Streven
Alles leek er al over gezegd en geschreven: de spektakelmaatschappij
Frank Saenen klaagt de spektakelmaatschappij aan. Terecht.
Voor mijn part gaat het daarbij zelfs niet enkel over wat de media brengen en het publiek dat van die media snoept, maar om het spektakel dat de goedmenenden zelf opvoeren als ze bij een plaats van onheil bloemen neerleggen, kaarsjes branden, mekaar “vasthouden” in verdriet, en met tranen in de ogen en snikkende stem verslaggevers vertellen hoe erg ze het wel niet vinden. Als mensen daar nood aan hebben, hebben ze een probleem. Dat blijft zo, ook als ze het zelf niet als een probleem ervaren.
Op Oikos pleit Jan Mertens, die ik overigens waardeer, voor een speciale dag of week om te rouwen over de coronadoden en alle onheil dat mensen tijdens de pandemie heeft getroffen. Hij wil dat “lokale besturen plekken organiseren waar we samen naar elkaars verhalen kunnen luisteren. Waar we kunnen horen hoe mooi iemands vader of moeder in het leven stond en hoe vreselijk het was dat het niet mogelijk was haar of zijn hand vast te houden tot in de dood…”
Het klinkt mooi, en ik denk zelfs dat het nodig is dat mensen mekaar op die manier ontmoeten. Maar als dat iets wordt dat door een gemeentebestuur wordt georganiseerd, is er iets grondig mis. Dan stelt zich de vraag waarom dat niet gebeurt zonder actie van het gemeentebestuur en wordt het onderdeel van de spektakelmaatschappij.
Rouwen dient binnenskamers te gebeuren.
Mensen posten op facebook berichten over onheil dat hen treft en krijgen dan duizende steunbetuigingen. Ze putten daar troost uit. Het feit dat ze daar troost uit putten toont dat er iets mis is met hen.
Neen, natuurlijk heb ik het niet over fout of schuld. En evenmin gaat het er over dat ik hen oordeel of veroordeel.
Het gaat er om dat ze slachtoffer zijn van een samenleving waarin mensen niet meer juist aanvoelen wat echte intimiteit is.
Dat heeft te maken met voyeurisme en dus ook met exhibitionisme. Ik heb het nu niet enkel over sexualiteit.
Misschien zal later onze tijd worden beschreven als de tijd van de voyeuristische en exhibitionistische mens. Nu al wijzen psychologen op de narcistische mens.
Freud schatert het uit in zijn graf.
Ik geef toe dat ik er niet echt de vinger kan op leggen. En misschien zoek ik het te ver.
Maar als je denkt aan TV-programma’s als Big Brother, Temptation Island, De Villa, Het Huis, First Dates, de Vuurkorf (in Iedereen beroemd)… alles wat onder reality TV valt.
Joris Hessels op de VRT is een smeerlap die de emoties van mensen misbruikt om kijkers te lokken. Daarbij stelt zich de vraag hoe smerig dan ook die kijkers zijn.
Als ik dit schrijf weet ik dat nogal wat lieve lezers zich afvragen of ik niet overdrijf omdat ze zelf ook graag naar Hessels kijken. Dat toont juist het kwadraat van het probleem aan: er is niet enkel het voyeurisme op zich. Er is ook het feit dat ook goede mensen het niet meer als voyeurisme en als problematisch herkennen.
Dat meisjes op het strand in miniscule bikini’s volleybal spelen, stoort me niet. Dat de volleybalfederatie strandvolleybaltornooien organiseert waarbij de speelsters tot de centimeter wordt voorgeschreven hoeveel textiel hun lichaam mag bedenken is pervers.
De Noorse handbalsters hebben een fikse boete gekregen nadat zij op het Europees kampioenschap beachhandbal besloten om geen bikinibroekjes te dragen. In de strijd om de derde plek tegen Spanje droegen de handbalsters een korte broek en dat is nu bestraft met een boete van 1500 euro.
Dat de Noorse handbalsters bikinibroekjes moesten dragen is pervers. Dat het in de handbalfederatie blijkbaar normaal wordt gevonden dat men dat aan die speelsters kan opleggen, is nog veel erger.
Je kan hier natuurlijk het verband leggen met de commerciële kant van de sport. Dat de sport zo vercommercialiseerd is, is een aanfluiting van wat sport zou moeten zijn. Maar dat de voyeuristische uitbuiting van de speelsters commercieel lonend is en er dus een publiek voor is, is helemaal decadent.
Heel grappig wordt het wel dat die Noorse vrouwen van veel kanten gelijk krijgen omdat ze worden gediscrimineerd tegenover de mannen, want die mogen wél shorts dragen. Het gaat die welmenenden dus niet om het voyeurisme maar om gendergelijkheid of hoe dat tegenwoordig ook mag heten. Van zoveel ongrijpbare domheid valt mijn broek af. Maar wees gerust: ik ben alleen.
Wat zegt een en ander over onze samenleving ?
Toegegeven: het antwoord op de vraag is me nog niet duidelijk. Maar het is de moeite waard om het te zoeken.
Ik had het over intimiteit.
Je zou dat exhibitionisme en voyeurisme kunnen zien als verstoorde intimiteit. Onze samenleving wordt gekenmerkt door verstoorde intimiteit en dat brengt me bij eenzaamheid.
Er werd al eerder gewezen op groeiende eenzaamheid in onze samenleving. Blijkbaar is het probleem nog veel erger dan gedacht, want het lijkt er op alsof er een massa mensen eenzamer zijn dan ze zelf beseffen omdat ze een compensatie vinden in de nep intimiteit van het exhibitionisme en voyeurisme.
Het gaat veel verder dan sex.
Exhibitionisme en voyeurisme gaan ook over macht. De naakte mens is een kwetsbare mens.
De hedendaagse mens is niet enkel een eenzame mens, maar ook een machteloze mens die wegvlucht in de nep machtservaring van het voyeurisme.
De mensen die met oprecht goede bedoelingen bloemen neerleggen en kaarsjes branden waar een kind het leven heeft gelaten, worden ten diepste gedreven door gevoelens van eenzaamheid en machteloosheid.
Hoe is het zo ver kunnen komen met onze samenleving ? Hoe komt het dat de mens de nabijheid van de andere nog zo weinig aanvoelt ?
Zijn de uit mekaar vallende gezinnen oorzaak of gevolg ?
Duidelijk is dat de puur materialistische consumptiemaatschappij met een doorgeslagen genotcultuur mensen doet terugplooien op zichzelf.
De vercommercialisering van de vrije tijd vreet aan de ludieke mens. Spel is niet meer zo maar spel. Sportclubs zijn haarden van besmetting met ambitie geworden.
Een sportclub die pronkt met het aantal leden dat het “mààkt” in de sportwereld, bewijst daarmee enkel dat ze geperverteerde sport promoot.
Ok, misschien overdrijf ik nu wat. Aan jullie om een en ander de juiste plaats te geven.