Armoede in de wereld veel groter dan gedacht

MO*

IPS

Bedenkelijke meetmethodes stellen evolutie te gunstig voor

Armoede in de wereld veel groter dan gedacht

Een rapport aan VN-Mensenrechtenraad trekt de wereldwijde armoedecijfers in twijfel. Bedenkelijke meetmethodes stellen evolutie te gunstig voor, zegt rapport. De armoede is veel groter dan meestal wordt aangenomen

Dit artikel is geleverd door IPS. IPS Vlaanderen is een nieuwsagentschap dat dagelijks persklare artikels levert aan Vlaamse en Nederlandse nieuwsmedia. De focus ligt op nieuws uit het Zuiden en  berichtgeving over ontwikkeling, economie, politiek, innovatie en milieu.

Ik stel jullie dit artikel voor omdat het belangrijke informatie geeft: anders dan ook bij ons economen ons wijsmaken, leidt het kapitalisme en de kapitalistische groei niét tot vermindering van de armoede in de wereld.

 In vorige blogs heb ik het daar al over gehad, en ik heb altijd beweerd dat de bewering dat de armoede daalt door de groei, vals is. Maar ik kon mijn stelling niet met cijfers en studies bewijzen wegens gebrek aan informatie en verstand. Mijn stelling steunde gewoon op de analyse van het kapitalisme waaruit blijkt dat het onmogelijk is dat het kapitalisme tot vermindering van armoede leidt. Ik ben dus blij dat mijn analyse nu wordt bevestigd door cijfers. Natuurlijk moet ik nu oppassen, want alle cijfers zijn voorlopig. Het is zeker zo dat op dit ogenblik een aantal economen bezig zijn met het verzamelen van cijfers die de bewering van Philip Alston en Olivier De Schutter tegenspreken. De analyse van het kapitalisme is dus eigenlijk een betere basis dan de cijfers, al zijn de cijfers welgekomen. Ook als morgen andere rapporten beweren dat het kapitalisme wél de armoede terugdringt en dat probeert aan te tonen door cijfers over de daling van de armoede, zal ik blijven steunen op mijn analyse. Want de cijfers tonen enkel een toestand aan, maar geven geen oorzaak – gevolg relatie weer. Als de armoede in de wereld effectief zou dalen, zou dat niet dank zij het kapitalisme zijn, maar niettegenstaande het kapitalisme.

Ik wil hier niet in detail analyseren waarin de fout bestaat in de bewering van de Verenigde Naties. Je vindt ze in het artikel op MO*, en moet er maar zelf over reflecteren.

Maar als het over armoede gaat stoot je altijd weer op hetzelfde probleem: waar ligt de armoedegrens ? 

In de eerste plaats is het de vraag of zo ’n grens wel duidelijk af te bakenen is. Kan je, bijvoorbeeld in Vlaanderen precies zeggen welk maandelijks inkomen een gezin nodig heeft om niet bij de armen gerekend te worden ? Wat heeft een mens eigenlijk nodig om niet arm te zijn ? Is een mens die alles heeft om te overleven, maar niets meer, gewoon arm ? En wat is dan dat alles om te overleven ? Is het mogelijk om precies te bepalen welke de essentiële noden van een mens zijn ? Veronderstel dat je dat wél kan, is een mens die een beetje meer heeft dan wat nodig is als essentiële behoefte, dan niét arm ?

Dikwijls (en terecht) wordt armoede relatief bepaald. Armoede in Congo is iets anders dan armoede hier. Een Congolees die hier in armoede leeft, zou met dezelfde leefomstandigheden in Congo zeker niet bij de armen gerekend worden. Toch hoort die Congolees hier bij de armen omdat hij niet kan leven op een peil waarop de meeste Vlamingen kunnen leven. Armoede-experten maken dan lijstjes op. De overgrote meerderheid van de Vlamingen kan zich jaarlijks een vakantie buitenshuis veroorloven. Wie dat niet kan is arm. De sociaal voelenden gaan dan doelgroepen ondervragen. De mensen die antwoorden dat ze zich geen vakantie kunnen permitteren worden bij de armen gerekend. Zo bekom je een procentgetal van de bevolking dat in armoede leeft. Maar wat als die armen eerlijk beweren dat ze zich geen vakantie kunnen permitteren, maar wel geregeld de laatse gsm aanschaffen en iedere avond voor een enorme breedband TV chips liggen te eten ? En wat met de vluchtelingen die door het OCMW een ingericht huis toegewezen krijgen, en dan de OCMW medewerkers schandaliseren door te reclameren dat de TV te klein is ? (OCMW medewerker gekend.)

Je krijgt toestanden waarbij een sociaal voelende linkse verontwaardigd afkomt met de armoedecijfers, en van een rechtse zak het antwoord krijgt dat die armen eigenlijk toch nog in een zekere luxe leven. Beiden hebben gelijk.

Eigenlijk is het zinloos om te proberen om te bepalen wat armoede is. Zijn er armen op onze planeet ? Iedere denkende mens zal daarop “ja” antwoorden. Is de strijd tegen de armoede zinvol ? Mijn antwoord is neen !

Ten eerste is armoede dus niet te bepalen. Daar kan je niet tegen strijden. Maar het gaat om iets veel fundamentelers: het gaat niet over armoede, maar om gerechtigheid. We moeten niet strijden tegen armoede, maar wel voor gerechtigheid.

Nu zijn er over gerechtigheid en rechtvaardigheid dikke boeken geschreven, onder andere redelijk recent nog door John Rawls, inspirator van o.a. Frank Vandenbroucke, ex-voorzitter van de SP-a – ja die van het geld dat moest verbrand worden !

Maar voor dat soort dingen ben ik niet slim genoeg. Ik wil het dus simpel houden.

Ik ken weinig mensen die de universele verklaring van de rechten van de mens in vraag stellen. Nu is dat een mooie verklaring, maar ook niet veel meer dan dat. Want neem nu het recht op huisvesting ? Algemeen wordt aangenomen dat dit wel een recht is, maar dat het onmogelijk is dat de staat dat recht garandeert. En toch: als de mensenrechten geen theorie blijven maar worden geïmplementeerd, is het probleem van de armoede opgelost. Voor de implementatie van de (materiële) mensenrechten is een basisinkomen boven de armoedegrens de meest aangewezen manier. 

Maar natuurlijk: dat is binnen het kapitalisme niet mogelijk. Als dat geen argument tegen het kapitalisme is ?

PS Je kan dit idee verder uitgewerkt vinden in mijn boek Eutopia op blz. 533 e.v. Eutopia kan je op deze website onder de rubriek Publicaties, gratis lezen en/of downloaden, ook in ebook formaat.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *