Spiritualiteit

Ignis

Rick Timmermans

Renate Cauwels: “Ik voelde Gods liefde wegdeemsteren”

Renate Cauwels was begin twintig toen God haar “een groot liefdesavontuur” binnenlokte, om een aantal jaar later volledig uit haar leven te verdwijnen. Hoe houdt ze die stilte vol

Nogal wat mensen haken al af nog voor ze de woorden “God lokte haar een groot liefdesavontuur in” helemaal gelezen hebben. Ik kan dat begrijpen. Het is een taaltje dat past binnen een kliekje van gelijkgezinden, maar waar gewone mensen geen voeling mee hebben.

Het gaat om een vorm van mystiek: een geloofsbeleving waarin emoties een grote rol spelen. Voor mij mag dat. Een mens heeft recht op zijn emoties. Het mooie aan de mystiek van Renate (eigenlijk van alle “goede” mystiek) is dat de mystiek haar dichter bij haar medemensen brengt, en een bron is van goedheid, en, natuurlijk: dat hij haar gelukkig maakt.

Als ik nu lees wat ik zelf schrijf word ik wel wat jaloers op Renate. Maar er is niets aan te doen: die mystiek is aan mij niet besteed.

Alle mystici hebben het over “de nacht”. De afwezigheid van God. Ze hebben zijn aanwezigheid sterk ervaren, en dan stopt die ervaring en overvalt er hen een diep gevoelen van leegte en gemis.

Ik vind zo iets nogal normaal: een van de belangrijkst eigenschappen van emoties is dat ze voorbijgaan. Gelukkig maar.

Mystici slagen er dan in om door “innerlijk leven”, de emoties te cultiveren en lang in stand te houden. Maar vroeg of laat komt de basis-eigenschap van emoties toch weer naar boven en gaan ze voorbij.

Nogmaals: ik kijk niet neer op mystieke ervaringen en op de spiritualiteit die er mee verbonden is. 

Integendeel: als er iets is wat mensen de dag van vandaag missen, dan is het spiritualiteit.

Overal om me heen zie ik mensen wiens innerlijke wereld verschrompeld is tot triestig leeg materialisme. Ze leven voor comfort, genot, aanzien, carrière… bij sommigen, de slechte mensen, komt daar ook nog macht bij.

Ze ontwikkelen daarbij een vorm van mede-leven met anderen die feitelijk gewoon de toepassing is van het liberale principe dat het leven aangenamer is als je niet te veel ruzie maakt. Hun goedheid voor anderen is eigen belang. Dat kunnen aangename mensen zijn – dat hangt ook van hun temperament af – maar als het er op aan komt, heb je niets aan ze, want dan word je een last. In nood ken je je vrienden.

Een aantal van hen slagen er in om wat dieper medelevend te zijn als het gaat om hun naasten: bloedverwanten, familie… Ja natuurlijk vind ik het mooi als een familie hecht aan mekaar hangt. Maar als goedheid zich beperkt tot eigen volk, is ze toch maar eng en eng-geestig.

Je mag die houding “natuurlijk” vinden. Gewoon menselijk. De mens is gewoon zo.

Maar daar komt dan juist de religie en zeker het christendom op de proppen, want die roepen de mens op om niet tevreden te zijn met zijn huidige niveau van menselijkheid, maar te groeien in menselijkheid. In bijbelse taal: om te groeien naar een mens naar Gods beeld en gelijkenis. Die God is liefde.

De idee van een God gaat per definitie over iets wat geen einde kent. Het gaat over een liefde die geen einde kent. Een liefde die  niet stopt bij familie, naasten, vrienden, aangename mensen, maar verder gaat naar mensen die ik niet spontaan zou liefhebben; naar mensen die mijn liefde eigenlijk niet waard zijn…

En neen, niemand kan van mij eisen dat ik zo maar dadelijk in staat ben tot die liefde tot het uiterste. Ik ben God niet. Ik heb er recht op om te falen. Ik ben nog lang niet aangekomen. Vermits ik God niet ben, zàl ik ook nooit aankomen. Maar Jezus en de evangelies roepen me wel op om op weg te gaan.

Vermits het niet om een “natuurlijk” iets gaat dat spontaan ontstaat, vraagt het van mij een bewuste inspanning. Dan begint spiritualiteit.

Spiritualiteit is een geestelijke activiteit waarin de mens zich oefent. Het is een training om steeds meer bekwaam te worden om kansen te zien om “goed te zijn”. Vroeger werd aan de mensen aangeleerd dat ze moesten proberen te vermijden om slecht te doen. Om zonde te vermijden. Maar echte menselijkheid is daarmee niet tevreden. 

Als ik ’s avonds mijn dag overloop ontdek ik soms/dikwijls/té dikwijls dat ik de kans heb laten liggen om iemand al was het maar met een juist woord een beetje te steunen. Ik heb het zelfs niet gezien dat die kans er was omdat ik teveel met mezelf bezig was.

Dàt is spiritualiteit: training in het zien van kansen; training in het los komen uit mijn eigen wereldje zodat ik door mijn eigen wereldje niet geremd word om binnen te treden in de wereld van anderen; kortom training om te groeien in echte menselijkheid naar Gods beeld en gelijkenis van Liefde.

En neen, dus  dat heeft niets van doen met emoties of sentimentaliteit, maar is keihard, precies omdat het over God gaat en dus eigenlijk mijn krachten te boven gaat.

Nu moet je natuurlijk niet bewust gelovig zijn om die weg op te gaan. Maar je moet op zijn minst wél bewust mens zijn.

En neen, God op zich is geen kracht daartoe. Hij is geen krachtvoer.

Maar als ik me onderdompel in de mythe en God zie, en vooral hoor als de fluisterende roepende, mij oproepende om zijn weg te gaan, dan wekt dat wel kracht in mij, want een oproep op zich al zet aan tot inzet.  

En Renate ?

Zij heeft de emotionele fase gehad. Die is voorbij. Eigenlijk was het gemakkelijk toen ze zich kon laten drijven op emoties. Nu staat ze voor de opgave om over te schakelen naar echt geloof; naar de onbewijsbare overtuiging dat het anders moet en kan; naar de eigen wereld vol dorheid en onvruchtbaarheid, met het constante besef van er nog niet te zijn, van mislukking; de wereld ook van haat en oorlog.

Maar wie een innerlijk leven ontwikkelt dat de oren spitst voor de fluisterende God, ontdekt tegelijkertijd een nieuw soort geluk. Niet het geluk van de mens als alles goed gaat, maar het geluk dat standhoudt in mislukken en lijden. Mislukken en lijden trekken de mens in zichzelf. De liefde bestaat er precies in dat de mens zich loswerkt uit die ik-betrokkenheid. De mens stapt dan in een andere wereld, de wereld van God en die is niet kapot te krijgen.

Het beeld van Jezus op zijn kruis is verschrikkelijk. Het is een extreme uitvergroting van dat mislukken en lijden. Maar het wordt gevolgd door dat van de verrezen Jezus, dat van God die het lijden overwint. En neen, die overwinning komt er niet nà het lijden.

In het verhaal volgen de zaken op mekaar. Maar in Gods werkelijkheid gebeurt de verrijzenis al tijdens de kruisiging. Dàt is de betekenis van God als de eeuwige, de tijdloze.

Iedere religie of godsdienst worstelt met het probleem van het lijden. Voor mij is er geen diepere visie dan die van het christendom. 

Ja natuurlijk: dat christelijke verhaal is mythe. Maar opnieuw: de onderdompeling in de mythe wekt kracht. Ook die bewuste onderdompeling is spiritualiteit.

En nu maar hopen dat ook mijn taaltje er geen is van een kliekje gelijkgezinden.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *