Ignis
De verborgen schittering in het leven van Teilhard de Chardin
Michael Mcgirr haalt aan dat het meisje dat met Teilhard wandelde later adviseur was van Hillary Clinton. Bedoelt hij dat als een positieve referentie ? Tja, dan vergist hij zich toch, want die Hillary is een slecht mens en ik denk niet dat ook maar iemand de pretentie moet koesteren dat hij Hillary tot iets goeds kan bewegen. Of: een goed mens wil met Hillary niets te maken hebben.
Voor de rest is het verhaal van de wandeling in het park natuurlijk wel mooi. Het gaat over Teilhard.
Teilhard was een paleontoloog, maar ook theoloog. Of andersom. Hij probeerde de wetenschappelijke inzichten van de evolutietheorie te verzoenen met de theologie van de katholieke kerk. Voor mij heeft hij daarbij interessante ideeën ontwikkeld, maar veel verzoening met de kerk heeft hij niet bereikt. Integendeel: hij is uitgespuwd door Rome. Dat alleen al maakt dat ik een heel grote boon voor hem heb.
Je kan allerlei bedenkingen en kritieken ontwikkelen bij zijn visie. Maar hij stelt wel een interessante vraag: gaat het ergens naartoe ?
Gaat de kosmos, de schepping ergens naartoe of is de werkelijkheid enkel een zinloos zijn ?
Ik beken dat ik niet zo maar kan aannemen dat wat er in de kosmos gebeurt zinvol is. De zin van een zwart gat ontgaat me.
In die kosmos is er een minuscuul planeetje waarop leven is ontstaan. En in dat leven ook de mens.
Heeft dat zin ? Gaat dat ergens naartoe ?
Kosmologisch gezien lijkt dat weinig waarschijnlijk: het leven op aarde betekent niets in de kosmos.
Maar misschien moet ik het wat nabijer bekijken; wat meer op ons menselijk niveau.
En dan zie ik natuurlijk dat de mens het resultaat is van een evolutie. Een evolutie gaat ergens naartoe. Anders is het geen evolutie.
Als ik naar de mens als zoogdier kijk, zie ik al een ongelooflijk samenspel van ongelooflijk veel “delen” waarbij het geheel méér wordt dan de som van de delen.
Het samenkomen van de delen heeft ergens toe geleid: tot leven !
Bij de mens is daarbij ook nog een vorm van bewustzijn gegroeid die maakt dat de mens kan reflecteren over zichzelf: hij kan zichzelf zien als “een ongelooflijk samenspel van ongelooflijk veel delen waarbij …” Wij zijn het resultaat van “het gaat ergens naartoe”.
Neen, ik kan daar uit niet afleiden dat er iemand is met een plan. Voor mijn part zeg je dat het toeval is. Maar het gaat ergens naartoe.
Ik gebruik graag het beeld van dat caféspel: een hellend vlak met balletjes die je kan wegschieten en die dan tegen veren botsen en zo een onvoorspelbare weg afleggen naar de slot-gracht waar je ze met flippers terug naar boven kan schieten voor en nieuw rondje toeval. Het is allemaal toeval. Maar op het einde wint de cafébaas …
Neen, ik vergelijk God niet met een cafébaas. Het is ook geen vergelijking, maar beeldspraak. Ik wil enkel aangeven dat ook het toeval ergens naartoe kan gaan.
En al heb ik dus geen signalen dat de kosmos ergens naar toe gaat, als het over de mens en de mensheid gaat, wordt het anders.
Dat de mens van bij zijn conceptie ergens naartoe gaat, moet geen betoog.
Als de mens – en de mensheid – het resultaat is van evolutie, waarom zou die evolutie dan stoppen met de mens van nu ?
De idee dat de huidige mens niet verder kan evolueren, kan dan wel in de kaart spelen van de liberale aanhangers van het kapitalisme, maar lijkt nogal onwetenschappelijk.
En dus geloof ik dat de mens en de mensheid in evolutie zijn. De mensheid groeit in “menselijkheid”. Dat die evolutie traag gebeurt lijkt duidelijk.
Dan stelt zich de vraag: wat is dat: méér menselijkheid ? In welke richting gaat die evolutie ?
Als je naar de huidige toestand van de mensheid kijkt met al het leed dat mensen mekaar aandoen; met verschrikkelijke oorlogen en de dreiging van een nog verschrikkelijkere oorlog, maakt die richting niet vrolijk.
Groeien in menselijkheid betekent dan dat de mens groeit in bekwaamheid tot zelfvernietiging.
Maar zo interpreteren we het woord menselijkheid toch niet ? Bij menselijkheid denken we aan goed zijn voor mekaar; aan vriendschap; solidariteit; samenhorigheid; liefde … Of zoals Teilhard het uitdrukt: groei naar eenheid.
Je vindt die visie al terug in de boodschap van Jezus. Johannes verwoordt die met: “”God is Liefde”, waarbij (volgens het Scheppingsverhaal) de mens geschapen is naar het beeld van God en dus een mens van Liefde moet zijn. Dat beeld geeft ons het eindpunt van de evolutie: de volle menselijkheid. De mens in evolutie is dus de mens die groeit in bekwaamheid en bereidheid tot liefde.
Je kan dit toepassen op de individuele mens. De totaal egocentrische baby groeit in bekwaamheid tot medemenselijkheid.
Dat de wereld vol loopt met mensen die niet ver geraakt zijn in die groei, verandert niets aan de essentie van die groei.
De gelovige mens Teilhard, in navolging van Jezus, stelt dat de evolutie van de mensheid als geheel niet anders kan dan in dezelfde richting liggen.
Van alfa naar omega, van chaos (individualisme, concurrentie, strijd, oorlog …) naar eenheid (samenwerking, vrede, sereniteit …)
En in dat spel zit ook ik.
Ik kan werken aan mijn persoonlijke groei naar menselijkheid.
Ik weet niet of ik door mijn manier van zijn en leven echt een bijdrage kan leveren in de groei van de mensheid. Het zou nogal pretentieus lijken.
Maar vanuit de visie van Teihard en mijn geloof kàn ik wel niet anders dan zo proberen te leven dat mijn leven past in de groei van de mensheid naar het punt Omega.
Let op het woordje proberen !