Doorbraak
Hayek in België: liberale kijk op de staatshervorming
Ik hou niet van liberalen. Met zo ’n uitspraak moet je oppassen, want zoals vele woorden, is ook “liberaal” niet eenduidig. Om het eenvoudig te stellen je hebt liberalen die meer gericht zijn op de persoonlijke vrijheid, en liberalen die meer gericht zijn op de economische factor waarbij ze dan focussen op de vrije markt, en dus totaal de kant van het kapitalisme kiezen. Het is niet zo simpel als ik het hier stel, maar in ieder geval legt de liberaal het zwaartepunt bij het individu, in plaats van bij de gemeenschap. Ik wil zeker het belang van de gemeenschap benadrukken, met daarbij ook de solidariteit. Mensen die daarin extremer denken dan ik willen zo ver gaan dat ze het privébezit grotendeels afschaffen en kiezen voor gemeenschappelijk bezit. Maar al vind ik de gemeenschap belangrijk, toch hecht ik ook aan zoveel mogelijke persoonlijke vrijheid. Ik ben nu eenmaal een anarchist.
Nu is ook anarchist niet eenduidig. Als ik mijzelf etiketjes ga opplakken, ben ik zowel collectief anarchist als individualistisch anarchist, geïnspireerd door het christendom.
Collectief en individualistisch anarchisme lijken contradictorisch. Maar zijn het niet echt: collectief anarchisme betekent dat de productiemiddelen collectief bezit moeten zijn van de werkers. In mijn boek Eutopia beperk ik dat collectief bezit van productiemiddelen tot de massaproductie, precies om ook de individuele vrijheid die eigen is aan het individualistisch anarchisme te kunnen handhaven. Daar is veel meer over te zeggen, maar wie meer wil weten wat ik daar over denk moet Eutopia lezen.
Ik wil maar zeggen: Bouckaert en Hayek waarop hij beroep doet zijn liberalen, en dus niet mijn vrienden, maar het is niet omdat het liberalen zijn dat alles wat ze vertellen af te wijzen is.
Het onderscheid tussen nomocratie en telocratie is interessant. En het past bij het belang dat ik hecht aan persoonlijke vrijheid.
Belangrijk hierbij is de idee dat de nomocratie geen gedrag oplegt, doch enkel/vooral verbiedt. Je vindt dit principe al terug in de tien geboden. Die titel is feitelijk onjuist, want zes van de tien zijn geen geboden, maar verboden. Een verbod laat veel meer vrijheid dan een gebod. “Respecteer het leven” is veel meer omvattend dan “Dood niet”. Als christen ben ik voor geboden, maar mijn christendom speelt zich af in mijn hart. Als het over de organisatie van de gemeenschap – en zeker van de staat – gaat, wil ik zo weinig mogelijk geboden, en enkel de noodzakelijke verboden.
Ook de toepassing door Bouckaert hiervan op de belgische situatie geeft stof tot denken, en moet niet zo maar afgewezen worden.
Toch heb ik bedenkingen. Los van de concrete politieke toestand, de economische belangen, het onvermogen van Europa om in zaken van onafhankelijkheidsstreven van regio’s een onbevangen houding aan te nemen, zie ik niet in waarom een nomocratie op belgisch federaal niveau nodig is. Integendeel: idealiter zou de nomocratie universeel moeten zijn. Je kan de universele verklaring van de mensenrechten zien als een basis voor een nomocratie. Maar dat is op dit ogenblik in de evolutie van de mensheid niet haalbaar is. Als het niet universeel kan, zou je kunnen zeggen: laat het dan zo universeel mogelijk zijn, en dan kom je zoals Bouckaert bij Europa uit, en als Europa niet mogelijk is, probeer het dan met belgië, dat is dan toch nog universeler (ik vind geen betere uitdrukking) dan enkel Vlaanderen.
Maar vermits de nomocratie ook gaat over wetgeving, kan je ook kiezen voor een andere richting: nabijheid en kleinschaligheid waarbij naast de universele principes in de concrete toepassingen ook de plaatselijke eigenheden gerespecteerd worden.
In mijn boek Eutopia is kleinschaligheid een basisprincipe voor de organisatie van de samenleving. Mijn keuze is dus duidelijk: het belgische nomocratische niveau is nergens voor nodig en het kan kleinschaliger.
Eigenlijk is het raar: er zijn nogal wat belgicisten die tegelijkertijd zeer tolerant zijn tegenover de islam. Welnu, de islam is een aparte nomocratie binnen de samenleving, die nog kleinschaliger is dan de Vlaamse of de Waalse. Zijn die belgicisten nu voor of tegen die kleinschaligheid ?
Ik heb een fundamenteler probleem met de toepassing door Bouckaert van Hayek op belgië.
Voor Bouckaert is het duidelijk en logisch dat de splitsing van de telocratie de splitsing van de sociale zekerheid inhoudt. Daarover ben ik het met hem eens. Ook op gebied van sociale zekerheid pleit ik voor zo groot mogelijke kleinschaligheid (is dat niet mooi gezegd ?), uiteraard rekening houdend met een minimaal noodzakelijke schaalgrootte. Maar als je de solidariteit beperkt tot het eigen kleine grondgebied, plooi je wel sterk terug op jezelf, en dat is een contradictie met het principe van de solidariteit. Dat zou gelden voor een Vlaamse sociale zekerheid, maar geldt ook nu al voor de belgische sociale zekerheid. Waarom moet mijn solidariteit als Vlaming beperkt worden tot solidariteit met de Waal, gewoon omdat we hetzelfde paspoort hebben ?
Naast een kleinschalige sociale zekerheid, pleit ik pleit dus voor een supranationaal georganiseerde solidariteit.
In een eerste fase, en inspelend op de concrete situatie van armoede in Wallonië zou er nà de splitsing van belgië dus zeker een vorm van supranationale solidariteit tussen Vlaanderen en Wallonië moeten bestaan, die dan later uitgebreid zou kunnen worden.
Dat is nu eenmaal het verschil tussen de liberaal en de christelijk geïnspireerde anarchist: vrijheid ja ! Maar evenzeer solidariteit. Voor die solidariteit hebben Bouckaert en Hayek te weinig oog.
PS Wie Eutopia wil lezen, kan dat gratis op www.maymarx.be. Daar kan je het boek ook downloaden, ook in ebookformaat.