Het kapitalisme is het slechtste van alle slechte systemen.

Oikos

Dirk Holemans

De catalogus van systeemfouten

De Britse denker Tim Jackson ­omschrijft in zijn boek Voorbij de groei het kapitalisme als een catalogus van systeemfouten. Wie deze krant leest, ziet hoe er elke dag wel een systeemweeffout in de aanbieding staat. De ­gevolgen zijn nochtans niet min, ze vergroten de ongelijkheid en ondergraven het ecologische fundament van onze toekomst

Zoals altijd (of toch bijna altijd) heeft Dirk Holemans gelijk.

Het mooie aan zijn verhaal is dat hij niet enkel problemen ziet, maar ook oplossingen aanreikt.

Het niet zo mooie is dat die oplossingen systemisch dode letter blijven omdat ze niet beantwoorden aan de wetten van het kapitalistische systeem.

Ik geef één voorbeeld.

Voor het monetair probleem geeft Holemans als oplossing: “Wat als regeringen snel en kordaat hadden ingegrepen door overwinsten van olie- en gas­bedrijven af te romen en de marktmacht van multinationals in te perken.” 

Holemans moet toch weten dat binnen het kapitalisme regeringen niet krachtdadig kúnnen ingrijpen omdat in het kapitalisme de macht bij het kapitaal ligt en de politiek de uitoefening is van de macht, dus de macht van het kapitaal.

Regeringen kunnen slechts krachtdadig ingrijpen als dat ingrijpen het kapitaal ten goede komt. In dit geval: ze zullen de overwinsten slechts afromen als dat geld nodig is om de consumptie op peil te houden.

Om het nog concreter te maken: je denkt toch niet dat de energiepremie bedoeld is om sukkelaars toe te laten om zich in de winter warm te houden ? Die premie wordt ons door de politiek voorgesteld als “sociale bekommernis”. Ik kan me voorstellen dat er zelfs politiekers zijn die oprecht menen dat dat zo is. Laat ze dan wakker worden: die premie is enkel bedoeld om de koopkracht, en dus de consumptie te redden.

Maar ondertussen heeft de arme man toch maar verwarming ? Als het systeem de consumptie in stand houdt, vaart de gewone man daar toch goed bij ? Is het dan geen goed systeem ?

Holemans heeft het over systeemfouten.

De systeemfout zit veel dieper: ze zit in de verhouding productie – consumptie binnen een vrije markt.

Eenvoudig: door de concurrentie moet de producent zo goedkoop mogelijk produceren en dus zijn werkvolk zo weinig mogelijk betalen. Maar hij heeft zijn werkvolk ook nodig om zijn producten te kopen en dus moet hij het zeker genoeg betalen. Tja, dan lijkt het niet moeilijk: betaal je werkvolk zoveel dat het je producten kan betalen. Hou gewoon de zaak in evenwicht. Maar dan komt de systeemfout terug: door de concurrentie is er in de praktijk bijna nooit dat evenwicht, want er komen altijd momenten dat de producent gedwongen wordt om zijn werkvolk minder te betalen omdat hij anders verliest op de markt.

Er is in feite nooit een evenwicht tussen productie en consumptie. En het onevenwicht leidt altijd naar een teveel aan productie omdat er die andere factor is: de productie is gericht op winst. Maar daar wil ik hier nu niet dieper op in gaan.

Onevenwicht betekent crisis. Die crisis evolueert van licht naar ernstig.

Overloop de evolutie van onze economie na de Tweede Wereldoorlog.

We zijn toen begonnen met een grote nood aan productie. Om de groeiende productie geconsumeerd te krijgen hebben we onze sociale zekerheid uitgevonden. Maar de productiecapaciteit is blijven groeien (door de concurrentie en de winst als doel) en we zijn van crisis naar crisis gegaan.

Bij elke crisis hebben de centrale banken ingegrepen. Maar vermits ze niet ingrepen op de fundamentele systeemfout was hun remedie slechts gemorrel in de marge. Ze veranderde de grote lijn van de evolutie niet en zo kwamen we terecht in een opeenvolging van als maar zwaardere crisissen.

Tot het punt waar we nu staan: een ultieme crisis die met ingrijpen van de centrale banken niet op te lossen is. Een crisis waarop het systeem nog slechts één antwoord heeft: een grote oorlog.

Je kan de crisis heel kort samenvatten: er is een enorme overproductiecapaciteit (de uit de hand gelopen kapitaalaccumulatie) en als er overproductiecapaciteit is, betekent dat ook dat er te veel mensen zijn die kunnen produceren.

We zitten dus met een groot teveel aan fabrieken, machines … en aan mensen.

Het gaat niet om een plaatselijk probleem van de Vlaamse economie. Het is een wereldprobleem.

En dus kan enkel een wereldoorlog de oplossing bieden: na de oorlog zijn zowel de fabrieken als de mensen kapot gebombardeerd.

Als er dan nog iets en iemand overschiet kan de evolutie van na de Tweede Wereldoorlog opnieuw beginnen.

Sommigen zeggen dat het kapitalisme het beste is van alle slechte systemen. Misschien is het tijd om te beseffen dat een systeem dat systemisch leidt naar de volgende wereldoorlog het slechtste is van alle slechte systemen.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *