The War on Drugs

Knack

Patrick Luyten, Paul Van Deun, Herwig Claeys, Tom Decorte

‘Laten we de echt belangrijke vragen in de war on drugs toch ook maar stellen’

‘De harde vragen in de war on drugs  worden opnieuw vakkundig vermeden’, schrijven vier experts nu het debat over drugs opnieuw oplaait na aanhoudend geweld in Antwerpen

Vooraf: verwacht van mij geen pasklare oplossing. Ik ben er niet slim genoeg voor.

Blijkbaar hebben mensen die veel slimmer zijn dan ik, die oplossing ook niet, zelfs niet als ze met vier gaan samen zitten.

Maar zelfs al ben ik niet hoog opgeleid en zeker geen expert in de materie, toch ben ik burger, en mag ik dus bedenkingen maken.

Allereerst: ik lees dat sommigen de war on drugs in de vorm van harde aanpak van producenten en handelaars belachelijk maken. Sommigen van hen zijn waarschijnlijk dom, maar bij anderen weet ik zeker dat ze die aanpak aanvallen omdat een voorstander er van de gehate Vlaams-Nationalist De Wever is, een bedreiging voor het geliefde belgië. Die mensen zijn dus niet bezig met het probleem, maar misbruiken het voor hun politieke en partijpolitieke doeleinden. Als ze dat doen bij de dood van een kind is dit extreem smerige lijkenpikkerij. (De VRT doet het bij ieder bericht over Oekraïne.)

Voor mij is een efficiënte en keiharde aanpak van de top-criminelen nodig. Tenslotte zijn het criminelen die puur uit hebzucht anderen niet zo maar bestelen, maar vergiftigen.

Wie aangeeft dat een harde aanpak van de criminelen aan aanbodzijde niet voldoende is, krijgt echter ook  mijn steun.

Want er is natuurlijk zeker ook een probleem aan de vraag-kant.

Daar hebben de vier geleerde mensen van dit artikel op Knack het over.

(Ik laat nu even de piste van legalisering buiten beschouwing. Het is mogelijk dat legalisering soelaas biedt, maar uit wat volgt blijkt dat ze zeker ook geen fundamentele oplossing brengt.

Drugsgebruik is bij velen zeker verbonden met psychisch onbehagen. 

We moeten wel beseffen dat psychisch onbehagen fundamenteel verbonden is met het menselijke leven. De geleerden pleiten voor meer psychische hulp. Ik veronderstel dat ze daarmee de inzet van psychologen, therapeuten allerhande bedoelen. Dat past in hun kraam.

Maar het kan toch niet dat we massaal moeten gaan inzetten op gespecialiseerde hulp bij iets wat gewoon bij het leven hoort ?

Er is iets raars aan de hand met onze samenleving. Van de ene kant is ze een oorzaak van stress, onbehagen, psychische druk. 

Allereerst leven we hier met veel te veel samen op een veel te kleine ruimte.

Daarbij is de druk van de concurrentie enorm. We beseffen het niet altijd, maar het is door de concurrentie dat het allemaal zo snel en jachtig moet; dat “bazen” het nodig vinden om tot bij de mensen thuis te controleren; dat we overspoeld worden met reclame, een constante hersenspoeling, die ons er van overtuigt dat we nooit genoeg hebben en ons overspoelt met machines die ons verslaafd maken aan zichzelf omdat ze leven van reclame.

Het is niet voor niets dat wijze mensen spreken over onthaasting, over terug naar de natuur.

Ik kan er ook niets aan doen: het heeft te maken met het kapitalisme. 

Tegelijkertijd verzwakt onze samenleving onze psychische kracht, onze bekwaamheid om om te gaan met druk en psychisch onbehagen. 

We worden verzwakt door een vorm van socialisme die de mens afhankelijk maakt van de staat, van de overheid. 

Na de tweede wereldoorlog is de overheid steeds meer en steeds gedetailleerder gaan ingrijpen in ons leven. We spreken van regulitis, regel-ziekte. Ze is ons ook steeds meer gaan controleren. Ze stuurt maatschappelijke werkers en psychologen op ons af als we werkloos zijn. 

En als we het financieel moeilijk hebben, is er altijd nog het OCMW en krijgen we van de overheid energiepremies.

Ons socialisme heeft ons verweekt tot volgers.

Nu worden de verweekte volgers geconfronteerd met een overheid die het ook niet meer aankan. De centen zijn op. Zelfs basisrechten zoals een dak boven ons hoofd, kan de overheid niet meer garanderen, en de armoede stijgt … De verweekten worden geconfronteerd met harde werkelijkheid.

Het zal wel zijn dat mensen het psychische onbehagen niet meer aankunnen.

Dat uit zich in toenemende onverdraagzaamheid, agressie op de weg, gezinnen die uit mekaar vallen … en dus ook in de nood aan roesmiddelen. 

De vier geleerden willen meer preventie en meer inzetten op psychische zorg.

Beide zijn gedoemd om te mislukken omdat de remedie in de samenleving geen basis heeft voor genezing.

De geleerden schijnen dat tegelijkertijd ook wel te beseffen, want ze verwijzen ook uitdrukkelijk naar de samenleving.

Maar daar blijven ze steken in begrippen als 

aanwezigheid van vertrouwen, gelijkheid, samenwerking, wederkerigheid en goedheid.

Dat ze dan ook consequent zijn en aangeven hoe ze  vertrouwen, gelijkheid, samenwerking, wederkerigheid en goedheid willen inbrengen in onze kapitalistisch-socialistische, puur materialistische samenleving ?

Zowel kapitalisme als socialisme zijn puur materialistisch.

De mens heeft nood aan spiritualiteit, aan een gecultiveerd geestelijk leven en een samenleving die die cultivering ondersteunt en bevordert.

Het kapitalisme, noch het socialisme kunnen die samenleving bieden.

Ik heb mijn zoon aangeraden om voor een aanstaand knelpuntberoep te gaan: lijkenschouwer in Antwerpen. 

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *