Kerknet
Rector UGent Rik Van de Walle: ‘Iedereen zou Bijbel moeten lezen’
Ja, het is waar: ik heb een diepe minachting voor nogal wat atheïsten. Niet omdat ze atheïst zijn, maar om de manier waarop. Met “nogal wat”, geef ik aan dat er ook anderen zijn.
Ik heb een goede vriend, socialist, en overtuigd atheïst, ooit lid van het Humanistisch Verbond, maar er uit gestapt omwille van een vorm van fundamentalisme en agressiviteit tegen religie die hij niet vond kunnen vanuit zijn humanistisch atheïsme. Het is die kliek waartegen ik me afzet.
Rik Van de Walle is een man die mijn respect afdwingt.
Zijn verhaal lijkt me dubbel. Hij begint als gelovige, maar in zijn groei naar volwassenheid zet hij zich af tegen dat geloof. Dat is de eerste stap. Van daaruit zet hij een tweede stap naar het atheïsme.
Als ik mijn eigen evolutie bekijk, ga ik met hem mee in zijn eerste stap. Maar ik verhuis niet naar het atheïsme, maar naar een uitpuring van het geloof. Althans: dat uitpuren probeer ik.
In het proces van zich afzetten speelt de katholieke kerk een cruciale rol. Ik ben het eens met de kritiek van Van de Walle als hij het heeft over dogma’s, onfeilbaarheid van de paus, krampachtigheid in ethische vraagstukken, en regelgeving. Voeg daar voor mijn part ook nog maar machtsgebruik aan toe. Merk op dat ik het niet heb over machtsmisbruik, maar gebruik.
Het probleem met al die kritiek is dat hij eigenlijk niet over de inhoud, of de kern van het geloof gaat.
Ik zie dus niet in waarom ik daarvoor het geloof zou moeten laten vallen.
Als Van de Walle naar de inhoud van het geloof gaat, heeft hij het over waarden zoals rentmeesterschap, mededogen, vergeving…
Die waarden zijn uiteraard belangrijk. Maar ze vormen niet de kern van het geloof. Ze zijn afgeleiden van die kern.
In de kern van zijn boodschap had Jezus het zelfs niet over de mens, maar over God. De waarden horen bij de mens.
Zijn boodschap is simpel: God is Liefde. Ik ga hier niet in op het feit dat hij hiermee het Oude Testament overstijgt en inhoudelijk opzij zet. Wie het christendom wil kennen, moet niet bij het Oude Testament zijn. Hij moet bij het Nieuwe Testament zijn. Het oude Testament kan interessant zijn om bepaalde passages in het Nieuwe Testament te begrijpen, omdat Jezus een Jood was. Maar daar houdt het mee op.
Nu is het natuurlijk zo dat de visie op God als Liefde, een verband legt tussen God en de mens. Wie in mythologische taal wil spreken, mag van mij dan aangeven dat die God houdt van de mens.
Daar krijgt de atheïst het dan moeilijk mee. Want “bestaat” zo ’n God wel ? Het antwoord is eigenlijk niet moeilijk: “bestaat God” is niet de juiste vraag. Als je het begrip God als een mythologisch begrip ziet, stelt die vraag zich niet. Je vraagt je toch ook niet af of Jupiter bestaat ?
Laat me even terugkomen op dat “God is Liefde”. Mythologie of niet: God blijft altijd de grote onbekende. Maar de liefde kennen we. Ze is menselijk. Door de boodschap van Jezus samen te vatten in “God is Liefde”, maakt de apostel Johannes van het christendom fundamenteel een humanisme.
Als je dan de vraag “bestaat God” vergeet, en daarmee ook God als iets/iemand, ergens… stelt zich de vraag: maar waarom staat daar dan nog dat woord God ? Wat betekent het dan nog ?
Ook dat antwoord is duidelijk: God staat voor het/de Allerhoogste, Allesoverstijgende, Allerbelangrijkste…
De geloofsbelijdenis van Nicea, het Credo in de huidige liturgie begint zo: ik geloof in God de Almachtige Vader, Schepper van… Daarin staat er een komma te weinig. Zet een komma tussen Almachtige en Vader. “Ik geloof in de Almachtige, Vader…” Vader zegt dan iets over de aard van de Almachtige.
Bij “almachtig” denkt iedereen spontaan aan “alles kunnen”. Maar dat begrip “alles kunnen” is een Grieks-Romeinse constructie die een slechte vertaling is van het oorspronkelijke Joodse begrip: hij die alle macht over mij heeft…
Een koning uit de oude tijd kan niet alles, maar hij heeft wel alle macht over zijn onderdanen. “Ik geloof” betekent dan dat ik die macht aanvaard. Ik ben zoals een ridder die tot ridder zal worden geslagen, knielt voor zijn vorst, zijn hoofd buigt en zijn nek aanbiedt aan het zwaard van de vorst die hem dan niet de kop afhakt, maar een tik op de schouder geeft en zegt: sta op ! Van dan af zal de ridder zijn leven in dienst stellen van zijn vorst. God is de vorst boven alle vorsten. Als gelovige wil ik voor hem leven.
God is liefde… ik wil leven voor de Liefde. Dat is mijn geloof.
Het is niet gemakkelijk om te verwoorden wat liefde is. Ik ga het in een blog van duizend woorden niet proberen. Maar liefde is meer dan mededogen, vergeving. Mededogen en vergeven zijn manieren om de liefde te beleven. Ze horen bij de beleving van liefde, naast zoveel meer. Wat er ook van zij: liefde is hier een in-nige verbinding tussen personen.
Het christendom is geen systeem van waarden en normen. Het is geen ethiek. Het is een oproep om “innige verbinding” tussen personen tot de kern van ons mensenleven te maken. Innige verbinding is de kern van echt, volledig, mens zijn. Geloven is gehoor geven aan die oproep.