De Wereld Morgen
Rachida Aziz, Christophe Callewaert
Coronacrisis: dit systeem kan niet overleven, wij wel
Zoals de klimaatjournalist David Roberts schrijft: “Deze crisis draait uit op een tragedie, maar het zou nog een veel grotere tragedie zijn als we er niets uit leren.” Naomi Klein waarschuwt ons al jaren voor de rechtse shock doctrine in tijden van grote crisissen. Nu is de tijd gekomen voor een linkse shock doctrine.
Aziz en Callewaert brengen interessante informatie en inzichten. Hun geloof in de kracht van links ontroert me. Ze geloven dat links de corona-crisis kan aangrijpen om een andere en betere wereld te bouwen. Ik geloof dat niet.
Niemand weet hoe lang het virus onze samenleving in zijn greep zal houden. Hoe langer, hoe groter de impact zal zijn. Dat is een evidentie. Het kan zijn dat de viruscrisis zo lang duurt dat er inderdaad geen terugkeer naar de “oude toestand” meer mogelijk is. Maar niemand gaat daar van uit. Alle economische herstelmaatregelen die nu worden genomen zijn er op gericht om de boel zo snel mogelijk zijn oude gang te laten gaan.
Aziz en Callewaert wijzen niet voor de eerste keer op de golf van protesten die de voorbije jaren door de wereld zijn gegaan, en daarin zien ze een argument voor hun geloof dat de wereld op het punt staat te veranderen. Maar die golf van protesten hééft niets veranderd. Aziz en Callewaert lijden hier aan een syndroom dat je wel meer terugvindt bij linksen: ze hopen zo wanhopig op een ommezwaai dat ze elke strohalm aangrijpen om hun hoop te voeden. Ze hebben die hoop nodig om te blijven ijveren voor hun ideaal. Maar eigenlijk is dat zwakheid. Ik heb geen hoop nodig. Mijn levensleuze is: enthousiast werken aan hopeloze zaken. Er zijn zaken die moeten gedaan worden, gewoon omdat ze moeten gedaan worden, los van een eventueel resultaat.
Aziz en Callewaert wijzen ook op de grote vooruitgang op sociaal gebied na de Tweede Wereldoorlog. En ze hopen dat na de corona-crisis ook zo ’n sociale sprong voorwaarts zal gemaakt worden. Ik heb daar mijn twijfels over. Er zal gewoon geen geld zijn voor een meer sociale politiek.
De enorme sommen die nu worden vrijgemaakt kunnen slechts uit één bron komen: de geldpers. Het is geld dat gewoon wordt bijgedrukt en waartegenover geen productie staat. De beleidsmensen hopen dan dat dat geld als investering, wel later zal verbonden zijn met productie. Maar het is niet mogelijk dat de productie zo groot zal zijn dat ze gelijk komt te staan met het bijgedrukte geld. Een productie van die omvang zou alleen al door de impact op het klimaat onmogelijk zijn, zelfs als ze zou kaderen in de Green New Deal. De corona-crisis betekent het einde van de klimaatcrisis. Vergeet het terugdringen van de co2. Er zijn optimisten – die zijn er altijd – die in de vis in de kanalen van Venetië een bewijs zien dat het mogelijk is om de aarde te redden. Ze vergeten dat die vis het resultaat is van een mensheid die in feite in een uitzonderlijke en niet eeuwig vol te houden manier van leven wordt gedwongen. En, zoals gezegd: nu al worden door de geldpers de kiemen gelegd voor een verhevigde terugkeer naar de groei-economie.
Er wordt dus een zeepbel gecreëerd. Zeepbellen hebben de vervelende eigenschap dat ze vroeg of laat – en altijd té vroeg – uit mekaar spatten. Dàn pas zal de crisis in alle volheid toeslaan.
De corona-crisis zal gevolgd worden door een nieuwe onvoorstelbare bankencrisis. Nu geef ik je een passage uit een boek van Paul Loyuet https://www.dbnl.org/tekst/louy001belg01_01/louy001belg01_01_0018.php
Het gaat hier om de regering van Paul Van Zeeland die een devaluatie doorvoerde. Een devaluatie betekent vermindering van de waarde van het geld.
Ook op dit ogenblik beleven we iets wat in dat opzicht met een devaluatie kan vergeleken worden (ook al is het dat in technische zin natuurlijk niet): de huidige politiek van extreem lage rentes, is in feite ook een politiek van vermindering van de waarde van het geld. En nu dus de passage uit het boek van Paul Louyet:
:…De regering van de bankiers geeft de 19de maart 1935 haar ontslag. Zij wordt opgevolgd door een kabinet, geleid door een andere bankier, Paul van Zeeland, vice-goeverneur van de Nationale Bank. Zijn regering is er een van ‘nationale unie’, waarin ministers zitting hebben uit de drie ‘nationale’ partijen, de katholieke, de socialistische en de liberale. De eerste regering van Zeeland is evenwel geen gewoon kabinet van nationale eendracht, maar een soort ‘comité de salut public’.
Men mag immers niet vergeten, dat op dit ogenblik de nood in het land zo groot is dat kan worden gevreesd voor de instorting van het heel systeem; de extremisten zijn inderdaad sedert enkele tijd in beweging gekomen. De kommunisten gaan vooruit ten koste van de socialisten, terwijl de konservatieve partijen steeds meer de bedreiging gaan vrezen van de rechtse extremistische groepen als het Vlaams Nationaal Verbond en het Verdinaso (die in Vlaanderen de Frontpartij hebben vervangen) en een jonge beweging, Rex, die vooral aanhangers vindt in Wallonië en te Brussel…” Dit zou een beschrijving van de huidige toestand kunnen zijn met een “speciale regering”, en een partijlandschap waarin de extremen groeien…
En vijf jaar later brak de Tweede Wereldoorlog uit.