negatieve zin. Ik hou niet van Polen, ze zijn te Russisch. Dat hij Pool was kon ik hem nog wel vergeven, maar zijn narcisme was ziekelijk en vooral: hij was een klerikalist pur sang. Ja het ras dat door Franciscus radicaal uit de kerk wordt weggejaagd. Iedereen welkom, maar niet de klerikalist.
Johannes Paulus heeft nauw samengewerkt met de Amerikaans topgangster Reagan om de Sovjet-Unie ten val te brengen. Dat de Sovjet-Unie viel vind ik niet erg. Ze was een aanfluiting van socialisme en communisme. Maar dat een paus zich leent voor politieke spelletjes in dienst van het Amerikaanse grootkapitaal, voert hem rechtstreeks naar de hel. Daar hebben ze een speciale afdeling voor pausen.
Het is het ergste wat religie kan overkomen: dat ze misbruikt wordt voor politieke doelstellingen; nog erger: van doelstellingen in dienst van het kapitaal, van de Mammon, de god van het geld. Jezus zei het al:
‘Je kunt geen twee heren dienen. Je kunt niet God dienen en de Mammon”.
Franciscus kennende vrees ik dat zijn afwijzing van het klerikalisme ook een afwijzing is van de bevrijdingstheologie. Als provinciaal van de Jezuïeten in Argentinië was hij tegenstander van de bevrijdingstheologie. Nu heeft Franciscus ondertussen wel een lange weg afgelegd, want in die tijd was hij oerconservatief en goed bevriend met de autoritaire katholieke elite in zoverre dat hij zelfs verdacht werd van medewerking met de militaire dictator Jorge Videla, de moordenaar die de “vuile oorlog” voerde en tegenstanders levend uit vliegtuigen in zee liet smijten.
Die verdenkingen zijn niet echt hard gemaakt, maar in ieder geval heeft Franciscus zich toen nooit openlijk verzet tegen het regime.
Duidelijk is wél dat hij zich ondertussen heeft bekeerd. Voor mij is hij de eerste paus na Petrus die de boodschap van Jezus verkondigt zoals ze in de evangelies is neergeschreven.
Maar ik hoop dus echt dat zijn aanval op het klerikalisme niets te maken heeft met de bevrijdingstheologie, want alhoewel er zeker bevrijdingstheologen zijn geweest die op het politieke spoor zijn terecht gekomen, je kan er niet onder uit om te erkennen dat de bevrijdingstheologie fundamenteel geïnspireerd is door de boodschap van Jezus.
En ja, ik ben het dus eens met Franciscus: geloof kan nooit samenvallen met – of verworden tot een ideologie of politiek systeem.
Geloof is overgave aan het grotere, het hogere dan de mens; aan transcendentie; een overgave die in de intermenselijke betrekkingen beleefd wordt als liefde.
Franciscus zegt: … het is Jezus zelf die nu naar je kijkt, Hij kijkt naar je, Hij die je kent, kent het hart van ieder van jullie, kent het leven van ieder van jullie, kent de vreugde, kent het verdriet, de successen en de mislukkingen, kent je hart …
Ik hou niet van die taal. De Jezus waar het hier om gaat is inbeelding. Vroeg of laat ontdekken nogal wat van die in massa gehersenspoelde jongeren dit.
Maar natuurlijk: als je door het mythologische van zo ’n uitdrukking heen kijkt, brengt ze wel een fundamenteel positieve boodschap: wie of wat we ook zijn: er is plaats voor ieder van ons in de ons transcenderende wereld.
Die boodschap is bron van een diepe vreugde. Als ik mijn overgave en het besef van de boodschap kan levend houden in mij, blijft er in mij altijd een vreugde die mijn leven ondersteunt.
Natuurlijk zijn er mensen die zich ook zonder religie deze houding eigen maken.
Maar ik denk dat het toch goed is dat er groepen mensen zijn die ze bewust cultiveren en verspreiden. En ja: dat vraagt moed, en je mag niet bang zijn.
Wees niet bang.
In eerste orde gaat het natuurlijk om de moed om uit te komen voor je geloof. Er zijn milieus waarin dat niet evident is. Wie dat ernstig neemt trekt zich niet terug in een beschermd milieu, maar trekt er mee de wereld in.
Dat heeft niets te maken met bekeringsdrang. Getuigen van je overtuiging kan overtuigen, maar bij bekeringsdrang gaat er ook om om anderen te overtuigen om toe te treden tot je club. Dat kan een gevolg zijn, maar mag niet de bedoeling zijn. Bekeringsdrang bevat ook altijd een vorm van dwang. De bekeerder wil dat de andere zich bekeert. Getuigen laat vrij. Maar daar moet ik hier niet verder op ingaan.
Dieper gaat “Wees niet bang” ook over “Wees niet bang voor het leven.”
PS Voor de heidenen onder jullie die nu bedenken dat het allemaal zweverig positief gelul is omdat het leven hard kan zijn, en dus volgens Murphy ook ooit zal zijn: bij de boodschap van Jezus hoort ook het kruis. En daarna weer de verrijzenis. Maar nu zitten we weer in de mythe.