Zij kwamen in Kafarnaüm en, eenmaal thuis, ondervroeg Hij hen: “Waar hebt ge onderweg over getwist?” Maar zij zwegen, want zij hadden onderweg een woordenwisseling gehad over de vraag, wie de grootste was. Toen zette Hij zich neer, riep de twaalf bij zich en zei tot hen: “Als iemand de eerste wil zijn, moet hij laatste van allen en de dienaar van allen zijn.”
Hij nam een kind en zette het in hun midden; Hij omarmde het en sprak tot hen: Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam, neemt Mij op; en wie Mij opneemt, neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft.”
Mc. 9,33-39
Wie de eerste wil zijn, moet de laatste zijn en de dienaar van allen.
Veel commentaar moet ik hierbij niet geven. Zelfs het kleinste kind ziet dat onze wereld niet wordt geregeerd door “dienaars”.
Wie hierbij aan de verkiezingen denkt, leert uit deze tekst dat we ten allen prijze moeten vermijden dat wie streeft naar macht, aan de macht komt.
Voor een christen, steekt onze democratie totaal verkeerd in mekaar, want verkiezingen zijn strijd. Wie de strijd wint, komt aan de macht. In onze democratie komt aan de macht juist wie, volgens Jezus, niet aan de macht mag komen.
Trump en Harris gaan op TV in debat. Na afloop lees en hoor je overal commentaren die gaan rond de vraag wie er gewonnen heeft. Niemand schijnt te beseffen dat de hele situatie grondig fout zit. Wie er ook wint, het is altijd nog de verkeerde die aan de macht komt, juist omdat hij gewonnen heeft. Voor wie het concreter wil: of nu Trump of Harris aan de macht komt, het zal niets veranderen aan de perverse machtspolitiek van de VS die àltijd tot oorlog voert.
In de Joodse samenleving in de tijd van Jezus was de sfeer tegenover kinderen heel anders dan nu. Kinderen waren een last tot ze groot en sterk genoeg waren om bij te dragen in de overleving. Jezus omarmt dus niet zomaar een klein, onschuldig, ontroerend lief wezentje, maar iemand die onderaan de ladder stond; iemand die nog geen respect verdiend had.
En hij vereenzelvigt zich met zo ’n kind. Wie een kind opneemt, neemt Hem op.
Je kan deze uitdrukking “Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam, neemt Mij op…” in context zien met de tekst bij het Laatste Oordeel:
“ … Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven … Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen: Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? … De Koning zal hun ten antwoord geven: Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan. “
Jezus is bij ons aanwezig in de persoon van de zwakke, de hongerige, de dorstige … Niet de machtige.
Wie de boodschap van Jezus ernstig neemt, moét dus die zorg op zich nemen. Dat kan gebeuren op het persoonlijke vlak, maar moet in deze tijd ook structureel gebeuren. Die zorg moet gegarandeerd worden door georganiseerde solidariteit.
Maar in het beeld van Jezus die een kind omarmt, zit nog een andere laag.
Omarmen is een teken van liefde. Het gaat om nabijheid. Het is niet genoeg om de hongerige te spijzen en de dorstige te drinken te geven, we moeten hem ook nabij zijn; een vorm van liefde beleven.
Dat is het drama van het naoorlogse socialisme: het is verworden tot een centensocialisme.
Ooit werd een vorm van nabijheid gecreëerd door de socialistische (of katholieke) harmonie, turnkring, toneelvereniging, het Volkstehuis … Ze is verloren gegaan.
Voor de CD&V-ers die zich afvragen waar de eigenheid ligt van een partij die zich christelijk geïnspireerd wil noemen: dààr ligt die eigenheid: in de organisatie van solidariteit waarbij nabijheid, persoonlijk contact, bezorgdheid om mekaar … aanwezig blijven.
Jezus was geen revolutionair of politiek filosoof . Hij omarmde een kind. Daarmee toonde hij de weg naar geluk … naar God.