DE BRUILOFT TE KANA
Joh 2, 1-12
1Op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galilea, waarbij de moeder van Jezus aanwezig was. 2Jezus en zijn leerlingen waren eveneens op die bruiloft uitgenodigd.3Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus tot Hem: “Ze hebben geen wijn meer.” 4Jezus zei tot haar: “Vrouw, is dat soms uw zaak? Nog is mijn uur niet gekomen.”5Zijn moeder sprak tot de bedienden: “Doet maar wat Hij u zeggen zal.” 6Nu stonden daar volgens het reinigingsgebruik der Joden zes stenen kruiken, elk met een inhoud van twee of drie metreten. 7Jezus zei hun: “Doet die kruiken vol water. Zij vulden ze tot bovenaan toe.” 8Daarop zei Hij hun: “Schept er nu wat uit en brengt dat aan de tafelmeester.” Dat deden ze, 9en zodra de tafelmeester het water proefde dat in wijn veranderd was (hij wist niet waar die wijn vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden, wisten het wel), riep hij de bruidegom en zei hem: 10“Iedereen zet eerst de goede wijn voor en wanneer men eenmaal goed gedronken heeft de mindere. U hebt de goede wijn tot nu toe bewaard.”
MURILLO ESTEBAN MURILLO BARTOLOME: DE BRUILOFT VAN KANA
Rare gast die Jezus. Die gasten hebben al goed gedronken of liever gezopen, want het feest is nog niet gedaan en de wijn is al op. Het kan natuurlijk dat de bruidegom een gierige pin was, maar zelfs dan. Want één metreet is 40 liter. Dat zijn dus kruiken van 80 of 120 liter. En zo vult Jezus er zes met zijn huiswijn. Daarbij dus minstens één van 120 liter. Samen minstens 520 liter. Dat zijn bijna 700 flessen. En die huiswijn is zelfs van betere kwaliteit. Waar is dat eigenlijk goed voor ?
Het kan natuurlijk zijn dat er bij Jezus een lange termijn strategie achter stak: als het bericht van zijn mirakel de ronde gaat doen, wordt hij zeker overal op alle bruiloften uitgenodigd. Nu, dat is natuurlijk speculatie. Misschien wilde Hij eigenlijk gewoon een klein mirakeltje doen, en is dat wat uit de hand gelopen.
Nu, in ieder geval ben ik niet echt onder de indruk. Ik heb op de kermis ook weinig begaafde goochelaars water in wijn zien veranderen. Daar is echt niets aan. In klassieke commentaren wordt dan altijd aangegeven dat Jezus met zijn mirakels wil aantonen dat Hij God is. Maar met een God die het mij moeilijk maakt om mijn alcohol gebruik binnen de perken te houden wil ik toch niets te maken hebben. Neen, in die tijd liep Palestina vol met rondtrekkende charlatans die het einde van de wereld, en nog wat andere nonsens verkondigden en die allemaal wel wat truken van de foor kenden, en ik denk dat ze een truc die in die tijd door die rondtrekkende charlatans werd gepraktiseerd, gewoon op Jezus geprojecteerd hebben. Als die anderen dat konden, moest hij dat toch ook kunnen ? Dit is dus gewoon een kloteverhaal. Alhoewel.
Misschien moeten we verwijzen naar andere gelijkaardige wonderen: de vermenigvuldiging van de broden en vissen, de wonderbaarlijke visvangst, waar het telkens om overvloed gaat net zoals in het bruiloftverhaal.
Brood en wijn komen ook terug in het Laatste Avondmaal. En daar zegt Jezus over de wijn: “Dit is mijn bloed”. De wijn is dus veen symbool voor Hemzelf. Hij die leven geeft, en wel in overvloed. In de eucharistische liturgie herhaalt de kerk dit gebeuren. Maar dat is natuurlijk een triestige bedoening, want die liturgie is nogal armzalig. Van overvloed is daar geen sprake. Minder brood en wijn dan ze daar op tafel zetten, is echt niet mogelijk. Maar het zou dus, niettegenstaande de kerk, kunnen dat die wijn symbool is voor het leven dat Jezus geeft, en wel in overvloed. Ik geef toe: dat is iets wat ik hier uitvind. Maar misschien is er toch iets van aan, want het kan geen toeval zijn dat de evangelist een maaltijd opvoert zowel bij het begin als bij het einde van zijn evangelie, en dat in beide verhalen wijn een prominente rol speelt. En het mooie is dan dat wij het einde-verhaal moeten kennen om het begin-verhaal te begrijpen. Daar is over nagedacht, en die Johannes was zeker geen domme kloot.
DIRK BOUTS: HET LAATSTE AVONDMAAL
Dat doet me denken aan Blaise Pascal – ja die van de gok – die heeft gezegd: God heeft de mens geschapen met een grote leegte in zijn hart. En Hij is de enige die die kan vullen.
PS De gok van Blaise Pascal, een groot wis- en natuurkundige: volgens de kansberekening “moet” je wel in God geloven. ‘Immers,’ zo beweerde Pascal, “als God bestaat, dan heb je er ‘alles’ (de eeuwigheid) bij te winnen. En als Hij toch niet zou bestaan, dan heb je er ‘niets’ bij te verliezen.”