Ignis
Vluchtelingen en hun dankbaarheid
Een mooie meditatie van André Cnockaert.
Ik denk dat het belangrijk is om het fundamentele aanvoelen er van in ons levend te houden. Daar kom ik op terug.
Maar zoals in elk goed verhaal gebeurt er een proces van identificatie: normaal is het het hoofdpersonage waarmee je je identificeert en je beleeft het verhaal dus met de ogen en het hart van dat personage. Als die identificatie niet gebeurt krijg je een saai verhaal, boek of film.
Als je je identificeert met het Joodse volk dat een thuisland van melk en honing vindt, dan zal je daar blij om zijn. Cnockaert is een jezuïet. Je mag van hem dus verwachten dat hij dat spel met je speelt.
Maar wat met de andere personages waarmee je je niét identificeert ? Wat met de mensen die er al woonden, in dat land van melk en honing ? Wat met de mensen van Jericho, de stad die de Joden met een schitterende list wisten in te nemen ? Wat met de autochtonen die uit hun huizen werden verdreven en wiens melk en honing in de monden van de migranten verdwenen ?
Het pijnlijke aan het hele verhaal is dat althans een gedeelte van het Joodse volk het verhaal nog niet zo lang geleden heeft overgedaan. We kennen de toestanden in Israël – Palestina van nu.
Nogal wat mensen die zich christen wanen zien het Oude Testament als integraal deel uitmakend van de christelijke leer. Ik gebruik moet opzet het woordje leer om mezelf de kans te geven om te benadrukken dat het christendom geen leer is, maar een boodschap. Het is precies omdat die mensen het christendom als een leer zien dat ik ze “zich christen wanend” noem.
Je kan er niet omheen dat er iets mis is met de God van de Joodse volk die dat volk naar het Beloofde Land heeft geleid. Hij was een oorlogvoerende God.
Nu moet je de zaken natuurlijk in hun historische context zien: ook het begrip God is geen vaststaand gegeven. Doorheen de geschiedenis zijn mensen altijd maar beter beginnen te begrijpen wat dat begrip God eigenlijk inhoudt. Ik heb op zich dus geen kritiek op het godsgeloof van de Joden in de tijd van Mozes en consoorten. Maar er ontstaat natuurlijk wel een probleem als je blijft steken in dat verouderde godsbegrip. Ik kom veel mensen tegen die zijn blijven steken. Soms denk ik dat ik de enige ben die God kent.
Nu moet ik doen opmerken dat de Zionisten die Israël hebben gesticht niet per se godsdienstig waren. Ze waren Jood, maar daarom nog niet gelovig. Hun actie was juist ingegeven door de idee dat ze het beu waren om te wachten op de Messias die Jahwe zou sturen om het volk weer naar het beloofde land te sturen en hebben dus maar het heft in eigen hand genomen: zie je wel Jahweh, we kunnen het ook zonder jou !
Neen, ik wil van deze blog geen reflectie over migratie maken en met mijn betoog over het Joodse volk als agressor die het land van melk en honing binnenviel, kritiek geven op – laat ons zeggen – een open grenzen beleid. Het gaat voor mij nu niet over “omvolking”.
Maar in een interview kom ik Pierre Kompany tegen, de burgemeester van Ganshoren, en ja, de vader van de voetballer. De titel van dat interview: “Je kan niet én christen zijn én tegen migratie.”
Natuurlijk kan ik christen zijn én tegen migratie.
Ik heb het hier natuurlijk niet over de migratie van enkelingen, en zelfs niet over een migratie van ganse volksstammen of een massale migratie op zich. Maar als christen identificeer ik me niet enkel met de “mensen van elders” in nood, maar ook met de “mensen van hier”. En dan liggen de kaarten niet meer zo simpel.
Ik moet hier het migratieprobleem niet bespreken. Tenslotte heb je vele motieven voor migratie en vele soorten migratie. Ik ben er van overtuigd dat er situaties zijn waarin migratie onvermijdelijk is. Daar ga ik hier niet op in.
Maar het gaat er wel over dat ik ook als christen nog een beetje rationeel moet blijven.
Als christen wringt het me dat ik de verdedigers van de migratie zo weinig actie zie voeren voor een grondige hervorming van onze wereld zodat vele vormen van migratie niet meer nodig zijn. Christenen geraken, als het over arme landen gaat, dikwijls niet verder dan liefdadigheid.
Ik begrijp niet dat de mensen die betogen voor het staatssecretariaat van Asiel en Migratie, of hongerstaken in de Begijnhofkerk in Brussel, niet van daar doortrekken naar het Ministerie van Buitenlandse zaken; net zoals ik niet begrijp dat christenen, samen met anderen, niet massaal op straat komen om van belgië te eisen dat het actieve stappen onderneemt om de vrede in Oekraïne te bevorderen. Ik vind het onvoorstelbaar dat een heiden als Hedebouw de Harmeldoctrine
https://nl.wikipedia.org/wiki/Harmeldoctrine
terug naar boven moet halen. Dat had van christenen moeten komen. Op zijn minst had ik uit christelijke hoek massaal steun moeten zien voor zijn voorstel.
Maar natuurlijk: het christendom is geen activisme. Activisme moet een gevolg zijn van christen-zijn, want christen-zijn is ook meer.
Daar heeft Cnockaert gelijk in: hij trekt de aandacht op die ene mens. Als het niet om die ene mens gaat, gaat het ook niet over de vele mensen. Dàt blijft dus belangrijk: wat ik ook denk over migratie; hoezeer ik ook inzie dat bepaalde vormen van migratie niet passen bij onze samenleving; zelfs als ik actief zou strijden om bepaalde vormen van migratie tegen te gaan…: als ik voor die ene mens sta, moet ik mijn oren spitsen en Gods gefluisterde oproep horen: dit is een mens om lief te hebben.
Als christen kan ik tegen migratie zijn, maar niet tegen deze migrant.