Over groei en bazuingeschal

De Groene Amsterdammer

Dirk Bezemer

Verwarring

De afgelopen maanden verschenen er boeken met titels als Ontspoord kapitalisme, Fantoomgroei en Ruw ontwaken uit de neoliberale droom – maar ook Met ons gaat het nog altijd goed. Wat is het nu

Dit artikel eindigt zo: “we weten dat de kapitalistische economie niet goed meer functioneert, maar nog niet waarom niet – en wat te doen.” Dat besluit komt er omdat de auteur enkele boeken heeft gelezen die mekaar tegenspreken over de stand van zaken in onze economie en bepaalde aspecten van de samenleving.

Maar waar haalt de auteur de stelling dat de kapitalistische economie niet goed meer functioneert ?

Ik denk dat de kapitalistische economie beter functioneert dan ooit tevoren: de ongelijkheid groeit en de rijken worden alsmaar rijker. 

Natuurlijk is er op dit ogenblik een crisis binnen het kapitalisme. Het is in een fase beland waarin de consumptie niet meer de productie kan volgen. Aan productiekant ligt dat aan de technologische vooruitgang en productiemethodes. Aan de consumptiekant is het verhaal dubbel. 

Enerzijds is er een middenklasse die gewoon genoeg of zelfs teveel heeft. Dat klinkt raar, maar als je ziet hoe gemakkelijk die mensen een nieuwe foon kopen; hoeveel geld ze uitgeven aan festivals en pretparken (ik noem zo maar wat); kortom aan wat eigenlijk luxe is, dan lijkt er op dat er een grens is bereikt van wat de middenklasse kan “verbruikt” krijgen. Bij de hogere middenklasse is de zaak nog duidelijker: er stond nog nooit zoveel geld op spaarrekeningen en de banken concentreren zich op propaganda voor beleggingen. Dat bewijst dat daar geld voor is. Die hogere middenklasse vindt blijkbaar dat ze dat geld niet nodig heeft om meer te consumeren.

Van de andere kant leidt de groeiende ongelijkheid tot een klasse van mensen op de grens van de armoede of er zelfs onder. Die mensen hebben gewoon geen geld genoeg om genoeg te consumeren om de sterk groeiende productie te kunnen volgen. Dat voor de toestand bij ons. Het verschil met elders in de wereld, ligt er enkel in dat daar het aantal armen veel groter is.

Er is dus wel een crisis binnen het kapitalisme, maar niet vàn het kapitalisme.

Zoals elk systeem kent het kapitalisme fases. Ik stel het simpel voor: het begint met een toestand waarin er een grote vraag is met een tekort aan aanbod. Dat leidt tot een sterke economische groei. In een tweede (korte) fase is er een evenwicht tussen aanbod en vraag. Een derde fase kent een groeiend te kort aan vraag en teveel aan aanbod.

Die opeenvolging van fases heeft niets te maken met beslissingen van economen of overheden. Ze is inherent aan het systeem als gevolg van de essentiële kenmerken van dat systeem: concurrentie, gerichtheid op winst, en de eigendom van de productiemiddelen bij privépersonen.

Concurrentie eist van de producent dat hij zijn producten zo goedkoop mogelijk op de markt brengt. Dat betekent: zo veel mogelijk producten in zo weinig mogelijk tijd. De slimste koppen worden ingezet om dat te verwezenlijken. Sterke en nooit stoppende groei van productie is daarvan het resultaat. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat de productie in het kapitalisme niet gericht is op behoeftebevrediging, maar op winst van de eigenaar van de productiemiddelen.

Leidt deze derde fase van teveel productiecapaciteit en te weinig consumptie dan tot het ineenstorten van het kapitalisme ? Neen, natuurlijk niet, want het kapitalisme heeft een efficiënt middel om het probleem op te lossen: de oorlog. De oorlog vernietigt de productiecapaciteit en tegelijkertijd is er na de oorlog grote nood aan levensnoodzakelijke producten. Even valt dan de nood aan behoeftebevrediging samen met de belangen van de kapitalist. Zo komen we na de oorlog dan weer in de eerste fase van de cyclus: economische groei.

Nu zal een beetje slimme lezer opmerken dat grote nood aan producten niet noodzakelijk leidt tot grote consumptie omdat voor die consumptie geld nodig is dat de mensen na de oorlog  niet (meer) hebben. Na een oorlog leeft een overgroot gedeelte van de bevolking in armoede. Maar dat de bevolking geen geld heeft, betekent nog niet dat het er niet is. Want in een oorlog zijn er naast verliezers ook altijd winnaars, niet enkel op het slagveld, maar ook in de economie. En zeker in de wapenindustrie. Het gaat er dan enkel nog om om dat geld op een of andere (op langere termijn op een winstgevende) manier bij de mensen te krijgen. Na de tweede wereldoorlog hebben we daar een mooi voorbeeld van gezien: het marshallplan.

Overloop nu de evolutie van de kapitalistische economie van de tweede wereldoorlog tot nu en je ziet precies wat ik heb beschreven. Als je er dan nog rekening mee houdt dat het systeem een aantal middelen heeft om de derde fase te rekken,  is het plaatje compleet. Voor wie het interesseert noem ik enkele van die rek-middelen: een sociale zekerheid die ook werklozen, zieken en ouderen toelaat om te consumeren; reclame; plaatselijke oorlogen. 

Ik geef toe: toen Bush Irak binnenviel heb ik gejuicht, net zoals bij de oorlogen in Afghanistan, Lybië, Syrië, Jemen… Die oorlogen hadden wel als nadeel dat ze ons een hoop migranten hebben opgeleverd, maar ze hebben ook de derde wereldoorlog zo ver uitgesteld dat ik er nog weinig last van zal hebben. Sorry voor dit cynisme. Ik meen dit natuurlijk niet. Integendeel: mijn hart bloedt bij de gedachte aan zovele veelbelovende jonge mensen die het verschrikkelijkste zullen moeten doorstaan dat de mensheid ooit is overkomen.

Maar niet getreurd: na de oorlog zal het systeem vrolijk opnieuw op gang komen en zullen de kinderen van de idioten die nu het kapitalisme verdedigen opnieuw rondbazuinen dat het kapitalisme het enige denkbare systeem is dat door groei de armoede uit de wereld zal helpen. Hun bazuingeschal zal al de aankondiging zijn van de volgende apocalyps. 

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *