Het laatste nieuws
Triestige figuur die Braeckman als hij iemand als Vermeersch zo bewondert. Triestig als dat het filosofische niveau is van een Vlaamse vrijzinnige universiteit. En triestig Vlaanderen als de intellectuele elite naar hem opkeek.
Vermeersch was een bekeerling tot het atheïsme, en zoals dikwijls bij bekeerlingen was hij een extremist in zijn nieuwe geloof. Ik beweer niet dat hij geen intellectuele capaciteiten had, maar die werden wel voor een groot stuk uitgeschakeld door zijn atheïstisch extremisme. Het erge daarbij is dat zijn extremisme zo ver ging dat hij eigenlijk enkel bezig was met thema’s die verbonden waren met het atheïsme, zoals het zelfbeschikkingsrecht , en de rol van de godsdiensten. Echt diepgaande filosofische bijdragen heeft hij niet geleverd. In het begin van zijn loopbaan heeft hij wat wijsgerig onderzoek gedaan naar informatica en kunstmatige intelligentie. Maar geen mens die zich hem daarvoor herinnert. Hij wordt voornamelijk herinnerd als iemand die een rol heeft gespeeld in de bio-ethiek, rond thema’s zoals geboortebeperking, abortus, euthanasie, telkens thema’s waarin hij de godsdienst kon aanvallen.
Zijn geloof in de kracht van de rede ging zo ver dat het belachelijk werd, en hem leidde tot standpunten waarin hij pedofilie ging verdedigen. Dat atheïstisch geloof in de reden is natuurlijk begrijpelijk, want de atheïst heeft niets anders. Maar tegelijkertijd getuigt het ook van een verschrikkelijke arrogantie: het ontkent de waarde van wat niet met de rede te vatten is. En misschien is er veel meer in de schepping dat niet met de rede te vatten is, dan wél.
Braeckman zou ook beter zijn mond houden over Bach. Als Vermeersch écht in akkoorden dacht, had hij niets van Bach begrepen, want Bach dacht niet in akkoorden, maar in lijnen. Bach was het hoogtepunt van de polyfonie. Ik denk dat Vermeersch dat wel doorhad. Maar Braeckman dus niet.
En vermits Vermeersch het niet erg vond om niet te zijn, vind ik het ook niet erg dat hij er niet meer is.
Of: die uitspraak van Vermeersch lijkt juist, maar hij maakt niet het onderscheid tussen zijn en er–zijn. En nog belangrijker: tussen niet-zijn en er-niet-meer-zijn. Als zijn bewonderaars zijn kut-filosofische uitspraak ernstig nemen, moeten ze ook niet beweren dat ze hem gaan missen.