Angelo Delrio Directeur Gigos jeugdwelzijnswerk
Gewelddadige incidenten met jongeren zijn symptomen van een grotere crisis
In dit artikel betoogt Angelo Delrio dat jongeren meer kind zijn van hun tijd dan van hun ouders. Of nog, meer concreet: dat ze in hun proces naar volwassenheid meer beïnvloed worden door de digitale wereld dan door hun ouders.
Hij heeft gelijk.
De afkalving van de invloed van de ouders tijdens de puberteit van jongeren is natuurlijk niet enkel iets van deze tijd. Al lang weten we dat de “peergroup” de opvoeding voor een groot gedeelte overneemt. Dat was ook al zo voor de digitalisering. Het typische probleem van deze tijd ligt er in dat deze peergroup nu sterk gevormd wordt in de digitale wereld.
Er is iets raars aan de hand.
Vroeger hielden ouders in de gaten met wie hun kinderen omgingen.
Tegenwoordig is dat al veel minder het geval. Ook zonder de digitale wereld lijken ouders daar minder mee bezig .
Om niet verkeerd begrepen te worden: natuurlijk zijn er nog heel wat ouders wél begaan met de opvoeding van hun kinderen op dat vlak. Voel je niet dadelijk schuldig !
Maar in het algemeen is de tendens wel duidelijk.
Het is geen goede zaak.
Hoe komt het ? Het antwoord zal zeker complex zijn, maar ik ben er van overtuigd dat het feit dat ons economisch systeem zo in mekaar zit dat ouders wel verplicht zijn om beiden te gaan werken, een rol speelt. Als een vader en moeder na een harde werkdag afgepeigerd thuis komen is hun eerste bekommernis niet meer om bezig te zijn met de opvoeding van hun kinderen. Ze willen slechts één zaak: dat iedereen hen gerust laat, ook hun kinderen.
Tegenwoordig zijn er mensen die dat probleem oplossen door geen kinderen te willen. Ik ga daar hier geen commentaar op geven.
Deze tendens wordt nu exponentieel versterkt door de digitale wereld waarin ouders helemaal – of veel minder – vat hebben op de omgang van hun kinderen. Angelo Delrio geeft daarbij terecht aan dat veel kinderen tegenwoordig veel meer beslagen zijn in het hanteren van het digitale werktuig dan hun ouders. Veel ouders die het wel nog zouden willen, kùnnen het zelfs niet.
Ons economisch systeem zit ook zo in mekaar dat de digitale wereld niet in handen is van mensen die geïnteresseerd zijn in de vorming van verantwoordelijke volwassenen, maar enkel in winst.
Er is nu ophef over smartvapes: vapetoestellen die gekoppeld zijn aan een soort van smartphone, of andersom. “Je kan er berichtjes mee sturen, je agenda mee bekijken en er spelletjes op spelen.”
Citaat: “Dit is speciaal ontwikkeld om tieners met hun puberbrein afhankelijk en verslaafd te maken. Ik maak me grote zorgen. We stevenen af op een generatie tieners met longschade, gedragsproblemen en concentratiestoornissen als gevolg van een vape-verslaving.”
De verkoop van deze toestellen is verboden, maar iedereen kan er via internet gemakkelijk aan geraken.
Als de verkoop verboden is, begrijp ik niet dat de makers van deze vergiftigingmachines niet in de bak zitten. Ik weet ook wel dat het niet zo simpel is om ze daar te krijgen, maar toch …
Ik weet dat ik zich links wanenden tegen hun kar rijd (dat doe ik graag ! ) maar als factor in het mis lopen van veel jongeren moet ik toch ook de migratie aan halen.
Het is een evidentie dat kinderen van migranten – vooral van moslims – onvermijdelijk te kampen krijgen met een identiteitscrisis. Ondertussen weten we dat deze crisis zich over verschillende generaties kan uitstrekken.
Deze groep jongeren komt helemaal los van de ouderlijke invloed. Als een jongere zich misdraagt wordt er nu dikwijls gekeken naar de verantwoordelijkheid van de ouders. Geregeld hoor je dan de getuigenis van een ouder: ik heb niks meer aan hem te zeggen.
Onze jeugd groeit op in een verschrikkelijk triestige tijd.
Maar misschien moeten we niet enkel focussen op de problemen bij onze jongeren. Die verschrikkelijke tijd is niet door hen gecreëerd, maar door hun ouders en grootouders (om ergens te stoppen). En neen, ik wil daarbij niemand persoonlijk de schuld geven.
Je kan over de periode na de Tweede Wereldoorlog héél veel zeggen, maar zeker is dat die periode gekenmerkt wordt door een massaal verlies van spiritualiteit met daarbij horend een even massale groei van materialisme.
Ik denk dat alles wat ik hierboven heb gesteld over de problemen bij onze jongeren hiermee in een onvermijdelijk verband moet worden gebracht.
Met alle respect voor het werk van Angelo Delrio – ik meen dat écht ! – maar dat spirituele mis ik in zijn aanpak.
En neen, hiermee heb ik niet gezegd dat de spiritualiteit die ons werd “opgelegd” door de katholieke kerk alles zaligmakend was. Maar er was tenminste een spiritualiteit. Nu is er niets, een nihilisme dat draait rond zoeken naar ersatz van geluk.
Om het nog maar eens over Malraux te hebben: hij heeft het wel niet gezegd, maar hij had wel gelijk: de eenentwintigste eeuw zal spiritueel/religieus zijn, of niet zijn.
De dreiging van de derde wereldoorlog wijst naar dat “niet zijn”.