Vandaag vieren we de eerste zondag van de advent, de voorbereidingstijd op Kerstmis.
De kerk kent twee feesten waar een voorbereidingstijd bij hoort: Kerstmis en Pasen. De Advent en de Vasten.
Voor mij met mijn sterk ontwikkelde spiritualiteit zijn die voorbereidingstijden eigenlijk overbodig. Want iedere dag is tegelijkertijd een voorbereidingstijd op Kerstmis, maar ook Kerstmis zelf en een voorbereiding op Pasen, maar ook Pasen zelf.
Maar voor jullie, spiritueel onderontwikkelden , is het goed dat die feesten worden gespreid in de tijd.
Ooit las ik in het parochieblad een artikel onder de titel “Wat moet ik weten over de advent ?”
Wat moet ik weten ? Ik moet niets.
De advent is geen essentieel onderdeel van de christelijke boodschap. De advent is gewoon een spirituele oefening.
Het is zelfs een spirituele oefening die voor mensen van deze tijd wel wat “modernisering” nodig heeft, omdat ze vermengd zit met allerlei theologische constructies die ooit begrijpelijk en zinvol waren; maar nu niet meer.
Neem nu de idee van een Messias: een redder die komen zal.
Het is volkomen begrijpelijk dat mensen in de tijd van toen rekenden op een Messias. Om het een beetje simpel maar duidelijk voor te stellen: ze kenden enkel een leven dat gedomineerd werd door een koning die heerste over het grondgebied. Een koning die alle macht over hen had. Iets anders was ondenkbaar. De koning bepaalde het reilen en zeilen van de samenleving, het leven van de mensen. Een “goede” samenleving was dus enkel mogelijk met een “goede” koning; met de komst van eindelijk een goede koning; want tot dan waren de koningen nooit goed geweest.
Daarna ook niet.
Het Jodendom was diep doordrongen van de idee dat het Joodse volk enkel bevrijding en heil kon vinden door de komst van een Messias. Gezien de al even diep gewortelde theocratie kon enkel Jahweh die Messias zenden.
Dit Messiaans denken leeft nog altijd in de christelijke overleveringen en spiritualiteit.
In dat kader is het logisch dat de geboorte van Jezus wordt gezien als de komst van de Messias. De advent wordt dan de cultivering van de hoop en verwachting op die komst en Kerstmis het feest van de vreugde om het inlossen van die hoop.
Het drama van die eerste christenen bestond er in dat deze Jezus op geen enkele manier zijn rol van Messias heeft waar gemaakt. Bij zijn dood als misdadiger op een kruis moet geen tekeningetje. Echt koninklijk was dat niet. Na de kruisdood van Jezus bleef er dus een klein groepje wanhopig ontgoochelden achter.
Die mensen hebben in de idee van de verrijzenis dan een oplossing gevonden voor hun wanhoop. Ze ontwikkelden een intellectuele constructie waarin de kruisdood van Jezus een noodzakelijke stap werd naar de ultieme komst van de Messias in de vorm van een terugkeer van de gestorven Jezus bij het einde der tijden. In die intellectuele constructie krijgt dan een theologie van het offer haar plaats: de dood van Jezus is het offer dat nodig is om Jahweh er toe te brengen om de wereld te redden.
Geen haar op mijn hoofd om dit soort denken belachelijk te maken: in de context van die tijd was het geniaal.
Toch ligt daar de miserie van onze huidige kerkbeleving. Wat toen geniaal was, is dat nu niet meer. Maar de kerk houdt nog altijd vast aan die ooit waardevolle maar nu waardeloze theologische constructie.
Als mijnheer pastoor over de Messias begint, haak ik af.
Bij het woord Messias denk ik aan Hitler, de messias van de Duitsers; aan de Lion King, de fascistische propagandafilm van Walt Disney, bewonderaar van Hitler.
Nu is het bijbelse beeld van een messias, afgezien van de idee dat het heil afhangt van een redder, natuurlijk nog wel wat rijker, want er is wel degelijk sprake van heil. Welk heil zou die redder dan wel moeten brengen ?
In de katholieke advent liturgie horen we een visioen van de profeet Jesaja:
Visioen van Jesaja, zoon van Amos
over stad en land en hun goede toekomst.
‘Straks zal de berg met het huis van God
torenhoog uitsteken
boven alle bergen en heuvels.
De volken trekken er op af
en ontelbaar velen treffen daar elkaar.
…
Dan smeden zij hun zwaarden tot ploegijzers om,
hun speren tot sikkels.
Geen mens grijpt nog naar de wapens
en niemand oefent zich in het vechten. (Jesaja 2, 1-5)
In die context past ook een tekst van Jeremia die het heeft over het handhaven van recht en gerechtigheid, een thema dat voortdurend opnieuw voorkomt in het Oude Testament.
Welnu, naar een wereld waarin recht en gerechtigheid gehandhaafd worden en zwaarden worden omgesmeed tot ploegijzers, wil ik nog wel uitkijken.
Het lijkt er niet op dat die wereld komende is. Maar als ik – wij – er niet naar uitkijken zal hij er zeker nooit komen.
Als je in Kerstmis het begin van de komst van die wereld ziet, wil ik zeker meedoen met een spirituele oefening die me aanzet om het nooit op te geven om te hopen op die wereld en om er aan te werken om hem te verwezenlijken.
Dan wordt de advent een oproep. Jezus roept mij op om zelf een Messias te worden. Correctie: Hij roept ons op om allemaal samen Messias te zijn.
Kerstmis wordt dan niet het feest van de vreugde om de vrede die op aarde is gekomen – want die vrede is er niet. Maar Kerstmis wordt het feest om de vreugde van mensen die bij mekaar herkennen dat ze de hoop niet hebben opgegeven en er blijven aan werken, en die mekaar door die vreugde versterken.
Een gelovige Oekraïner moet niet hopen dat Oekraïne de oorlog wint en daarvoor ijveren. Hij moet ijveren voor vrede. Hetzelfde geldt overigens voor de gelovige Rus, Palestijn, of Israëliër… om maar te verwijzen naar twee oorlogen waar wij belangstelling voor hebben.
De teksten hierboven komen uit het Oude Testament.
Jezus zou Jezus niet zijn als hij de idee van recht en gerechtigheid niet zou geradicaliseerd en verdiept hebben. Hij stopt niet waar het Oude Testament eindigt.
Hij roept ons niet enkel op tot recht en rechtvaardigheid – die zijn nodig – maar ook tot Liefde. Zonder recht en rechtvaardigheid kan de wereld niet. Maar mensen hebben meer nodig: ze hebben mekaar nodig in zorg voor mekaar die recht en rechtvaardigheid overstijgt. Ook wie géén recht heeft, moet krijgen…
Maar dat is stro voor een andere kribbe.