Vandaag is het de eerste zondag na Pasen, maar in de katholieke liturgie spreekt met ook van tweede Paaszondag.
Voor de minder ingewijden onder jullie: een katholieke eucharistieviering bestaat uit drie grote delen: de lezingen, het offer, en de maaltijd. Ik beken dat ik niet weet of dat de officiële leer van de kerk is.
Als ze nu al eens begonnen met dat offerdeel weg te laten …
Maar goed, in een bezinnende blog zoals deze houd ik me bezig met de lezingen.
De lezing uit het evangelie gaat over de ongelovige Thomas.
De apostelen hadden de verrezen Jezus al ontmoet, maar apostel Thomas was toen juist even boodschappen doen, en toen de leerlingen hem vertelden dat ze Jezus ontmoet hadden, geloofden hij hen niet. Hij wilde Jezus voelen voor hij geloofde.
In mijn ogen is die Thomas een nogal domme onnozelaar. Als ik moet wachten tot ik iets voel om gelovig te worden, word ik nooit gelovig.
Ja, er zijn mensen die plots iets voelen en zich dan tot het geloof bekeren. Van mij mag het. Ik gun het hun.
Maar ik moet Jezus niet voelen; als ik hem maar kan horen. Als ik maar zijn boodschap kan beluisteren …
Interessanter dan dat verhaal van Thomas lijkt mij het verhaal van de apostelen in Handelingen 4, 32-35 , een andere lezing van deze viering.
De menigte die het geloof had aangenomen, was een van hart en een van ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel zij bezaten alles gemeenschappelijk. Met kracht en klem legden de apostelen getuigenis af van de verrijzenis van de Heer Jezus en rijke genade rustte op hen allen. Er was geen enkele noodlijdende onder hen, omdat allen die landerijen of huizen bezaten, deze verkochten en de opbrengst ervan meebrachten om aan de voeten van de apostelen neer te leggen. Aan ieder werd daarvan uitgedeeld naar zijn behoefte.
Wie geregeld mijn blogs leest, weet dat ik hardnekkig tegen het kapitalisme ben. Ik ben even hardnekkig tegen het communisme van Lenin en dat soort oorlogmisdadigers.
Maar je mag me wel christelijk communist – of anarchist – noemen. Daarbij sluit ik me gewoon aan bij die eerste christenen.
Als anarchist zou ik mijn bezit natuurlijk niet zomaar aan de voeten van de apostelen leggen – ik vertrouw geen mensen op sandalen – maar voor het principe is wel iets te zeggen.
Of liever: daar is àlles voor te zeggen.
Nu is het natuurlijk niet zo simpel: voor de apostelen, eigenlijk een bende simpele kloten die het allemaal niet goed begrepen hadden, waren de recente gebeurtenissen van lijden, dood en verrijzenis van Jezus een reden om te geloven dat het einde van de tijden nabij was, en in die sfeer vind een mens bezit niet meer zo belangrijk. Een lange termijnbelegging heeft weinig zin in het zicht van het einde der tijden.
Maar toch blijft het opmerkelijk wat daar gebeurt in Jerusalem: mensen die hun bezittingen samen leggen waarbij ieder krijgt naar zijn behoefte.
Als onheil dreigt, kunnen mensen even goed de reflex hebben om nog enkel aan zichzelf te denken.
Maar blijkbaar was er ook toen al iets van de boodschap van Jezus doorgedrongen in de weinig ontwikkelde hoofden van de apostelen.
In het evangelie van Matteüs 25, 34-36 zegt Jezus:
Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven. Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen, Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht.
Hier gaat het over het “Laatste Oordeel” dat samengaat met het einde der tijden.
Waarover we zullen geoordeeld worden is duidelijk: hebben we gezorgd voor mensen in nood ?
De idee sluit ook aan bij de Liefde van “God is Liefde” van de apostel Johannes: de agapè: de liefde, niet voor de mooie, de goede, de waardevolle … maar de liefde voor de waardeloze, de arme, de verstotene …
Zo krijg je dus zowel met de handelingen van de apostelen, als bij het laatste oordeel van het evangelie en de filosofische verwoording van Johannes, “toepassingen” van dezelfde idee: de kernidee van de boodschap van Jezus.
Voor de kritikasters die toch maar willen ontsnappen aan de idee van de liefde voor de sukkelaar en het allemaal voor zichzelf willen houden – voor de hardnekkige voorstanders van het kapitalisme – die er de nadruk zullen op leggen dat dat allemaal wel interessant is bij het einde der tijden, maar dat dit toch nogal veraf lijkt, en we ondertussen beter voor onszelf dan voor anderen kunnen zorgen: ook dat staat in het evangelie: niemand weet wanneer die eindtijd zal aanbreken; hij zal komen als een dief in de nacht …
Maar in andere teksten leren we dan weer dat het einde zal voorafgegaan worden door een periode die gekenmerkt zal worden door geloofsafval, rampen, oorlogen en pandemieën.
Zelfs jullie zullen niet lang moeten nadenken om te zien dat onze “beschaving” gekenmerkt is door geloofsafval (lege kerken), rampen (het klimaat), oorlogen (Oekraïne), en pandemieën (corona).
Kader dit in de steeds acuter wordende dreiging van een derde wereldoorlog …
Neen, ik hoor niet bij de aankondigers van de eindtijd. De idee zoals ze ontwikkeld is in de religies kan enkel mythologisch begrepen worden.
Misschien betekent de derde wereldoorlog het einde van de mensheid. Het kan, maar ik verwacht het niet. Bepaald krapuul zal er wel in slagen om te overleven. Of daarmee de menselijk-heid overleeft is een andere zaak. Dat kan enkel als ook christenen overleven. (Grapje!)
Maar dat we naar “apocalyptische” toestanden gaan, lijkt stilaan meer en meer duidelijk.
Misschien is het dan toch tijd om wat meer aan de boodschap van Jezus te denken en wat meer bij mekaar te kruipen.
Dat moeten we natuurlijk ook doen zonder die dreiging, maar die kan wel een aanzet zijn.
Als mijn einde dan toch nabij is, wil ik liever sterven in de armen van iemand die ik liefheb.