In mijn blog van vorige zondag stelde ik dat elke grote levensbeschouwing het heeft over de omgang met het lijden. Ik heb een korte vergelijking gemaakt tussen christendom en boeddhisme. Vandaag wil ik wat dieper ingaan op de christelijke benadering.
De Zoon van God sterft op een kruis. Dat het lijden een “cruc”iaal thema is in het christendom is dus overduidelijk.
Laat me eerst duidelijk maken dat het christelijke verhaal in essentie een mythe is. Je kan oeverloos discussiëren over de historische werkelijkheid. Is het allemaal gebeurd zoals het wordt verteld ? Maar het verhaal op zich moet benaderd worden als een mythe: een verhaal waarbij de historische werkelijkheid in se niet van belang is, maar dat wél een boodschap geeft, een interpretatie van de vertelde werkelijkheid.
Het verhaal zelf wordt verteld vanuit een “persoonlijke” interpretatie, in het geval van een mythe door een groep mensen, hier de eerste christenen. Maar bij de beluistering van elk verhaal is er ook een persoonlijke benadering. Er zijn dus altijd verschillende manieren om naar een mythe te kijken.
De Zoon van God sterft op een kruis.
Het christendom gaat het lijden niet uit de weg.
Een klassieke theologie rond dat kruis is dat Jezus sterft om de mensheid te verlossen van de zonde. Zijn kruisdood is een offer.
Als mens van nu vind ik dat dikke nonsens, maar voor de mensen van die tijd was het een perfect aanvaardbare these. Ik moet dus door die theologie heen kijken.
In ieder geval is het zo dat vanuit de theologie duidelijk wordt dat de christen niet vlucht voor het lijden, maar sterker nog: het lijden aanvaardt.
Het lijden is aanvaardbaar als het zin heeft.
Dat klinkt raar. Kàn lijden zinvol zijn ?
We moeten het niet zoeken omdat het zinvol zou kunnen zijn, maar als het zin heeft kunnen we er mee leven en houdt het ons niet weg van geluk.
Volgens de christelijke mythe kan lijden zinvol zijn.
Merk op dat “zinvol” geen objectief begrip is, doch fel subjectief: “Kan lijden zinvol zijn ?” wordt dan: “Kan ik zin geven aan (mijn) lijden ?”
Zoals altijd moet ik nu terugkomen op de kernboodschap: God is liefde.
Die kernboodschap geeft me het antwoord: lijden kan zinvol zijn binnen de beleving van liefde.
“Verlossen van zonde” en “offer” worden dan belevingen van liefde.
Een van de belangrijke problemen bij lijden is de kwadratuur er van: lijden maakt dat de mens op zich zelf gericht wordt. Daardoor vermenigvuldigt het lijden zich met zichzelf. Diep beleefde liefde houdt de aandacht weg van zichzelf en reduceert op die manier het lijden.
Maar reductie van het lijden is niet het doel van de liefde.
Anders dan bij het boeddhisme of de mindfulness van Edel Maex, zijn liefde en mededogen geen middel bij de omgang met het lijden. Ze zijn een doel op zich.
Neen, een christen zoekt niet naar lijden. Ook een christen zal proberen om het lijden te vermijden. Daarbij kunnen de inzichten van het boeddhisme helpen. Maar ergens stopt voor de christen het vermijden van lijden: als hij lief heeft.
In de geschiedenis van Jezus leidt dit lijden uit liefde tot de totale overgave, tot de dood toe.
Ik denk niet dat de liefde waar ik als mens toe in staat ben dat van me vraagt. Als ik mezelf verlies kan ik niets meer betekenen voor de andere. En: ik ben God niet en kan niet, zoals Jezus, rekenen op mijn goddelijke vader om mij ten hemel te voeren. (Mythische taal ! )
Maar het verhaal geeft op een extreem uitvergrote manier wel aan waar het over gaat.
Het gaat hier niet over oppervlakkige bedenkingen, maar over werkelijkheid in de diepte van mijn wezen.
Het is voor een mens niet evident om die diepte te bereiken. Het gewone leven houdt hem aan de oppervlakte en nogal wat mensen zoeken zelf constant naar uitwegen om maar niet met die diepte geconfronteerd te worden. Het vraagt bewuste inspanning om de mythe in het eigen leven tot werkelijkheid te laten worden.
Daarom stelde ik vorige week al dat niet enkel een boeddhist, maar ook een christen geestelijke oefeningen nodig heeft.
Onder deze blog vind je een meditatie, aansluitend bij ons thema.
Ze vertrekt vanuit de Pietà van Michelangelo. Merk op dat dit beeld puur “zen” is.
Bedenk daarbij dat een mythe niet vraagt om rationele overdenking, maar om tot zich laten doordringen van wat eigenlijk onzegbaar is.