Oikos
Goede voorouders, gelukkige nakomelingen
Zijn wij goede voorouders ? Natuurlijk niet. Daarin heeft Krznaric groot gelijk.
Nogal wat mensen slagen er zelfs niet in om goede ouders te zijn.
Het aantal mensen dat er niet in slaagt om goede ouders te zijn, gaat in stijgende lijn. De reden is simpel: hun kinderen zijn er voor hen. Ze “hebben” kinderen.
Verder kom ik er wel op uit hoe dat komt.
Krznaric voert “le noble sauvage” op.
Dat “le noble sauvage” wél kon denken op lange termijn is interessant, want het toont aan dat het mogelijk is. De mens is niet van aard zo dat hij niet bekwaam is om op lange termijn te denken. De mens kàn het.
Maar hoe komt het dan dat ik in eerdere blogs heb gesteld dat de overgrote meerderheid van de mensen het niét kan; en dat ik toen nog dacht dat het gewoon in de menselijke aard zou liggen ?
Ja, ik dacht toen aan de mens zoals ik hem overal rond mij ontmoet en zeker ook aan mezelf en ik wist niet wat Kraznic me nu vertelt over de bekwaamheid van de primitieve mens om wél op lange termijn te denken.
De primitieve mens kan het dus wel. Waarom de “beschaafde mens” dan niet ?
Mensen van vroeger konden het. Waarom mensen van nu dan niet (meer) ?.
Ik ben niet slim genoeg en een blog is ook niet de juiste plaats om hier een exhaustief antwoord op te geven. Maar laat mij een factor aanhalen die zeker meespeelt: de primitieve mens en de mens van vroeger was in overlevingsmodus.
De mens van nu, hier bij ons, is dat niét.
Ook de armen niet. Armen bij ons zijn niet bedreigd in hun fysiek bestaan. Hun armoede bestaat er niet in dat ze moeten vechten om te overleven. Hun armoede bestaat er in dat ze moeten vechten om hun welstand te behouden.
Om het lapidair te duiden: kinderen die met een lege brooddoos naar school komen, hebben wel een GSM. Zeker hun ouders hebben er een.
Voor de oprecht linkse mens die nu al tegen het plafond hangt van verontwaardiging omdat ik de armoede in onze samenleving relativeer: ik doe dat niet. Die armoede is reëel en onaanvaardbaar. Maar ze is van een andere aard dan de overlevingsarmoede.
Beweer ik nu dat overlevingsarmoede zo maar tot lange termijn denken leidt ? Neen natuurlijk niet.
Wie echt moet vechten om te overleven is niet bezig met zijn voedsel voor overmorgen, maar met zijn eten van vandaag.
Maar ik had het over overlevingsmodus. Die valt niet samen met armoede.
Primitieve volkeren en onze boeren van vroeger leefden in overlevingsmodus, maar ze waren niet arm.
Alleen was heel hun voelen, denken, handelen… bezig met de zorg om te overleven.
Armoede leidt tot korte termijn denken. Overlevingsmodus leidt tot lange termijn denken omdat je niet kan overleven zonder plannen en maatregelen voor de verre toekomst.
Om het met een beeld duidelijk te maken: een boer die enkel denkt aan de dag van morgen, zal nooit oogsten. En als hij niet denkt aan de volgende jaren zal zijn veld na korte tijd onvruchtbaar worden.
Die boeren maakten kinderen om iemand te hebben die op hun oude dag voor hen zou zorgen en om later de boerderij over te nemen. En ze zagen hun boerderij als iets voor altijd. Ze dachten niet enkel aan overmorgen, niet enkel aan de volgende jaren; ze dachten over generaties heen.
Die vorm van denken is in onze “moderne” wereld nergens nog voor nodig.
Voor het overleven rekenen de mensen op de staat.
Natuurlijk willen ook nu mensen de beste toekomst voor hun kinderen. Maar die toekomst waarborgen ze niet in een visie van eeuwen. Die toekomst waarborgen ze door de juiste kinderopvang te zoeken. Enkele jaren later zullen ze de juiste school zoeken. En Hyacint zal misschien ook nog de juiste schoonzoon zoeken. Maar het is allemaal korte termijn denken.
Ondertussen speelt natuurlijk ook nog een vorm van post-modernisme mee: de ontgoocheling over de moderne tijd die droomde van een schitterende toekomst is verdampt. We hebben gedacht dat de wetenschap alles zou oplossen. Niettegenstaande de vooruitgang van de wetenschap blijven de mensen kapot gaan aan stress. In Europa hebben we gedacht dat we bezig waren aan een eeuwige vrede. Niet dus. Welke toekomst is er eigenlijk nog met een constante dreiging van een nucleaire oorlog ?
Mensen durven niet meer aan de toekomst denken. Een bijkomend gevolg is dat ze de lessen geschiedenis onbelangrijk vinden. Wie geen toekomst ziet, heeft ook geen oog voor het verleden. En zo ontstaat de vicieuze cirkel, want wie geen oog heeft voor het verleden, kan ook geen oog hebben voor de toekomst; en wie geen oog heeft voor de toekomst…
Tenslotte: we zijn beland in een consumptiemaatschappij waarin de mens dag en nacht tot in zijn onderbewustzijn toe wordt bestookt met de boodschap dat hij moet bezitten en genieten.
Zowel het pessimisme over de toekomst als de genotcultuur leiden tot het “Ik wil alles, en ik wil het NU”.
De boer van toen en de primitieve mens ging niet kapot aan het feit dat hij geen terrasjes kon doen (covid). Hij kende geen knaldrang. Als er iets van korte termijn is, is het een knal.
Ik zal nu maar niet beginnen zeker over de religieuze mens tegenover de heidense mens die enkel de mens als referentiekader heeft, terwijl God toch iets te maken heeft me de eeuwigheid ?
Kortom: het hele pleidooi voor lange termijn denken slaat nergens op in een samenleving die mensen vormt die niet op lange termijn kunnen denken.
Als je die mensen dus tot het gewenste gedrag wil brengen moet je ze manipuleren (beloning en straf, subsidies en taksen) of dwingen. Je komt sowieso in een vorm van autoritarisme terecht.
Dàt is het drama van Groen.