Grenzeloos
Dit is een kort artikel met op zich weinig informatie. Toch is het goed om het hier onder de aandacht te brengen omdat nogal wat mensen zich weinig of niet bewust zijn van de diepere krachten die er spelen in onze samenleving. Ik ondervind het dagelijks: ook mensen die toch wat intellectueel niveau hebben zijn onbekend met de vraag of de staat al dan niet een rol moet spelen in het economische gebeuren. Net zoals zovele mensen totaal geen benul hebben van wat onze sociale zekerheid eigenlijk is en bijna niemand zich de vraag stelt hoe het komt dat wij een sociale zekerheid hebben en dat je die weinig of niet terug vindt in andere werelddelen dan Europa.
Het gaat hier over privatiseringen: overheidsdiensten die worden overgedragen naar de private sector. Voor de meeste mensen beperkt hun interesse zich tot de vraag: is de dienstverlening dan beter en goedkoper ? Verre van mij om die vraag onbelangrijk te vinden. En, zeker voor mensen die het moeilijk hebben om rond te komen is het natuurlijk om zich tot die vraag te beperken. En toch is de grondvraag “privatisering of overheidsdienst” zeker voor hen belangrijk.
Want hoe komt het dat die mensen het moeilijk hebben om rond te komen ? Algemener gesteld: hoe komt het dat er armoede is ?
Natuurlijk zijn er mensen arm door hun eigen schuld. De rijken zeggen dan dat die mensen te lui zijn en maar harder moeten werken. Maar de overgrote meerderheid van de armen werkt zich kapot. En zeg me niet dat er bij de rijken geen luieriken zijn. Ja, zeggen ze, je moet ook wat geluk hebben in het leven. Maar de meeste armen zijn niet arm omdat ze een tegenslag hebben gehad. Ze zijn zo geboren, hun leven verloopt rimpelloos, en ze sterven ook arm. Hebben ze geen geluk gehad ? Er is heel hun leven lang geen enkele kans op geluk geweest. Er is dus meer aan de hand dan persoonlijke verantwoordelijkheid en het rad van fortuin.
Is er meer ten gronde armoede omdat er nu eenmaal te weinig voorhanden is ? Een sukkelaar in de sloppenwijken van New Dehli zou dat kunnen zeggen. Maar de mensen hier die als hobby gaan shoppen kunnen zo iets toch niet beweren ? Er is juist te veel voorhanden, dank zij het harde, slecht betaalde werk van die armen. Op dit ogenblik bestaat één van de grote problemen van de economie wereldwijd er juist in dat er te weinig geconsumeerd wordt. In de coronacrisis heeft de regering gestrooid met allerlei premies en dat voorgesteld als hulp aan mensen. Dat is nogal hypocriet, want die premies zijn niet bedoeld als hulp aan mensen, maar om die mensen toe te laten om te blijven consumeren. Dat die mensen daar maar goed mee zijn, is public relations.
Jawel, er is dus genoeg. Maar het is gewoon slecht verdeeld. Als alle mensen die hard werken, ongeveer evenveel zouden verdienen, zou er op hier en daar een uitzondering na, geen armoede zijn in de wereld.
De armoede is het gevolg van een economisch systeem dat bouwt op concurrentie. In Europa zijn er commissarissen die de taak hebben om er voor te zorgen dat de concurrentie blijft bestaan. Een zeker Karel Van Miert is ooit Europese commissaris voor concurrentie geweest en heeft veel lof gekregen voor de manier waarop hij zijn taak heeft vervuld. Die Van Miert was ex-voorzitter van de Socialistische Partij. Die partij vaagt zich af hoe het komt dat ze de werkende klasse is kwijt gespeeld en vervallen tot een onbenullig fait divers in de Vlaamse politiek.
Als je concurrentie hebt, heb je winnaars en verliezers. Er zijn altijd veel meer verliezers dan winnaars. Er zijn heel weinig echte winnaars. Er zijn veel verliezers (jij en ik) die nog kunnen leven met hun verlies omdat ze winnaar zijn tegenover nog ergere verliezers. Die ergere verliezers leven in armoede.
Johnson hoort bij de winnaars en door zijn privatiseringen steunt hij andere winnaars en geeft hen kansen om nog rijker te worden. Zelf wordt hij rijker door die steun. Als een rijke een spoorlijn, een ziekenhuis, of een ouderenzorgtehuis uitbaat, is dat niet om dienst te bewijzen, maar om rijker te worden. Natuurlijk moet hij daarvoor dienst bewijzen, maar de dienst is geen doel, maar middel.
Natuurlijk kan het zijn dat de dienst in een privé zorgtehuis beter is dan in een tehuis van het OCMW. Maar als je nagaat of de privézorg zoveel beter is dan je zou verwachten bij de meerprijs, blijkt dat niet zo te zijn. Ah ja, want anders maakt de privé-eigenaar geen winst. Maar dat interesseert de welstellende oude niet: hij krijgt betere zorg en kan het zich permitteren.
Belangrijker nog is het herverdelingseffect van een openbare dienst: iedereen legt bij, en de rijken leggen door de herverdeling bij de belastingen meer bij dan de armen. Maar de armen krijgen wel evenveel uit de pot als de rijken.
Steve Stevaert wilde gratis bussen. Inderdaad: gratis bestaat niet. Die gratis bussen werden betaald door de belastingbetaler, zowel de rijke als de arme. Maar de rijke zit nooit op die bus. Hij betaalt dus de ritten van de arme. Stevaert was een kwal die geëindigd is waar kwallen thuis horen: in het water. Hij heeft niet veel goeds gedaan in zijn leven. Maar bij zijn gratis bussen was hij dan toch even een socialist.
Mijn opa zit in een assistentiewoning van het OCMW en betaalt er de volle pot omdat hij voldoende inkomen heeft. Dat is meer dan de kostprijs. Van dat meer geeft het OCMW korting aan meer behoeftige mensen. In een privé tehuis gaat dat meer naar de winst en maakt het iemand rijk. En is de arme niet welkom.
En nu is iedereen vrij om te beslissen of hij al dan niet voor of tegen privatiseringen is. Maar ik zeg je dat die Johnson krapuul is.