Logia
‘Religies zijn geen merken, het zijn talen’
Natuurlijk heeft Jonas Slaats gelijk. De oorzaak van zijn gelijk vind je in het feit dat religie, hoe ze je ook bekijkt, in zich iets persoonlijks is. Ze is iets wat zich afspeelt, niet enkel in de ratio, maar ook in de harten van mensen. Ieder hart is anders.
Het is een verschrikkelijke fout als religieuze leiders de boodschap verengen tot een “leer”, een rationeel geheel van stellingen die als waar worden voorgehouden. De katholieke kerk is daar waarschijnlijk het spijtigste voorbeeld van.
Natuurlijk mag een religie niet botsen met de ratio. Als christenen het verhaal horen over Jezus die na zijn verrijzenis plots, als aangetrokken door een Deus ex machina opstijgt, en na een tijdje door een wolk aan het zicht wordt voltrokken, en ze nemen aan dat dit echt zo gebeurd is, hebben ze er niets van begrepen. Want rationeel gezien kan het niet.
Wie wonderen nodig heeft om te geloven, is niet bezig met religie, maar met magie.
Vergeef het me dat ik nu niet dieper in ga op de term “religie”. Ik hoop dat iedereen begrijpt wat Slaats en ik hiermee bedoelen in deze context.
Maar als je stelt dat religie weliswaar geen rationele constructie, maar toch compatibel moet zijn met de ratio, haal je dan niet de eigenheid weg van religie als geloof: als juist datgene wat niet te weten of te bewijzen valt ?
Kan ik bewijzen dat ik iemand liefheb ? Ja, ik kan mijn geliefde rozen geven tijdens een romantisch dinertje en s’ anderendaags ’s morgen haar ontbijt op bed brengen. Daarmee geef ik tekens van mijn liefde. Maar bewijs ik daarmee mijn liefde ? Voor hetzelfde geld ben ik gewoon uit op sex. Er zijn vrouwen – het zijn altijd vrouwen – die geregeld slaag krijgen van hun dronken man, en toch blijven geloven dat hij van hen houdt. En misschien is het nog waar ook.
Je kan liefde tonen, maar je kan ze niet rationeel bewijzen. Je kan geen syllogisme opzetten in de trant van:
- van iemand houden betekent dat je haar (ik ben een man) aanvaardt zoals ze is.
- ik aanvaard je zoals je bent
- dus: ik hou van je
Liefde is zeker niet rationeel. Maar toch kan ik geloven dat ik van iemand hou, en dat die liefde wederkerig is. Dat dit soms na enige tijd een vreselijke vergissing blijkt te zijn, doet niets af aan het feit dat het verantwoord is om zijn leven om te gooien omwille van de liefde.
Hetzelfde geldt voor religie.
Slaats zegt wel dat de fluïditeit van de religies niet tegenspreekt dat ze ook een eigenheid hebben. Maar hij loopt wel het gevaar dat hij die eigenheid te weinig benadrukt.
ik ben christen. Ja, ik heb ook andere religies overwogen, en ben een tijd atheïst geweest. En als het over het geloof in een God gaat, ben ik eigenlijk agnost. En toch ben ik christen. Dat komt natuurlijk gedeeltelijk door het feit dat ik katholiek ben opgevoed, en zoals Slaats zegt blijft je moedertaal meestal veruit de taal die je het best spreekt, en op de intuïtiefste manier, en waar je je het meest verwant mee voelt.
Maar daarmee is niet alles gezegd, want om christen te kunnen blijven heb ik heel wat ballast van het katholicisme overboord moeten gooien: zaken die me als kind fel troffen en aanspraken, maar die later de échte boodschap bleken te verduisteren.
Dàt is waar het om gaat: de échte boodschap. En als ik dan de verschillende religies overdenk die ik ken, kom ik tot het besluit dat de échte boodschap van Jezus van Nazareth voor mij de meest waardevolle is, en zelfs de enige die er echt toe doet. Andere religies brengen me veel interessante inzichten of levenshoudingen, en ik wil die graag inpassen in mijn leven. Maar als het over de kern gaat, kom ik altijd opnieuw uit bij die Jezus.
Even goede vrienden als jij er anders over denkt. Maar ik heb gelijk.