Sorry !
Heb ik in mijn blog van enkele dagen geleden, 16 april, aangezet tot haat tegen Van Ranst ? Bij sommige mensen is het zo overgekomen. Bij herlezen van mijn blog moet ik toegeven dat ik echt wel scherp en op het randje van gemeen heb gezeten. Misschien zelfs er over. Sorry, dus daarvoor.
Laat het in ieder geval duidelijk wezen dat ik niemand haat. Haat maakt iedereen ongelukkig, en zeker de hater. Wie gehaat wordt, kan zich daar nog boven zetten. De hater is altijd slachtoffer van zijn haat. Het is dus zeker niet mijn bedoeling geweest om aan te zetten tot haat.
Ik hoop voor Van Ranst en mij dat het nooit zal gebeuren, maar stel dat Van Ranst ooit als mens mijn hulp nodig heeft, dan zal ik er echt over nadenken of ik hem die toch niet zou willen geven. Vergeef me mijn zelfspot.
En toch blijf ik bij mijn kritiek op Van Ranst.
Daarbij zijn er meer objectieve elementen maar ook elementen die verbonden lijken met zijn persoonlijkheid.
Bij de objectieve elementen komt vooral naar voor dat Van Ranst drie petjes tegelijk opzet: dat van viroloog, dat van crisismanager, en dat van volksmenner.
Als ik het heb over volksmenner, dan gaat het er om dat het hier om een specifieke crisis gaat die het hele volk aanbelangt en betrekt, en precies omwille van het crisis-karakter de gewone politiek overstijgt.
Die combinatie is onaanvaardbaar.
Nu wil ik nog aannemen dat Van Ranst het goed bedoelt.
Maar dan kijk ik naar de beelden van de toespraak die hij hield op 22 januari 2019 in het bekende Britse ‘Chatham House’
Van Ranst had daar een interessante uiteenzetting kunnen geven van zijn visie op crisismanagement. Daarbij had hij – ik pik er een punt uit – terecht ( ! ) kunnen benadrukken dat in een crisis de eenheid van commando uiterst belangrijk is. Maar Van Ranst doet veel meer. Eigenlijk spot hij met de gewone burger die zich laat vangen door de manier waarop Van Ranst hem manipuleert. En daarvan word ik ambetant.
Van Ranst had er kunnen spreken als wetenschapper. Maar eigenlijk doet hij dat niet: hij maakt zichzelf interessant. Dat is narcistisch.
Voor een goed begrip: dat iemand narcistisch is, is geen reden om hem te haten.
Voor wie het belangrijk vindt: die toespraak in het Chatham House dateert van de griepepidemie van 2019 en niet van nu. Overigens leidt dat tijdsverschil ook tot een rare situatie: in 2019 ziet Van Ranst het als een kracht dat hij geen politieker is en dus niemand hem omwille van politieke voorkeuren afwijst. In 2021 laat Van Ranst in zowat alle sociale media zijn politieke voorkeur voor extreem links blijken, samen gaande met een grondige en agressieve afkeer (ik vermijd het woord haat) tegenover extreem rechts. Hij ondergraaft dus zijn eigen stelling en lijkt daardoor bewust een belangrijke kracht als crisismanager te hebben genegeerd. Waarom ?
Dat brengt me bij een kritiek die in mijn ogen fundamenteler is: Van Ranst heeft inderdaad door zijn agressieve bekentenis tot links te behoren, zijn boodschap als viroloog zwaar verzwakt.
Dat is een enorme verantwoordelijkheid. Hij geeft zelf aan dat rechtse mensen de richtlijnen niet hebben gevolgd omdat ze van de linkse Van Ranst kwamen. Ik ben in een verzoenende bui en zal hier dus niet expliciet wijzen op de mogelijke gevolgen daarvan.
Nu mag je van mij duizend maal aanhalen dat die rechtse mensen maar niet zo dom hadden moeten zijn – het is inderdaad dom ! – maar het gaat hier (ook) over gewone mensen die niet altijd rationeel reageren. Als er iemand om gewone mensen begaan zou moeten zijn, is het een linkse. Maar de linkse Van Ranst is niet begaan met die mensen, integendeel: op de Nederlandse TV spot hij er mee en vindt het grappig dat die rechtsen door tegen links te zijn slachtoffer worden van “natuurlijke selectie”. Het grappige bestaat er dan in dat “natuurlijke selectie” een perversie is die door rechts wordt gepropageerd.
Het is echt ontluisterend dat Van Ranst niet schijnt te beseffen dat hij door uit te komen voor zijn linkse sympathieën, zijn rol als viroloog en crisismanager verzwakt en daardoor het leven van rechtse mensen in gevaar brengt. Integendeel: hij spot er mee.
Neen, ik haat van Ranst niet, maar is het misschien niet zo dat Van Ranst zo ’n sterke haat tegen rechts koestert dat hij precies daardoor geen oog meer heeft voor bepaalde vormen van menselijkheid ?
En nu dus weer de vraag: mag ik het voorgaande schrijven ? Mag ik die kritiek geven op Van Ranst ? Wek ik daardoor haat op tegen Van Ranst ?
Bij mij wekt die kritiek geen haat op tegen Van Ranst. Maar ja, er zit bij mij wel een vorm van verontwaardiging en agressiviteit omdat ik een en ander als onrecht ervaar. Maar mag dat nog ?
Het probleem hier ligt er in dat het ook om zijn persoon gaat. Of liever: zijn persoonlijkheid.
Nu kan je verwijzen naar het principe dat je niet de persoon moet beoordelen, maar zijn daden, waardoor je een zekere vrijheid tegenover de persoon behoudt. In dit geval is er natuurlijk een probleem omdat die daden toch ook wel naar de persoon verwijzen. Dat vraagt een grotere inspanning om afkeer en haat te vermijden.
Inderdaad: ik balanceer dus op een slappe koord.
Toch denk ik dat de kritiek op Van Ranst nodig en relevant is, juist omdat het zich allemaal in het openbaar domein afspeelt. Ik ben er van overtuigd dat de aanpak van de crisis er bij wint als Van Ranst uit beeld verdwijnt.
Laat me besluiten met een oproep.
Aan de mensen van rechts: laat je door de agressiviteit van Van Ranst tegenover jullie niet verleiden tot stommiteiten in de beleving van de crisis.
Aan links: dek de stommiteiten van Van Ranst niet af met de mantel der liefde. Je versterkt er rechts mee.
Aan iedereen: er is slechts één haat toegestaan: de haat tegenover haat ! Nogmaals: of je haat je tegenstander echt raakt is nog maar de vraag. Maar in elk geval ben je zelf slachtoffer van je haat. Je wordt er niet gelukkiger door.
PS Ter attentie van mijn vrienden in de zorg en iedereen die de strijd tegen covid-19 ernstig neemt: mijn kritiek op Van Ranst impliceert niet een versoepeling van coronamaatregelen ! Integendeel !