Van identiteit naar internationale solidariteit

Doorbraak

Matthias Storme

Onze meervoudige identiteit

Weinig begrippen zijn vandaag moeilijker te vatten en meer omstreden dan het begrip identiteit. Enerzijds vereist een natie om werkzaam te zijn dat de leden ervan zich er tot op zekere hoogte mee identificeren, met name door middel van klassieke ingrediënten zoals taal, gemeenschappelijke geschiedenis, religie, gemeenschappelijke overtuigingen over eerbaarheid en fatsoen

Telkens opnieuw ondervind ik dat mensen niet precies weten waarover ze het hebben als ze de woorden staat en natie gebruiken.

Een staat is een grondgebied met een eigen onafhankelijk bestuur, en met een hiërarchische, politieke organisatie die gezag uitoefent over de plaatselijke bevolking. Het staatsgezag is gelegitimeerd door een vorm van recht, waarvan de naleving wordt afgedwongen met het geweldsmonopolie, het alleenrecht van de overheid op het gebruik van geweld. (Wikipedia).

belgië is een staat. Maar deze staat heeft een aantal onderwerpen van het bestuur gedelegeerd naar deelstaten (Vlaanderen, Wallonië)

Een natie is ook een staat, maar daar komt bij dat de bevolking op een of andere manier tot een gemeenschapsgevoelen is gekomen. Zoals Storme zegt, spelen daar taal, gemeenschappelijke geschiedenis… een rol in. 

Dikwijls probeert de staat ook om de bevolking tot dat gemeenschapsgevoelen te brengen door een volkslied, een vlag, gekleurde (heldhaftige) geschiedschrijving… Deze pogingen van de staat leiden niet altijd tot gemeenschapsgevoelen, maar wel tot patriottisme: de bevolking is bereid om de staat te vereren en te verdedigen.

Het gemeenschapsgevoelen is een noodzakelijke voorwaarde voor solidariteit. Onze sociale zekerheid is een vorm van solidariteit, georganiseerd door de natie belgië. Dat er een belgische sociale zekerheid bestaat is een teken dat belgië niet enkel een staat, maar ook een natie is (geweest).

De VS zijn een staat, maar geen natie. Door het feit dat de bevolking gevormd is door groepen van immigranten (de Angelsaksers, Italianen, Chinezen, zwarten…) en deze groepen altijd op zichzelf teruggeplooid zijn gebleven, is er geen Amerikaans gemeenschapsgevoelen ontstaan en dus ook geen sociale zekerheid. Wel is de staat er in geslaagd om een cultuur te ontwikkelen rond het volkslied, de vlag… en er bestaat in de VS dus wel patriottisme. Het is vanuit dat patriottisme dat de “Amerikaanse jongens” enthousiast zijn komen meevechten in, bijvoorbeeld, de Tweede Wereldoorlog.

De VS zijn een voorbeeld van een multiculturele samenleving en van een migratieland. Dit voorbeeld toont aan dat natievorming ernstig wordt bemoeilijkt door multiculturaliteit en migratie. Je kan zelfs de vraag stellen of natievorming dan wel mogelijk is.

belgië is een voorbeeld van een natie die uit mekaar valt. In mijn ogen lag dit uit mekaar vallen al vervat in het ontstaan van het land. Een van de elementen van gemeenschapsvorming is de taal. Het is niet voor niets dat er bij de oprichting van belgië werd van uitgegaan dat dit een eentalig Franstalig land zou worden met misschien een anderstalige sociaal en cultureel achterlijke en dus onbetekenende bevolkingsgroep. Deze eentaligheid is mislukt en daarmee is de splitsing van belgië als natie ingezet.

Daarbij kan je de taalgrens ook zien als een gedeelte van de niet formele en moeilijk te bepalen, maar wel niet te ontkennen grens tussen Noord- en Zuideuropa, waarbij een verschillende basis levensstijl en arbeidscultuur zeker een rol speelt. Ook het feit dat deze grens door belgië loopt heeft zeker gespeeld in de afbraak van de natiestaat.

Ik spreek me zeker niet uit over een verschil in waarde tussen de Noordelijke en Zuidelijke levensstijl. Het lijkt duidelijk dat de Noordelijke stijl en arbeidsethos leiden tot meer materiële welvaart. Maar het is maar de vraag of die welvaart ook leidt tot meer geluk. De meer ontspannen Zuiderlingen zijn misschien wel gelukkiger dan de meer prestatiegerichte Noorderlingen. Begin er nu niet over te zeveren dat er ook ontspannen Noorderlingen zijn. Natuurlijk gaat het over veralgemening. Er is niets mis met veralgemenen op zich. Daarzonder is denken onmogelijk.

In belgië zitten we dus met een dubbel proces. Er is allereerst de ontbinding van de natiestaat belgië, ingebakken in de belgische geschiedenis en kunstmatig afgeremd door een koningshuis dat de spil is van een grootkapitaal dat zich op de belgische staatsstructuur heeft geënt. 

Maar er is ook de recente migratie en multiculturaliteit. Als ik het nu over Vlaanderen mag hebben: deze factoren bemoeilijken de vorming van Vlaanderen als natie. De canon van Jan Jambon is een wanhopige poging om toch maar wat aan natievorming te doen.

Er is een factor die de Vlaamse natievorming op dit ogenblik sterk bemoeilijkt: de aanwezigheid van een migrantencultuur die zich ideologisch afzet tegen gemeenschapsvorming met de oorspronkelijke bevolking. Deze migrantencultuur situeert zich binnen de moslimgemeenschap. Hiermee geef ik aan dat niet elke moslim deelneemt aan deze afscheidingscultuur. Maar ze is onmiskenbaar sterk aanwezig en er zijn signalen dat ze uitbreiding neemt.

Een en ander maakt dat ik afscheid heb genomen van de natiestaat. De multiculturaliteit is in een geglobaliseerde wereld niet tegen te houden. Ook niet in Hongarije, Polen… die er wel erg hun best voor doen. 

In deze visie is het verschrikkelijk dat links de multiculturele samenleving propageert, niet beseffend dat het hiermee de natiestaat afbreekt, en daarmee ook de basis voor nationale solidariteit en sociale zekerheid.

Nu is de natiestaat voor mij ook geen doel op zich. Als we naar een wereld willen waarin de solidariteit wereldwijd is, wordt de natiestaat een rem. Een bepalende factor hierin is het feit dat de natiestaat over een bepaald grondgebied gaat. Conflicten tussen gemeenschappen zijn nooit uit te sluiten. Grondgebied kan militair verdedigd worden.

Ik ben er dus van overtuigd dat we de solidariteit grensoverschrijdend moeten organiseren in gemeenschappen die niet aan grondgebied gebonden zijn. Als er een conflict zou komen tussen de gemeenschap van metaalarbeiders (Europees) en die van de gezondheidswerkers, is er weinig kans dat dit conflict militair wordt uitgevochten.

In onze streken komen we uit een sociaal gecorrigeerd kapitalisme. Door de globalisering zal de terugkeer naar het pure kapitalisme zich hier onvermijdelijk doorzetten. Gezien de politiek in dienst staat van het kapitaal betekent dit de (geleidelijke) afbraak van de sociale zekerheid. Links voert hiertegen op dit ogenblik slechts een achterhoedegevecht.

Links staat dus voor de uitdaging om grensoverschrijdende gemeenschappen te vormen die los van de politiek solidariteit kunnen organiseren. Die gemeenschappen worden dan ook sterke wapens in de strijd tegen het kapitalisme.

Ik kan me vergissen in deze overtuiging en moet zeker kritiek aanvaarden. Maar ik denk wel dat het een piste is die onderzocht moet worden.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *