Ontwikkelingssamenwerking ( 2 )

Solidariteit vraagt om gemeenschap. Iedereen is vrij om al dan niet toe te treden tot een gemeenschap. Iemand die van geen enkele gemeenschap deel wil uitmaken, heeft dus geen recht op hulp. Niet op liefdadigheid. Daar heeft niemand ooit recht op. Maar dus ook niet op solidariteit. Dat is een probleem. Daar moet ik op terugkomen.

Menselijke gemeenschappen vormen zich rond gemeenschappelijkheden. Die kunnen veelsoortig zijn.

Als mensen vinden dat ze gemeenschap kunnen vormen omdat ze een taal gemeenschappelijk hebben, is dat hun recht. Mensen die vinden dat het feit dat ze allemaal op Vlaams grondgebied wonen voldoende is voor gemeenschapsvorming, kunnen een Vlaamse gemeenschap vormen. Alleen kunnen ze natuurlijk niet iedereen die op Vlaams grondgebied woont verplichten tot hun gemeenschap toe te treden. Als mensen absoluut de belachelijkheid ten top willen drijven en solidariteit bouwen op hun gezamenlijk leven op belgisch grondgebied: ze doen maar. Maar ze mogen mij niet verplichten om aan die belachelijkheid deel te nemen.

Vroeger had je de zuilen: de katholieke zuil naast de socialistische. Die zuilen waren gemeenschappen met eigen voetbalclubs, turnverenigingen… ziekenkassen. Dat die zuilen verdwenen zijn is een verarming.

Mensen kunnen gemeenschap vormen omdat ze boeren zijn, of bouwvakkers. Daarbij moeten ze zich niet laten tegenhouden door staatkundige grenzen. 

Grenzen immers zijn gewoon afbakeningen van bestuurlijke aard. Als je een groter geheel, zowel van grondgebied als van mensen wil besturen, ga je dat geheel indelen in onderdelen.

In belgië kennen we arrondissementsgrenzen. Geen mens behalve betrokken ambtenaren is daar mee bezig. Zo zou het ook met staatsgrenzen moeten zijn.

Wereldwijd

Laat ons nu eens het ontwikkelingsprobleem vanuit de hierboven geschetste visie bekijken.

Je ziet in de wereld veel verschillende ontwikkelingsniveau’s.

Bij sommige daarvan moet je de eigenheid respecteren. Ik ben er van overtuigd dat ons (Grieks-Joods-christelijk) ethisch besef verder ontwikkeld is, dan dat van de islam op dit ogenblik. Denk maar aan inzichten rond gelijkheid man-vrouw; aanvaarding van anders-geaarden… Maar mensen met een andere ethische ontwikkeling zijn er van overtuigd dat hun opvatting de juiste is en dat ze goede mensen zijn als ze volgens hun opvattingen leven. Je kan die mensen niet zeggen dat ze slechte mensen zijn omdat ze niet volgens onze opvattingen leven, hoe fel we er ook van overtuigd zijn dat die juist en beter zijn. Je kan en mag vooruitgang of evolutie in ethische inzichten dus niet opleggen. Dit is hét fundamentele probleem van de multiculturele samenleving.

Maar wat doe ik met verschillende ontwikkeling op gebied van economie en welstand ? Hier stoot ik op het probleem van de armoede in de wereld. Kan ik als mens andere mensen laten sterven van armoede ?

Dat geldt voor de armen in Afrika, maar even goed voor de mens, waarover ik het hier boven had, die weigert deel uit te maken van een gemeenschap en dus geen recht heeft op hulp. Dat het zijn eigen schuld is, doet niet terzake: je laat geen mensen verhongeren…Punt !

Neen, die houding komt niet voort uit het feit dat ik de mensheid als een gemeenschap zie. Er is geen wereldgemeenschap. De schaal is gewoon veel te groot. 

Maar we zijn wel allemaal mensen. Daarop is de Universele verklaring van de Mensenrechten gebouwd. Die verklaring schept geen wereldgemeenschap, maar ze legt wel vast dat ieder mens rechten heeft, gewoon omdat hij mens is.

Een aantal van die rechten hebben te maken met ethisch inzicht. Daarom zijn er ook culturen die de verklaring van de mensenrechten niet aanvaarden. Ze hebben dat recht.

Maar andere mensenrechten gaan niet over ethische inzichten, maar gewoon over het recht op een fatsoenlijk leven voor ieder mens.

Dit heeft niets te maken met liefdadigheid, en evenmin met solidariteit. Het gaat over een andere vorm van samen-mens zijn.

Heel de discussie over “onze” solidariteit met “arme”of “minder ontwikkelde” landen, of zelfs over rechtvaardige betrekkingen tussen landen zoals Els Hertogen wil, is naast de kwestie: we moeten gewoon een aantal mensenrechten wereldwijd implementeren.

Nu zijn ze wel verklaard, maar ze worden niet verwezenlijkt. Het wordt tijd om ze te verwezenlijken. Wie de mensenrechten écht ernstig neemt, aanvaardt de ijdele verklaring niet. 

Als “Links” zichzelf ernstig neemt wordt de wereldwijde implementatie van de mensenrechten de eerste opgave.

De enige manier om die rechten te waarborgen is het basisinkomen. Het is simpel: het basisinkomen moet mensen een fatsoenlijk peil van materiële welvaart garanderen.

Deze materiële welvaart moet zelfs niet over de hele wereld gelijk zijn. Een arme hier is een rijke mens in Afrika. Volledige gelijkheid is misschien na te streven, maar gewoon niet mogelijk. 

Dat basisinkomen zal dus evenredig zijn met de economische ontwikkeling van landen. In rijke landen kan het hoger liggen dan in armere. Het gaat er gewoon om hoeveel geld er beschikbaar is binnen een bestuurlijke eenheid. 

Maar het moet wel mogelijk zijn om door een basisinkomen de armoede in Afrika uit te sluiten.

Voor mijn part hebben de Afrikanen ook het recht om welvaart anders te definiëren dan wij. Precies daarom moet de implementatie van de mensenrechten concreet gebeuren door een basisinkomen. We moeten in Afrika niet genoeg huizen bouwen voor iedereen. Als iemand vindt dat leven in een hut geen armoede is, maar iedere dag op restaurant wil gaan, is dat zijn goed recht. Dan moet je hem geld geven in plaats van een huis. Ik probeer het maar concreet te maken. Een basisinkomen is een vorm van vrijheid.

De strijd begint hier, voor een basisinkomen serieus boven de armoedegrens. Ik heb het dus niet over het voorstel voor een basisinkomen van de liberalen. Zoals altijd bij liberalen liegen ze: hun basisinkomen is gewoon een besparing op onze sociale zekerheid.

De strijd moet ook over de landsgrenzen heen gevoerd worden. Het IMF moet landen geen besparingen opleggen. Het moet de rotzooiende dictators verplichten om een basisinkomen in te voeren. Leiders die dit weigeren, moeten voor een internationale rechtbank van de mensenrechten komen; beboet worden; afgezet en opgesloten.

Dàt is wat de wereld op de eerste plaats nodig heeft.

Solidariteit komt dan boven op het basisinkomen: naast het basisinkomen kunnen allerlei gemeenschappen streven naar internationalisering, waarbij de globalisering dan toch een positieve kant krijgt.

Pas dan kunnen we er aan gaan denken om de onvermijdelijke ongelijkheid toch te verminderen en te streven naar gelijke welstand overal ter wereld.

En nu hoor ik jullie al roepen: droom maar verder, Charles, het is allemaal onhaalbaar ! Wel ja, maar de rechtvaardige betrekkingen tussen landen van Els Hertogen zijn even onhaalbaar. 

We leven nu eenmaal in het kapitalisme nietwaar

PS Uiteraard kan je veel vragen en opwerpingen stellen bij het basisinkomen. Daar ga ik dieper op in in mijn boek Eutopia. Je kan het op deze website gratis lezen en/of downloaden, ook in ebookformaat, onder de rubriek Publicaties.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *