Over vissen vangen

Het evangelie vertelt een verhaal waarbij Jezus aan Petrus het bevel geeft om naar het diepe te varen om daar vissen te gaan vangen. De vangst is wonderlijk overvloedig. Het eindigt met de woorden: voortaan zult ge mensen vangen.

Er is in dit verhaal een woord dat me ergert: vangen.

Ik ga nu maar even voorbij aan de exegeten die zeggen dat er in de oorspronkelijke tekst een ander woord staat. In deze vertaling staat in ieder geval “gevangen”. Het gaat me hier over de idee dat geloof ontstaat in vrijheid en leidt tot vrijheid.

Je kan in deze vergelijking ook moeilijk spreken over vissen die zich laten overtuigen tot het geloof; die zich laten overtuigen om toe te treden tot de gelovers in de boodschap van Jezus. 

Oei, nu doe ik het zelf: overtuigen. Het religieuze geloof is geen gevolg van overtuigende argumenten. Het speelt zich veel dieper af.

Daarmee stoot ik op een woord in het verhaal: Jezus zegt tot Petrus: vaar naar het diepe.

Dit is een vreemd bevel dat Petrus zeker verbaasd heeft. De gebeurtenissen spelen zich af overdag. Dan laten de vissen zich naar de bodem van het meer zakken. Pas ’s nachts komen ze naar de oppervlakte. Daarom gingen die mannen ook altijd ’s nachts vissen. De netten van die vissers waren niet gemaakt om diep te vissen. Voor Petrus en zijn kompanen was die vangst dan ook echt wel wonderbaarlijk.

Jezus zegt het uitdrukkelijk: vaar naar het diepe. Dat heeft dus ook een diepere betekenis.

Als ik rondom me kijk kan ik niet anders dan vaststellen dat dit verhaal nogal optimistisch is. 

In ieder geval past het niet bij onze tijd. De netten van de kerk zijn leeg en je krijgt de indruk dat de kerk zelfs niet meer uit vaart. Ze ligt daar wat te dobberen met in het bootje een kliekje goedgelovigen die van uit een of andere onbedwingbare drang toch nog willen doen alsof ze varen. Niks geen wonderbaarlijke vangst.

Blijkbaar hebben Petrus en zijn opvolgers het niet echt goed aangepakt. Ik denk dat ze vergeten zijn om naar het diepe te varen.

Ja, ze hebben ooit een massa in hun netten gehad. Maar die massa hebben ze gevangen in het ondiepe. Het gaat niet over de vissen waar Jezus het over heeft.

Misschien moeten we vaststellen dat het geloof dat de kerk heeft gepredikt te fel gericht was op het bereik van de oppervlakkige massa.

Het ergste wat de katholieke kerk is overkomen was het verbond dat ze heeft gesloten met keizer Constantijn. Daar heeft ze de grondslag gelegd voor haar massale aanhang en – godbetert het – macht. Ze is toen massaal vissen gaan vangen, maar niet in het diepe.

Ik denk dat de pastoors het ondertussen opgegeven hebben, maar vroeger hielden ze bij hoeveel hosties de gelovigen van hun parochie naar binnen hadden gespeeld. De pastoor met de meeste hosties – rekening gehouden met het aantal inwoners, was de winnaar.

En ze hebben het nog altijd niet goed begrepen, want bisschoppen trekken zich op aan de vaststelling dat heiligdommen nog altijd / opnieuw veel volk trekken omdat de mensen geloven dat God of de heiligen daar zitdagen houden om gunsten te verlenen. Bijgelovigen uit het ondiepe.

Misschien is het wel juist goed dat de kerken zijn leeggelopen. Misschien is die leegloop voor de kerk wel de impuls om eindelijk naar het diepe te varen.

Neen, ik beweer natuurlijk niet dat er in het verleden geen diep gelovigen waren. Maar de massa was dat niet.

Er is nog iets belangrijks in het verhaal: Petrus werpt de netten niet uit omdat hij gelooft dat er daar vis zit. Hij wéét dat die vis er niet is.

Hij werpt zijn netten uit, gewoon omdat Jezus het zegt.

De kerk moet niet de bedoeling hebben om gelovigen aan te trekken. Ze moet gewoon de woorden van Jezus aanbieden en dan verwonderd zien wat er gebeurt.

Het probleem van de woorden van Jezus is dat ze radicaal zijn. Jezus sprak in naam van God (vergeef me de mythologische taal – ik heb er hier geen andere ) en radicaler dan het begrip God is niet mogelijk. Het gaat over totaal, alles, altijd, overal …

De woorden van Jezus zijn altijd radicaler dan wat de mensen denken.

Het lijkt me nogal logisch dat nogal wat mensen er niet voor openstaan.

Maar dat belet niet dat een kerk die woorden onverkort en niet afgezwakt moet verkondigen. Tegelijkertijd moet ze de barmhartigheid beleven die Jezus toont voor mensen die zwak zijn en de radicaliteit niet zo maar kunnen beleven.

Essentieel daarbij is wél dat de woorden van Jezus geen voorschriften zijn. Jezus vertelt verhalen, geen filosofie of ideologie. Hij vertelt niet hoe we moeten leven.

De kerk moet zich beperken tot inspireren. Anders gezegd: ze moet een blijde boodschap verkondigen, geen ethiek.

Terug naar het diepe.

God gaat om transcendentie – om het alles overstijgende. Geloof veronderstelt een bekwaamheid om open te staan voor transcendentie, voor het aanvoelen van de overstijging die bezig is.

God is bezig. Hij is niet iet/iemand, ergens, nergens, overal, altijd. God gebeurt. Geloven betekent dat we een vorm van bewustzijn ontwikkelen van die gebeurtenis.

Transcendentie betekent dat we er niet bij kunnen en er blijft dus altijd het geheim.

In de hedendaagse liturgie voel je niets meer van het geheim. 

Meer en meer wordt het me duidelijk dat de kerk niet op een eindpunt is aangekomen. Om het te radicaal (:-) te zeggen: ze is sinds Constantijn niet meer onderweg. Deze tijd is een kans om gezuiverd opnieuw naar het diepe te varen.

Op zekere dag stond Jezus aan de oever van het meer van Gennesaret, terwijl de mensen op Hem aandrongen om het woord Gods te horen. Hij zag nu twee boten liggen aan de oever van het meer; de vissers waren eruit gegaan en spoelden hun netten.  Hij stapte in een van de boten, die van Simon en vroeg hem een eindje van wal te steken. Hij ging zitten en vanuit de boot vervolgde Hij zijn onderricht aan het volk. Toen Hij zijn toespraak had geëindigd, zei Hij tot Simon: ‘Vaar nu naar het diepe en gooi uw netten uit voor de vangst.’ Simon antwoordde: ‘Meester, de hele nacht hebben we gezwoegd zonder iets te vangen, maar op uw woord zal ik de netten uitgooien.’ Ze deden het en vingen zulk een massa vissen in hun netten, dat deze dreigen te scheuren. Daarom wenkten ze hun maats in de andere boot om hen te komen helpen. Toen die gekomen waren, vulden zij de beide boten tot zinkens toe …

PS Morgen blog over de vraag of de derde wereldoorlog nog kan vermeden worden.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *