Waarschuwing: dit is geen filosofisch essay. Tot dat soort ernstigheid ben ik niet in staat. Het is gewoon een aanzet tot denken.
Vermist de mens afstamt van het beest, zal de concurrentie onder mensen wel nooit helemaal verdwijnen. “Citius, altius, fortius” (sneller, hoger, sterker), zit er diep in.
De vraag is of de mens moet blijven steken op het niveau van het beest. Of hij niet voor de opgave staat om alsmaar meer mens te worden waarbij concurrentie wordt vervangen door samenwerking.
We leven in een samenleving (kapitalistisch) die de concurrentie cultiveert. We hebben er zelfs een speciale Europese commissaris voor die er moet op toezien dat we blijven concurreren.
Het systeem draait op concurrentie. Daarzonder stort het in mekaar.
In feite houdt het systeem ons vast in benedenmenselijkheid.
Er zijn mensen – WEFFERS – die de mens willen reduceren tot een kuddedier; tot een kudde die braaf de leider volgt. Die leider zijn zij dan.
Maar ook dat is bij de beesten af.
Volle menselijkheid vraagt persoonlijkheid, maar niet liberaal gericht op het ik, maar op het wij.
We moeten dus af van het cultiveren van concurrentie en op weg gaan naar een samenleving, gericht op samenwerken waarin de onvermijdelijke concurrentie wordt teruggedrongen naar de sfeer van het spel.
Dat is heel wat anders dan wat de sport nu is binnen het kapitalistische systeem: de sport is bloedige ernst geworden en heeft haar karakter van spel verloren.
Sport zou kunnen bijdragen tot de groei van de mens naar menselijkheid. De sport vandaag breekt die groei af.
Vandaag halen we het spel weg uit de concurrentie. We doen dat dus in de sport, maar nog veel erger: ook in de economie en de samenleving is er niet veel speels te bespeuren.
Het is een wetmatigheid dat deze concurrentie escaleert. In Oekraïne zien we die escalatie; en ze heeft haar toppunt nog niet bereikt.
Het is vandaag tweede kerstdag. Kerstmis is het feest van de vrede. Als zodanig is het een feest van antikapitalisme.