Doorbraak
‘Ongelijkheid op zich is geen probleem. Het is inherent aan het menselijk bestaan.
Deze Cockhuyt maakt me kwaad. Hij lult er maar wat op los. Zijn hele betoog heeft slechts één doel: de verdediging van de rijken. Daarvoor ontwikkelt hij een aantal bedrieglijke argumenten.
Ja natuurlijk: ook ik ben tegen gelijkheidsfundamentalisme. Ongelijkheid is inderdaad inherent aan het menselijke bestaan. Het is evident dat niet iedereen dezelfde talenten heeft. En wie minder hard en goed werkt, moet minder verdienen.
Maar niemand kan mij er van overtuigen dat een belegger zoveel harder werkt en beter werk aflevert in dienst van de samenleving dan een bouwvakker, en dat daardoor het verschil in inkomen en vermogen wordt verantwoord. Is beleggen eigenlijk wel werken ? De redenering van Cockhuyt geldt eigenlijk ook voor Didier Reynders, en bij uitbreiding voor iedereen die op de Lotto speelt of naar het casino gaat.
De redenering van Cockhuyt geldt natuurlijk wel voor het risico dat de de ondernemer – is niet gelijk aan de belegger ! – loopt en waarbij de arbeider niet moet opdraaien voor eventuele schulden als het mis loopt. Maar ongeschonden komt die arbeider ook wel niet uit een faillissement: hij valt zonder inkomen.
Als ik zo rond mij kijk, zie ik toch niet veel failliete ondernemers die naast de ontslagen arbeider mee aanschuiven bij St.Vincentius. Tegenwoordig moet een arbeider zelfs niet ontslagen zijn om die heilige te aanroepen.
Overigens is dat probleem gemakkelijk op te lossen door een basisinkomen voor iedereen. Dan valt de failliete ondernemer al zeker niet in armoede, zelfs na het betalen van de schulden.
Natuurlijk zijn mensen zoals Cockhuyt tegen dat basisinkomen. Maar die mensen moeten wel hun mond houden over de mensenrechten. Tenslotte is een basisinkomen niets anders dan een effectieve implementatie van de mensenrechten. Die mensenrechten zijn in feite een puur individuele en liberale uitvinding, maar dat typeert de liberalen: ze zijn ergens voor tot een ander er ook iets aan heeft.
Wie de mensenrechten verdedigt maar tegen een basisinkomen is, is hypocriet.
Van ondernemers kan je nog zeggen dat ze bijdragen aan de samenleving. Maar beleggers zijn enkel geïnteresseerd in rijker worden zonder te werken.
En toch wil deze Cockhuyt dat er niet geraakt wordt aan de rijkdom van dit menselijk onderontwikkeld beleggersvolkje.
Neen, ik heb het niet over de bediende die sober leeft en met zijn spaarcentjes op de beurs speelt !
Natuurlijk komt deze Cockhuyt af met het argument dat belgië al het meest belaste land ter wereld is. Daarmee zit hij op het niveau van de politieke hooligan GL Bouchez.
Om zijn argument te staven zegt Cockhuyt dat meer dan de helft van het brutoloon verdwijnt naar de overheid. Maar bij mijn weten gaat de rijkdom die hij verdedigt niet over loon. De hoge belasting op loon mag je van mij (te) veel vinden. Maar als argument tegen een belasting op (grote) vermogens is dit waardeloos. Dat hij dit koppelt aan de bewering dat de sterkste schouders wel al de sterkste lasten dragen, maakt van hem een leugenaar.
Nog erger is zijn bewering dat we qua vermogensbelasting bij de Europese koplopers horen. In belgië is er geen vermogensbelasting. Er is wel een effectentaks, ruw gesteld een belasting op winst op de beurs. Maar die effectentaks is een belasting op inkomen. Dat is iets anders dan vermogen. Het tarief van de effectentaks is 0,15%
Volgens Cockhuyt zelf bedraagt de inkomenstaks op loon meer dan 50%. Op beurswinst is dat 0,15%. Of nog: de loontrekker betaalt 50%, de rijke 0,15%.
Ik herhaal die cijfers om ze goed te laten doordringen. Maar Cockhuyt beweert dat er geen probleem is qua ongelijkheid.
Interessant is het argument van Cockhuyt dat de wereldwijde armoede nog nooit zo laag is geweest terwijl de rijken nog nooit zo rijk zijn geweest. Eigenlijk zegt hij dat we grote concentratie van rijkdom nodig hebben om de armoede te bestrijden. Ik vind dat grappig.
Hij heeft het hierbij dan plots weer over ondernemers. Het komt er dan op neer dat ondernemers niet meer zouden ondernemen als ze er niet rijk mee kunnen worden. Ik laat aan jullie over om over deze onzin na te denken; voor zover denken nog nodig is.
Tenslotte nog de vraag: waarom eigenlijk moet een vermogensbelasting beperkt blijven tot de rijken ? Is dat niet onrechtvaardig ? Tegen het gelijkheidsbeginsel ?
Het antwoord is niet moeilijk: ik kan mijn vermogen laten aangroeien door spaarzaam te leven. Een vermogensbelasting zou dan een belasting op mijn spaarzaamheid worden. Ik zou dan minder belasting moeten betalen door er op los te leven. Onze aardkloot, het milieu, en de groenen zouden dat niet fijn vinden.
Die spaarzaamheid geldt natuurlijk niet voor de rijken. Voor hen maakt al dan niet spaarzaam leven geen verschil.
Maar misschien moet daar toch eens over nagedacht worden bij een belastinghervorming. Want als een boekhouder een kleine zelfstandige aanraadt om een onnodige nieuwe dikke auto te kopen om minder belastingen te betalen, is er toch iets mis.
Daarin heeft Cockhuyt gelijk: er is inderdaad een grondige belastinghervorming nodig.
Hij heeft het over een beter werkend belastingsysteem. Als hij daarmee bedoelt dat de achterpoortjes voor belastingontduiking moeten gesloten worden, ben ik het helemaal met hem eens.
Ik stel voor dat we beginnen met de achterpoortjes voor de rijken. Dat brengt met minder belastinggeld en minder moeite meer op dan het achterpoortje van mijn poetsvrouw.
En is dat niet grappig: het achterpoortje van mijn poetsvrouw wordt gesloten met dienstencheques. Door belastingen te betalen, betaalt mijn poetsvrouw zelf mee aan de sluiting van haar achterpoortje. De belastingontduikende rijke betaalt zelfs daaraan niet mee, hij laat mijn poetsvrouw – en mij – er voor opdraaien.
Het zal wel zijn dat die rijke rijk is.
Als De Wever een beetje sociaal voelend is, jaagt hij Cockhuyt weg uit de N-VA.