Doorbraak
Migratie in 24 vragen en antwoorden
Het beste wat ik al gelezen heb over de migratieproblematiek. Een veelzijdige en evenwichtige visie, geschreven door een “linkse”.
Voor éénmaal heb ik niet veel kritiek.
Elchardus begint met de problematiek te situeren in een breder kader. Daarbij plaatst hij de verdedigers van (quasi) onbeperkte migratie in het kamp van de individualisten. Ik denk dat dit juist is. Het komt ook overeen met de visie waarin de migratie wordt gezien als een fenomeen, al dan niet gestuurd, dat ingrijpt op de arbeidsmarkt, feitelijk in dienst van het kapitaal. Of nog: de ongenuanceerde verdedigers van de migranten denken misschien dat ze links zijn, maar zijn in feite zeer rechts. Het is niets voor niets dat ik ze nep linksen noem.
Daartegenover staan dan de mensen die denken in termen van gemeenschap. Door de nep linksen worden zij weggezet als rechtsen, terwijl de gemeenschapsdenkers de echte linksen zijn. Of hoe belachelijk nep links door ideologische blindheid wel niet is.
De basisstelling wordt correct weergegeven in termen van gemeenschap die verbonden is met identiteit. Laat me dit de “cultuurgemeenschap” noemen. Maar in de loop van het artikel wordt er ongemerkt overgegaan van deze cultuurgemeenschap naar de “belgische”- of “staats”gemeenschap.
Nu denk ik dat het logisch is dat die overgang gemaakt wordt omdat op een bepaald ogenblik het denken vereist dat die gemeenschap een structuur krijgt, en een beleid voert. Dat leidt dan tot de overgang naar het begrip staat. Ik wil de auteur daar dus niet op pakken. Maar ik wil toch benadrukken dat ik het niet eens ben wanneer men “gemeenschap” laat samenvallen met “staat” of “natie”. Door de globalisering, en door de reeds gevorderde migratie, of het multiculture van de samenleving, kan de staat niet meer vereenzelvigd worden met “natie” of gemeenschap. De staat is een samenleving, maar geen gemeenschap. Daarbij beschouw ik het begrip “natie” als een kunstmatige poging om de bevolking van een staat een soort nep gemeenschapsgevoelen aan te praten, met een nationale hymne, vlag, voetbalploeg, standbeelden van “nationale” helden, geschiedenisessen op school …
Ik denk dat daar een lancune ligt in het denken van de auteurs. Als je de (belgische) staat niet meer ziet als een natie waarin één enkele cultuur aanwezig is, wat dan ? Hier stelt zich de vraag naar de zin van een “Leitkultur”. Ik ben daar nog niet helemaal mee klaar, maar ik denk dat de oplossing te zoeken is in een gedeeld respect voor de mensenrechten. Een cultuur die de mensenrechten niet respecteert is onaanvaardbaar. Dat geldt voor de islam zoals die zich nu voordoet.
Los daarvan ben ik het volmondig eens met Elchardus in zijn visie op de concrete aanpak van de migratie.