Bezinning op zondag

Joh. 8, 1-11

In die tijd begaf Jezus zich naar de Olijfberg. ’s Morgens vroeg verscheen Hij weer in de tempel en al het volk kwam naar Hem toe. Hij ging zitten en onderrichtte hen. Toen brachten schriftgeleerden en Farizeeën Hem een vrouw die op overspel was betrapt. Zij plaatsten haar in het midden en zeiden tot Hem: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt, terwijl ze overspel bedreef.

Overspel, daar hou ik wel van. Een interessant thema. Ik raad iedereen aan om deze tekst grondig te lezen, en te bemediteren, zeker mijn moslim-vijanden. Want die zouden tussen de schriftgeleerden en Farizeeën kunnen staan. Alleen zouden zij niet aan Jezus vragen:” … maar wat zegt Gij er van ?” Want zij weten het. Allah heeft het hun gezegd. Ter attentie van mijn moslim-vrienden: ik weet ook wel dat jullie er niet aan denken om een vrouw te stenigen. Respect daarvoor, want daarvoor moeten jullie persoonlijkheid tonen tegenover jullie geloof. 

Het gaat om mannen en een vrouw. 

Een vrouw in een mannensamenleving met mannen die de wetten hebben opgesteld. Ja, de Joden zeggen wel dat de thora goddelijke wetgeving is, maar de God die die wetgeving heeft uitgevaardigd is niet toevallig ook een man. 

Je kan van Jezus in zijn tijd niet verwachten dat hij een structureel antifeminisme herkent en aanklaagt. Maar het is wél opvallend hoe dikwijls hij de kant van de vrouwen kiest, en het maakt hem niet uit of die vrouwen al dan niet “deugdzaam” waren. Hij permitteert zich om zich niets aan te trekken van de “normale” omgang van mannen met vrouwen. Zo bijvoorbeeld heeft hij er geen enkel probleem mee om openlijk met vrouwen te spreken, daar waar het ondenkbaar was dat een leraar of rabbi zich tot een vrouw zou richten. Vrouwen waren in Jezus’ tijd uitgesloten van elk onderricht in de Joodse leer. Het is dan ook ongezien dat hij in dit evangelie het woord richt tot een hoer, want hier overtreedt hij twee maal het verbod om met haar te spreken: gewoon als vrouw, maar ook als zondaar. Ik gebruik met opzet het mannelijke “zondaar” omdat de feministen mij er anders van beschuldigen dat ik zondigheid met vrouwelijkheid verbind.

Uit de evangeliën blijkt dat Jezus in zijn omgang met vrouwen zonder bedenkingen de bestaande maatschappelijke patronen doorbreekt en de joodse conventies voor het contact tussen leraren en vrouwen negeert. Men kan niet zeggen dat hij het patriarchale denken zo maar omverwierp, maar in zijn handelen gingen hij er niet in mee.

De evangelies zijn geschreven door mannen die vanuit hun patriarchale cultuur geen enkele aandacht zouden hebben voor de rol van vrouwen in de “heilsgeschiedenis”. Nochtans is die rol permanent aanwezig in de evangelies. Dat wijst er op dat de houding van Jezus een grote indruk moet gemaakt hebben. Zelfs zonder dat de leerlingen helemaal beseften wat die houding echt inhield, hebben ze het belang er van onderkend. 

Mag ik even uit de band springen ? Het christendom ligt aan de oorsprong van ons huidig feminisme. Je mag van mij stellen dat het toch wel lang geduurd heeft voor het christendom het feminisme heeft voortgebracht, maar dat is niet de schuld van de christenen, maar van de feministen die niet op tijd christelijk genoeg geworden zijn.

Jezus’ ongekende vrijheid ten opzichte van de normen en taboes van de patriarchale maatschappij werkte ook bevrijdend voor de mensen waarmee hij omging. Na zijn kort gesprek met deze vrouw (hij is in het verhaal de enige die met haar spreekt) krijgt deze vrouw een nieuwe toekomst. In haar geval letterlijk een nieuw leven: van steniging naar vrij-spraak. 

Deze tekst is niet enkel feministisch. De betekenis gaat dieper. Want ook mannen hebben dezelfde bevrijding nodig. Ieder mens staat voor de uitdaging om, zoals Jezus, zijn innerlijke vrijheid te bevechten tegen allerlei vastgeroeste en ook door propaganda en manipulatie ingeprente ideeën en opvattingen. En telkens opnieuw moet deze strijd de toets van de liefde doorstaan. Want enkel liefde maakt écht vrij. Dat is ook de betekenis van de laatste woorden van deze pericope: “en zondig vanaf nu niet meer”. Want zonde bestaat niet uit het overtreden van regels of wetten of fatsoen. Zonde is alles wat een mens ongelukkig maakt, mezelf of een ander. Dat Jezus/God deze vrouw niet veroordeelt, is een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde voor vrijheid. De vrijheid komt er pas als deze vrouw zo gaat leven dat ze zichzelf of een ander niet meer ongelukkig maakt. Dat geldt ook voor mij.

Ja, ik weet het: ik doe niet genoeg mijn best om de koning, Anuna of Maggie gelukkig te maken. En ik wil ook niet beter mijn best doen.

Misschien moet ik deze pericope toch nog eens herlezen en er dieper over mediteren.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *