Doorbraak
André Poortman: ‘Mag je volledig zelf beschikken over je leven?’
Laat me maar beginnen met te zeggen dat ik het niet weet. Maar het is wel de moeite om er over na te denken.
Wat voor mij wél duidelijk is: mijn zelfbeschikkingsrecht is niet absoluut. Mijn leven is niet van mij alleen.
Wie stelt dat ik op mijn eentje mag bepalen of ik wil leven of niet, moet aanvaarden dat ik ook tijdens mijn leven geen rekening moet houden met anderen. Of nog: het is een vorm van extreem individualisme.
Om duidelijk te zijn: het gaat hier niet om lijden, maar om het recht om als “gezonde” mens, uit het leven te stappen, omdat ik – ik – vind dat … Ja wat vindt iemand eigenlijk die zegt: het is voltooid; het is genoeg geweest; het werk is af… ? Heb ik dan het leven louter als een opdracht gezien ? Is het leven niet méér ?
Maar terug naar het zelfbeschikkingsrecht en het individualisme.
Als ik mijn leven zie als verbonden met het leven van anderen, nuanceert dit op zijn minst mijn zelfbeschikkingsrecht.
Je hebt de extreem liberaal denkende mens die het begrip vrijheid zo ver doortrekt dat het een ideaal wordt om zich zo weinig mogelijk van anderen aan te trekken.
Natuurlijk zal de andere waarmee ik rekening houd, een beperking zijn voor mijn vrijheid, maar een sociaal mens ziet méér: hij ziet de andere ook als een bron van vrijheid. Meer nog: als noodzakelijk voor mijn vrijheid. Zonder andere geen ik.
Dat leidt tot de vraag: kan ik zo maar enkel aan mezelf denken zolang er iemand van me houdt; bezorgd is om mij ? Kan ik zeggen: ik heb wel geen pijn, maar jouw liefde volstaat toch niet voor mij ? Houd ik nog wel echt van iemand als zijn liefde niet genoeg is om te blijven leven ?
Let op de vraagtekens !
Welke is de zin van het leven ? Duidelijk is dat mijn leven zinvol is zolang ik iets beteken voor anderen. Maar wordt het zinloos als ik weinig of niets meer kan betekenen voor anderen ? Kan ik nog blij zijn als ik niets meer kan geven, maar wel nog dankbaar kan zijn ? Kan ook dankbaarheid geen zin geven aan het leven ? Wat ik zeker weet: er is iets mis met iemand die niet dankbaar kan zijn.
Zou het kunnen dat de stervenswens bij een “voltooid leven”, verbonden is met een tekort aan bekwaamheid tot dankbaarheid ?
Begrijp me niet verkeerd: iemand kan tijdens zijn leven dankbaar geweest zijn, maar het in bepaalde omstandigheden moeilijk hebben met dankbaarheid. Ik beweer dus niet dat wie de wens tot sterven uitspreekt na een voltooid leven, een in zich ondankbaar mens is. Maar is het toch niet een opgave om ook dan nog te streven naar dankbaarheid en daarin zin te vinden om te blijven leven ?
Kan iemand verplicht zijn om dankbaar te zijn ? Heeft iemand het recht om te sterven als hij niets heeft om dankbaar te zijn of het gewoon niet kan ?
De liefde van anderen, iets betekenen voor anderen, dankbaarheid… geven zin aan het leven en stellen vragen bij de stervenswens.
Maar het gaat nog dieper. Wat als die liefde, dat iets betekenen voor anderen, die dankbaarheid er niet (meer) zijn ?
Misschien moeten we er toch eens over nadenken wat het betekent dat ik niet heb kunnen kiezen om geboren te worden. Ik ben in het leven “geworpen” zonder dat ik daar iets over te zeggen had.
Misschien hebben mijn ouders bewust er voor gekozen om kinderen te krijgen. Hun motivering daarvoor doet niet ter zake: het gaat het er om dat het leven in essentie samenhangt met het leven van anderen die het hebben gewild.
Misschien ben ik een ongelukje. Dan is mijn leven verbonden met de natuur, met iets wat eigen schijnt te zijn aan onze planeet: leven tout court. Mijn ouders hebben me dan wel niet gewild, maar op zijn minst wel aanvaard.
Mijn ontstaan is een natuurlijk gebeuren – alle medische “ingrepen” die er tegenwoordig bij te pas kunnen komen, veranderen daar op zich niets aan. Als mijn geboren worden een natuurlijk gebeuren is, zou mijn sterven dat dan ook niet moeten zijn ? En neen: de geneeskunde is hier niet mee in tegenspraak, integendeel, want ze helpt het leven met iets waar het met heel zijn zijn naar streeft: overleven.
Bij mijn geboorte heb ik in een onbewust proces dat natuurlijk gebeuren aanvaard. Als het goed is, zal ik afscheid nemen van het leven, bewust verzoend met dat andere natuurlijke gebeuren: sterven.
Sta ik in die laatste tijd waarin ik het gevoelen zou kunnen hebben dat mijn leven voltooid is, niet voor de opgave om me met die fase van het natuurlijke leven te verzoenen, net zoals ik me met alle andere fasen van mijn leven heb moeten leren verzoenen; met mijn puberteit… ouder worden… en nu dan voltooid leven ?
Als ik me met mijn sterven kan verzoenen, moet ik me dan ook niet met leven in een voltooid leven kunnen verzoenen ?
Is dat gemakkelijk ? Ik weet het niet, ik ben zo ver nog niet. Wat ik wel weet: het zal gemakkelijker zijn voor iemand die in de loop van zijn leven bewust is omgegaan met het element verzoening dat onmiskenbaar ten diepste met het leven verbonden is. Dat geldt overigens ook voor de verzoening met het sterven.
De andere, de liefde, geven, dankbaarheid, verzoening… het zijn sleutelwoorden in leven en sterven.
Die sleutelwoorden geven misschien geen antwoord bij de juridische vraag naar het recht op sterven. Maar wie ze niet in rekening brengt maakt van wet en rechtspraak wel een dooie boel.