belgië, een verhaal voor Agatha Christie

Doorbraak

Boudewijn Bouckaert

Het geval Bouchez

‘Welkom in Antwerpen, de economische hoofdstad van Vlaanderen’, zo verwelkom ik Georges-Louis Bouchez op het A-diner van Libera!. ‘Mais non, c’est la capitale économique de la Belgique’ flapt hij er meteen uit. De toon is gezet

Bouckaert brengt hier een interessante analyse van de belgische toestanden.

Maar zoals altijd opnieuw wordt hier het allerbelangrijkste verzwegen.

Liberalen zijn voor de individuele vrijheid, tegen de belastingen, voor vrij ondernemen, voor ongehinderde vrije markt, zo weinig mogelijk overheid met zo weinig mogelijk overheidsingrepen in het economisch gebeuren… 

Het is allemaal waar en het is allemaal belangrijk, maar daaronder zit de vraag: en welke banden heeft de belgische liberale politicus met het belgische grootkapitaal ? Die vraag komt in de belgische reguliere media nooit aan bod. Het thema is taboe. Als iets taboe is, word ik er van overtuigd dat het gaat om iets wat er echt toe doet.

We kennen het antwoord: de hele top van de belgische liberalen, zowel Vlaamse als Franstalige, is verbonden met het belgische grootkapitaal en bedrijft de politiek in dienst van dat grootkapitaal.

De olifant in de kamer ? Ja natuurlijk: dat is het belgicisme. Maar Bouckaert denkt er niet aan om de vraag te stellen: waarom eigenlijk zijn de liberalen radicaal belgicistisch ?

Als linksen zeggen dat ze voor het behoud van belgië zijn omdat ze daarmee de solidariteit tussen de landsgedeelten vrijwaren, kan ik daar nog inkomen. Ik denk dat veel linksen dat oprecht menen. Het is natuurlijk nonsens als je kijkt naar het soort links in Franstalig belgië waarmee de rechtse Vlamingen solidair zouden moeten zijn. Maar je kan oprecht links zijn zonder de perversie van Franstalig belgisch links te onderkennen.

Het antwoord op de vraag waarom rechtse liberalen eigenlijk zo heftig belgicistisch zijn dat ze zelfs objectieve medestander worden van die solidaire linkse belgicisten is simpel: het gaat om het belgische grootkapitaal dat de belgische staatsstructuur als ondersteunend kader heeft en zonder dat kader in mekaar stort en verdeeld geraakt. Dat belgische grootkapitaal valt niet samen met het Vlaamse. 

Het Vlaamse grootkapitaal is pas ontstaan nà de opkomst van de eigen Vlaamse economie. Na de vervlaamsing van het onderwijs. Een interessante datum daarbij is 14 februari 1961, met de eenheidswet van Gaston Eyskens. In die wet werd ingezet op de opbouw van een economie, grotendeels los van de de oude grote ertseneconomie (kolen en staal) en inzet op kleine en middelgrote bedrijven met hoogtechnologische producten, steunend op een sterk onderwijs.

Voor Vlaanderen was de keuze voor deze economische koers eigenlijk een evidentie: buiten de Limburgse mijnen had het geen grote ertsenbedrijven. En ook de Limburgse mijnen waren eigenlijk eigendom van het Franstalige belgische grootkapitaal.

Voor Wallonië was de keuze moeilijker. Het had de mijnen en de staalfabrieken, en het was niet evident om te aanvaarden dat die zouden ten ondergaan.

Die bedrijven stelden ook enorme aantallen mensen te werk. Afbouw van die mijnen zou die tewerkstelling te niet doen. Die afbouw is natuurlijk toch gebeurd en heeft tot massale werkloosheid geleid, maar het onvermijdelijke met tegenzin zien gebeuren, is nog iets anders dan er voor kiezen. Ik kan die Waalse keuze dus begrijpen.

Maar na de afbouw van de ertsenindustrie met de daaruit voortvloeiende werkloosheid hadden de Waalse socialisten er voor kunnen kiezen om voluit voor dezelfde koers als Vlaanderen te gaan en in te zetten op de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven. Dat heeft de PS niét gedaan: ze heeft in het leger werklozen een machtsbasis gezien van mensen die voor hen zouden stemmen in ruil voor allerlei uitkeringen (voornamelijk gefinancierd door de Vlaamse “solidariteit”). Die keuze van de PS is onbegrijpelijk vanuit links standpunt en misdadig vanuit menselijk standpunt. En ze heeft geleid tot de huidige toestand.

De ontwikkeling van de ertsenindustrie werd gefinancierd door grootkapitaal dat werd opgebouwd door het kolonialisme – de uitbuiting van Congo – dat ook het begin betekende van het privévermogen van de Saksen-Coburgs. Ook de band tussen het belgische privé grootkapitaal en het koningshuis dat als een spin in het web van dat grootkapitaal zit, maakt een ontbinding van belgië voor dat grootkapitaal ondenkbaar.

Het kolonialisme en de erstenindustrie in Wallonië vormen dus de grondslag van dat belgische grootkapitaal. Dat heeft door de teloorgang van Wallonië wel van zijn pluimen verloren, maar de ertsenindustrie in Congo is na de Congolese onafhankelijkheid wel nog altijd een belangrijke steunpilaar van het belgische grootkapitaal.

Dàt is waar het Bouchez en de hele liberale top om gaat als hij belgië verdedigt.

Ik weet niet of je al echt van een Vlaams grootkapitaal kan spreken. Kleine en middelgrote bedrijven worden nu eenmaal niet als grootkapitaal aanzien, ook niet als ze samen over even veel geld zouden gaan als bij het grootkapitaal. Dat er ondertussen natuurlijk ook al grote Vlaamse bedrijven zijn, maakt nog niet dat er grootkapitaal is. Maar dat er een Vlaams grootkapitaal op een of andere manier in opbouw is, lijkt me wel aannemelijk.

Ondertussen is er bij een aantal linksen in Franstalig belgië de overtuiging gegroeid dat de belgische constructie onvermijdelijk binnen niet al te lange termijn onder Vlaamse druk in mekaar zal storten. Als het geld (en de meerderheid van de bevolking) in Vlaanderen zit, zal ook de macht in Vlaanderen zitten. Nu is die macht politiek nog aan handen en voeten gebonden door parlementaire speciale meerderheden, grendels en allerlei veto-procedures die de democratie buiten spel zetten. Maar in het kapitalisme zegeviert vroeg of laat het geld. En dan valt de Vlaamse solidariteit weg en wordt de toestand in Wallonië zo dramatisch dat ook de PS er geen baat meer bij heeft. De Franstalige PVDA zaagt al aan de poten van dat stoeltje. Dat beseffen ook Franstalige linksen. Ook Magnette. Hij wordt natuurlijk niet gevolgd door heel de PS, maar dat inzicht ligt aan de oorsprong van zijn akkoord met De Wever bij de regeringsvorming.

Hij wil inzetten op een nieuwe Waalse economie. Daarvoor heeft hij onder meer Dermine aangetrokken. Tegelijkertijd wil hij door akkoorden met Vlaanderen tijd en een voortzetting van de transfers kopen om zo de kans te krijgen om ook in Wallonië die moderne economie op poten te zetten.

Dàt heeft De Wever goed gezien: met Magnette die los staat van het belgische grootkapitaal kan hij handelen als het over stappen naar Vlaamse onafhankelijkheid gaat. Met Bouchez, de verdediger van het belgische grootkapitaal is dat totaal onmogelijk.

En dan komt het genie van Bouchez boven als hij zegt dat de tegenstelling niet Vlaanderen – Wallonië is, doch links tegen rechts. Als de tegenstelling links – rechts is, zet hij De Wever voor het blok: de rechtse De Wever kàn dan niet anders dan kiezen voor de liberalen als bondgenoot en dus voor belgië. In het verleden heeft De Wever die keuze al gemaakt, toen hij toetrad tot de liberale regering Michel en het thema belgië in de ijskast zette. 

We beleven mooie tijden !

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *