Ja ! De vakbonden moeten hun rol spelen in het coronabeleid. Maar…

Minerva

Maarten Hermans & Stan De Spiegelaere

Beter coronabeleid met de vakbond aan tafel

Deze week zijn duizenden werknemers terug op hun werkplek aan de slag gegaan. Spanningen over gezondheid en veiligheidsmaatregelen zijn in deze periode onvermijdelijk, maar het Belgische systeem van sociaal overleg heeft troefkaarten in de hand om hier constructief mee om te gaan. Het is de kwestie deze in bedrijven te benutten: de positieve effecten van vakbonden op gezondheid en veiligheid op het werk kunnen we in een pandemie goed gebruiken

In een echt menselijke samenleving zouden vakbonden overbodig moeten zijn, omdat er geen tegenstelling is tussen kapitaal en arbeid. Kapitaal en arbeid vallen er samen.

Als er iets geproduceerd wordt, dan zijn daarvoor fabrieken of ateliers nodig die op gronden staan; er zijn werktuigen, machines, robots; die moeten aangedreven worden door energie; er zijn grondstoffen nodig… en er moet gewerkt worden. Al die factoren samen leveren producten af.

In het kapitalisme zijn die factoren opgesplitst in twee gescheiden elementen. Van de ene kant de arbeid, van de andere kant de gronden, gebouwen, werktuigen, energie, grondstoffen… Die noemen we het kapitaal. Aan de andere kant staan de werkmensen, de arbeid.

Die twee elementen zijn gescheiden doordat het kapitaal eigendom is van andere mensen dan het werkvolk. Het werkvolk heeft geen macht over het kapitaal. De eigenaar – kapitalist – doet er mee wat hij wil. Dat brengt met zich mee dat hij ook beslist over de arbeidsprocessen; over de manier waarop er gewerkt wordt, over de organisatie van de arbeid. En daar nijpt het kapitalistische schoentje: dat een eigenaar macht heeft over zijn dingen is normaal. Maar in het kapitalisme heeft hij via de macht over zijn dingen, ook macht over mensen; over zijn werkvolk. Hij bepaalt in welke omstandigheden er moet gewerkt worden, tegen welke snelheden; hij werft aan wie hij wil, en ontslaat wie hij wil.

De liberalen hebben daar geen probleem mee. Ze staan aan de kant van de kapitalist.

Maar voor wie een beetje menselijkheid betracht, is die toestand onaanvaardbaar. Het kan toch niet dat alle macht ligt bij het kapitaal, en dat de werkmens niets te zeggen heeft ?

De werkmens heeft slechts één middel om zich te verweren tegen die macht. Hij kan slechts op één manier een tegenmacht vormen. En dat is zijn onderlinge solidariteit. Als één arbeider in verzet komt tegen een wantoestand, wordt hij gewoon ontslagen. Als àlle arbeiders samen in verzet komen, kan de kapitalist gedwongen worden om toegevingen te doen. Het zijn de vakbonden die die solidariteit organiseren.

Nu zijn er onder jullie zeker mensen die bij mijn beschrijving van het kapitalisme gedacht hebben: maar zo is het toch niet echt ? Je kan iemand toch niet zo maar ontslaan ? Er zijn toch regels op gebied van veiligheid en gezondheid ? De meest mensen hebben toch een fatsoenlijk loon ? Ja, hier is dat nu wel zo, precies omdat we sterke vakbonden hebben. Maar ga elders in de wereld kijken waar die vakbonden er niet zijn of gemuilkorfd worden door het staatsbestel. Bij de kinderen in de mijnen in Oost-Congo of Bolivia waar ze de ertsen uit de grond halen voor onze gsm’s, en bij de textielarbeidsters in Bangladesh, zie ik niet veel veiligheids- en gezondheidsmaatregelen; ook geen fatsoenlijk loon. Het kan de kapitalist niet schelen dat er wat mensen verongelukken of vergiftigd worden, want als er iemand uitvalt, lopen er genoeg andere sukkelaars rond die hem kunnen vervangen, en die zelfs nog blij zij dat ze dan toch iéts inkomen hebben. Kapitalisten vinden dan ook dat het werkvolk hen dankbaar moet zijn omdat ze dat volkje werk geven. Daarom laten ze zich werk-gevers  noemen.

In die toestand, en in dit systeem, moet ik dus voorstander zijn van vakbonden.

Maar er is een probleem: we moeten ons geen illusies maken: over de werkelijke macht van de vakbonden, want als je het systeem op wereldvlak beschouwt, is de macht van de vakbonden eigenlijk  betekenisloos. Eigenlijk bestaan er enkel in Europa vakbonden die iets te zeggen hebben. Europa heeft 5,1% van de wereldbevolking. Bijna overal elders in de wereld geldt het pure kapitalisme. In China is dat een staatskapitalisme. Wereldwijd gezien betekenen de vakbonden niets of weinig. 

Je zou kunnen zeggen dat de onmacht van de vakbonden veroorzaakt wordt door het onvermogen van de arbeiders om solidair te zijn en zich te organiseren. Maar zo simpel is het niet. Essentieel in het kapitalisme is de concurrentie. Als bedrijven met mekaar moeten concurreren – dat is wettelijk vastgelegd ! – zitten ook de arbeiders van de bedrijven met mekaar in een concurrentiepositie. Dat maakt solidariteit moeilijk en soms zelfs onmogelijk. In de werkelijkheid is de staking het enige machtsmiddel van de arbeiders. Een staking betekent geen inkomen. Wat moet iemand doen die leningen moet afbetalen ? Hebben bij ons de arbeiders van de Ford meegestaakt met die van Renault toen Renault op een schandalige manier werd gesloten ? Zelfs bij ons, met sterke vakbonden, is de mogelijkheid tot solidariteit beperkt.

Ook leven we in een fase van het kapitalisme dat ook hier de macht van de vakbonden vermindert. Onze sociale zekerheid wordt geleidelijk aan maar onafwendbaar afgebroken. De enige macht die dat zou kunnen tegengaan, is die van de vakbond. Maar ook de vakbonden staan machteloos. Of heb jij de laatste jaren vanwege de vakbonden enige actie van betekenis gezien tegen de afbraak van onze sociale zekerheid ?

In ons land zijn er drie partijen die tegenstander zijn van sterke vakbonden: de VLD, de N-VA, en het vlaams blok.

Arbeiders die voor die partijen stemmen zijn idioten.

Niet-arbeiders die voor die partijen stemmen, zijn asocialen.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *