Van feminisme naar de wereld van de kiekens

Sampol

Marleen Temmerman / Tine Maenhout

Feminisme heeft niets te maken met mannenhaat

Feministen zijn vrouwen én mannen die opkomen voor gelijke rechten voor vrouwen en mannen, overal ter wereld

Natuurlijk ben ik het er mee eens: vrouwen hebben gelijke rechten als mannen en mannen hebben gelijke rechten als vrouwen. Eigenlijk zou het geen thema mogen zijn: alle mensen hebben gelijke rechten.

Alleen: we komen van ver en zijn er nog niet helemaal; of zelfs nog lang niet.

De oorsprong van de discriminatie van de vrouw is simpel en duidelijk: het is een kwestie van macht; primitieve fysische macht. Zijn grotere kracht maakte dat de man de baas kon spelen over de vrouw, en dat heeft hij dus gedaan. Zo werd de vrouw bezit van de man. Dat bezit was dienstig in de werkverdeling waarbij vrouwen meestal de taken kregen toebedeeld die minder fysieke kracht vroegen, en vooral de vruchtbaarheid van de vrouw maakte haar waardevol. In de werkverdeling was ze nog vervangbaar door mannelijke slaven. Om de man kinderen te schenken, was de vrouw onvervangbaar.

Pas in 1827 ( ! ) ontdekte de embryoloog Karl Ernst von Baer de eicel. Tot dan dacht de wetenschap dat het nieuwe leven helemaal al aanwezig was in het zaad. De vrouw was enkel het veld waarin het zaad kon gedijen.

Kortom: de man was de mens en de mens had een vrouw als veld om zijn zaad in te storten en zich voort te planten.

Je kan dit primitief denken vinden, maar het heeft wel in zo wat alle culturen geleefd tot nog niet zo lang geleden. En in vele culturen leeft dit nog altijd. Je ziet het in ons straatbeeld. En we moeten eerlijk zijn: ook bij velen van ons zit ergens diep nog iets van dat evolutionair primitieve.

Het is goed dat vrouwen hiertegen in opstand gekomen zijn. Van mannen moest je natuurlijk niet verwachten dat ze iets aan die toestand wilden doen. Ze voelden zich er goed bij. En dus kregen de vrouwen ook tegenstand.

Dat vrouwen door die tegenstand in die strijd geradicaliseerd zijn, is niet meer dan normaal. Die radicalisering heeft dan geleid tot dwaze slogans als “baas in eigen buik”. 

Toen de rol van de eicel nog niet bekend was, achtte de man zich baas in de buik van zijn vrouw. Maar met de wetenschap van het samenspel tussen eicel en zaad, kan je nu niet naar het andere uiterste gaan en zeggen dat enkel de vrouw baas is in haar buik. Ik beweer niet dat je zo maar van totale gelijkheid mag spreken, want het is natuurlijk de vrouw die de lasten van de zwangerschap moet dragen, maar toch.

Ik hoop nu niet alle banbliksems van Marleen Temmerman, die ik zeer waardeer, over me heen te krijgen, maar ik ben het niet eens met de reproductieve rechten van de vrouw, waar Temmerman het over heeft en waarbij de vrouw het recht heeft om te beslissen hoeveel kinderen ze wil, wanneer en met wie. Kinderen zijn een aangelegenheid van man en vrouw samen. Natuurlijk heeft een vrouw het recht om te beslissen met wie ze een relatie wil aangaan, net zoals een man dat recht heeft, maar eenmaal die relatie aangegaan, zijn kinderen een gezamenlijke aangelegenheid. 

“Samen” is natuurlijk niet altijd gemakkelijk, maar als er één ding is dat de mensheid nodig heeft, dan is het de groei in het vermogen om samen te zijn en te leven.

Tegenwoordig biedt de wetenschap vrouwen de mogelijkheid om “alleen” kinderen op de wereld te zetten. Ik wil geen enkele vrouw er op aanvallen als ze om welke reden ook daarvoor zou kiezen, maar er ontbreekt dan dat samen, en dat is een fundamenteel aspect van menselijkheid.

De huidige tendens van individualisering met steeds meer mensen die “alleen blijven” is niet gezond en een regressie in de evolutie van de mensheid naar volle menselijkheid.

Gelijke rechten wil nog niet zeggen dat iedereen gelijk is. Je kan maar samen zijn als je verschillend bent.

Die verschillen vind je onvermijdelijk ook terug in de machtsverhouding. Je kan er niet omheen: zet twee mensen samen en er ontstaat een machtsstrijd, ook als ze zielsveel van mekaar houden.

Ik doe een terrasje en aan het tafeltje naast mij strijken vier vriendinnen neer. Het is duidelijk dat ze mekaar al langer kennen en ze hebben grote lol. Maar het kost me slechts enkele minuten om de pikorde in het clubje vast te stellen. Die pikorde lijkt daar geen probleem. Je hebt iemand die duidelijk dominant is en aan de top van de pikorde staat en een andere die zich er blijkbaar bij heeft neergelegd dat ze de laatste in de rangorde is. Dat hoort bij de verschillen tussen mensen: de ene mens is van nature dominanter dan de andere en dat uit zich als mensen samenkomen. 

Op dat vlak is de mens blijven steken op het niveau van de kiekens.

Is dat een probleem ? Dikwijls wel, maar het moet niet per se een probleem zijn.

Want we hebben iets wat kiekens niet hebben: zelfbewustzijn. Ik ben bekwaam om mij er van bewust zijn dat ik dominant ben.

Als je een goed samen zijn wilt, moet je je bewust zijn van je neiging tot dominantie, net zoals de andere zich moet bewust zijn van zijn neiging om dominantie over zich te aanvaarden. Vanuit dat bewustzijn kan je dan aan het werk gaan om te leren om op een gezonde manier met je dominantie-peil om te gaan.

En ja, er kunnen situaties zijn waarbij het goed is dat iemand dominant is en zijn dominantie wordt aanvaard. Leiderschap op zich is niet slecht. Maar altijd moet dominantie dienstbaar zijn en gericht zijn op het goede. En altijd moet de dominante bereid zijn en stimuleren dat de minder dominante mee aan bod komt. 

Belangrijk daarbij is dat ik als dominante besef dat er terreinen zijn waar ik dominant mag zijn omdat ik er “bekwamer” ben. Maar tegelijkertijd kan het niet zijn dat ik altijd en overal dominant ben.

Ik hoor je nu al zeggen dat we de dominantie eigenlijk moeten afschaffen: iedereen gelijk !

Het probleem is dat de dominantie bestààt; dat ze in de mens zit en je niet zo maar kan doen alsof dat niet zo is.

Ja dus tegen gelijke rechten, maar neen tegen gelijkheid. Gelijke rechten zijn het resultaat van die bewuste omgang met dominantie, gericht op het goede. Maar binnen die sfeer moet ongelijkheid kunnen.

Of nog: als een dominante leert om bewust goed om te gaan met zijn dominantie, groeit hij daarmee in menselijkheid; net zoals een niet dominante dat leert door op te komen voor zichzelf.

Pak me die kans om te groeien in menselijkheid niet af door iedereen gelijk te maken.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *