Doorbraak
Op basis van deze recensie zal ik dit boek zeker niet lezen, want ik leer er uit dat het enige waar het over zou moeten gaan, in dit boek niet aan bod komt: menselijkheid.
Neen, ik ontken niet dat het kapitalisme welvaart brengt. Maar als dat door de concurrentie onvermijdelijk enkel kan ten koste van de welvaart van anderen, ontbreekt de menselijkheid.
Of liever: de mens wordt teruggebracht tot het beest waar hij van afstamt.
Voor mij betekent menselijkheid dat het wezen mens geleidelijk aan (evolutie) het beestige overstijgt. En dan gaat het niet over intellectuele vermogens, maar over groeiende medemenselijkheid.
Nu vind je bij de beesten natuurlijk kuddegedrag en medebeestelijkheid. Ook dat “mede” is al aanwezig in de beestenwereld, maar – ik ga kort door een bochtje – daar is het ingegeven door eigenbelang en belang van de soort. Beesten klitten samen om daardoor te overleven, ook als soort.
De mens is geroepen om het “mede uit eigenbelang” te overstijgen en om medemens te zijn omwille van de andere.
En neen, ik denk niet dat de mens ooit totaal tot deze menselijkheid in staat zal zijn. Dat moet ook niet. Wij zijn God niet, maar we zijn geroepen om er naar te streven.
Maar nu moet ik hiermee stoppen, want anders zit ik in een blog op zondag waarin ik altijd de religieuze toer op ga, en dat is hier niet de bedoeling.
Overigens is er natuurlijk niets tegen “samen uit eigen belang”, maar de mens is geroepen tot méér.
Natuurlijk moet deze Ton Appels de voordelen van het kapitalisme beklemtonen.
En uiteraard komt dan het aloude riedeltje van “de inzet, de inventiviteit, de innovatiekracht en het gebruik van kennis bij de individuen” die door de vrije markt worden gemaximaliseerd.
In feite komt het er op neer dat de concurrentie wordt opgehemeld omdat ze de mens tot grote prestaties drijft.
Eerst en vooral: ik zie echt niet in waarom mensen niet tot grote prestaties in staat zouden zijn zonder concurrentie. Mantelzorgers, artsen en verpleegkundigen bewijzen het iedere dag. Hetzelfde geldt voor kunstenaars. Ook het gewone werkvolk presteert zonder druk van de concurrentie. Als die mensen het kunnen, leg me dan uit waarom bedrijfsleiders het niet zouden kunnen.
Ik ben er zeker van dat er ook bedrijfsleiders zijn die ook zonder concurrentie hun bedrijf bekwaam zouden leiden. En wie het niet zonder concurrentiedruk kan is eigenlijk qua mentale ontwikkeling blijven steken op het niveau van de hond of de baby.
Het gaat om motivatie. Ik heb dat thema in eerdere blogs al dieper uitgewerkt. Hier beperk ik me tot een korte samenvatting.
Je hebt intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie. Bij extrinsieke motivatie is de stimulans beloning of straf. Het is de manier waarop je een hond leert zitten en een baby op het potje.
Concurrentie zit bij de extrinsieke motivatie. Het is beestig of kinderlijk. Onvolwassen. Bedrijfsleiders die deze motivatie nodig hebben zijn onvolwassenen. Het kunnen natuurlijk ook psychopaten zijn.
Bij intrinsieke motivatie vindt de mens zijn stimulans om te presteren in zichzelf. Dat kan gaan van zelfrespect tot oprechte medemenselijkheid. We verwachten van een baby dat hij groeit naar volwassenheid toe. Het kapitalisme zegt tegen die baby: je moet groter, en sterker en slimmer worden, maar als het over menselijkheid gaat, moet dat niet. Blijf maar steken in je kinderlijkheid. Het kapitalisme voedt op tot mentale achterlijkheid.
Nu moet ik oppassen want ik baseer me op een recensie en die kan nooit helemaal weergeven wat het boek inhoudt.
Maar als Appels overheidsinterventie stelt tegenover de vrije markt, dan voert hij geen discussie over het kapitalisme tegenover een alternatief systeem, maar blijft hij binnen het kapitalisme en voert hij de domme discussie tussen neoliberalisme en keynesianisme.
Beide zijn kapitalistisch en gewoon een aanpassing aan de fase waarin het kapitalisme verkeert. Wie halsstarrig voorstander is van ofwel het neoliberalisme of het keynesianisme heeft niet begrepen dat het kapitalisme in fasen verloopt. Dat is domheid.
Maar het gaat natuurlijk dieper.
Want door de geschiedenis en de fundamentele fouten van Lenin, zitten we met de tegenstelling tussen kapitalisme en communisme. Ook nu weer kort door de bocht: daarbij schakelt het communisme de vrije markt uit en worden alle materiële voorzieningen aan de mensen geleverd door de staat.
Ik ben voor zo weinig mogelijk staat. Daardoor zet ik mezelf in het hokje van het anarchisme.
Ik zie de voordelen van de vrije markt die inderdaad een vorm van vrijheid brengt. Er zijn verschillende vormen van vrijheid, hoger dan de materialistische vrijheid van de vrije markt, maar ik vind ook de vrijheid van de markt belangrijk.
We kunnen er ook niet omheen: concurrentie tussen mensen is nooit helemaal uit te sluiten.
Maar er is een verschil tussen het cultiveren van concurrentie, zoals het kapitalisme doet, en het aanvaarden van concurrentie terwijl we er alles aan doen om deze zo veel mogelijk te verminderen en te vervangen door samenwerking.
Als anarchist is vrijheid voor mij enorm belangrijk. Want vrijheid roept op tot verantwoordelijkheid en precies verantwoordelijkheid vormt echte volwassenheid. Een mens is pas mens als hij bekwaam en bereid is om verantwoordelijkheid op te nemen.
We moeten dus voor het kapitalisme naar een alternatief dat concurrentie duldt en de vrije markt verzoent met diepe menselijkheid.
Zeg niet dat het niet kan, want ik heb de oplossing gevonden. Neen, niet perfect, en zeker met nood aan verdieping en correctie, maar toch…
Je vindt ze in mijn boek Eutopia. Je kan het gratis lezen en/of downloaden, ook in ebookformaat onder de rubriek Publicaties op deze website.
En als je het er niet mee eens bent, ga dan zelf aan het werk ! Het moét !