Crombez vergist zich

‘De sociale zekerheid is helemaal niet onbetaalbaar geworden, ze is alleen aan een stevige update toe’ ‘Steeds meer werkenden – ook tweeverdieners – raken in moeilijkheden. In armoede zelfs’, schrijft SP.A-voorzitter John Crombez. ‘Bij rechts klinkt het mantra steevast: “de sociale zekerheid vertraagt de economische groei”, maar als je weet dat de welvaart in ons land tussen 2015 en 2017 met 30 miljard toenam, is er volgens mij nog wat marge.’

Ik zou willen dat Crombez gelijk had. Al was het maar omdat hij een van de weinige politici is die nog geloofwaardig is. Nogal wat zogezegde linksen bekeren zich op dit ogenblik tot de groenen. Welnu, Almaci en Calvo hebben de geloofwaardigheid van een ratelslang. Over vlees geworden hypocrisie zoals Beke of Rutten moeten we het gewoon niet hebben.

Crombez gelooft dat de sociale zekerheid wél betaalbaar is. Op zich heeft hij gelijk: er wordt genoeg geproduceerd en dus is er in principe genoeg geld. Dat gaat dan over die 30 miljard. Maar Crombez vergeet dat we in het kapitalisme leven, en dat daarin het geld van de rijken onaantastbaar is. Hij pleit voor betere herverdeling. Ik ook. Maar ik geloof niet dat die in ons systeem mogelijk is. Anders gesteld: Crombez denkt alsof hij in een socialistische samenleving leeft, waar de arbeid (of de gewone man) het voor het zeggen heeft. Maar in feit leven we in een kapitalistische samenleving waarin de macht bij het kapitaal ligt. En dus gaat het geld naar de rijken. En daar is niets aan te doen binnen het systeem.

Crombez verwijst naar de periode na de tweede wereldoorlog, en Achilles Van Acker. Maar je kan de economie van die tijd niet vergelijken met die van nu. Eerst en vooral was er de speciale situatie na een oorlog: alles moet weer opgebouwd worden en er is veel vraag arbeiders en naar zo wat alle soorten producten. Op dit ogenblik is er van wederopbouw geen sprake. Daarbij komt nog een andere doorslaggevende factor: de globalisering.

Aan de kant van de productie was er na de oorlog zeer veel vraag naar arbeiders, ook al omdat er heel wat werkvolk was gesneuveld. (Was er ander volk gesneuveld ?) En, anders dan nu, kon de vraag toen enkel worden ingevuld door plaatselijke mensen. Men heeft dan dat probleem proberen op te lossen door de invoer van Italianen (grotendeels), maar uiteraard was ook die voorraad niet onbeperkt. Van de invoer van moslims was er nog geen sprake. Er blijft dus een grote vraag naar arbeid, en dat betekent hogere lonen. Vermits de sociale zekerheid voor een groot gedeelte gefinancierd wordt door de lonen van het werkvolk, was er ook geld voor de sociale zekerheid. Van de kant van de werkgevers was er ook bereidheid om de sociale zekerheid te betalen omdat ze schrik hadden van massale arbeidersopstanden. De sterke economische groei maakte het natuurlijk ook mogelijk om grotere kruimels van de tafel te laten vallen.

Aan de kant van de consumptie was er een probleem: de wederopbouw leidde tot een buitengewone productie, bijvoorbeeld in de bouw. Maar de mensen hadden niet zo dadelijk het geld om de productie te consumeren. Productie zonder consumptie is waardeloos, dus wilde men de consumptie stimuleren. Zo bijvoorbeeld ontstonden de sociale woningen. Ook daarvoor was de sociale zekerheid een positieve factor. De sociale zekerheid was goed voor de gewone man, maar stond even zeer in dienst van het kapitaal.

Onze sociale zekerheid is dus tot stand gekomen in een speciale economische periode.

Op dit ogenblik gelden de voorgaande redeneringen niet meer. Van de ene kant is de periode van wederopbouw na een oorlog voorbij, en van de andere kant hebben we te maken met de globalisering.

Aan de kant van de productie betekent dat, dat de voorraad aan arbeidskrachten niet meer beperkt is tot de plaatselijke arbeidsmarkt: ongelooflijk veel producten worden nu geproduceerd in lage loonlanden. En men is er in geslaagd dank zij de import van moslims en het openstellen van de Europese grenzen (de Polen en Roemenen) het aanbod op de arbeidsmarkt weer te vergroten. Het kan dus niet anders of de lonen hier moeten dalen, want ze moeten concurreren met die lage loonlanden en het aanbod om de arbeidsmarkt groeit. Onze economie probeert dat op te vangen o.a. door technologische vernieuwing, maar de mogelijkheden daarvan raken stilaan uitgeput. De Chinezen steken ons op dit ogenblik ook op dat vlak voorbij. Onvermijdelijk gaan we dus naar (in verhouding) lagere lonen, en dus minder geld voor onze sociale zekerheid.

Ook aan de kant van de consumptie speelt de globalisering een rol: al de bedrijven die echt iets betekenen doen er alles aan om nieuwe markten aan te boren, overal in de wereld. Dat betekent dat de plaatselijke consumptie, anders dan na de oorlog, niet meer zo belangrijk is. En die consumptie hier stoot op haar limieten. Het feit dat er enorme bergen geld op onze spaarrekeningen staat, toont aan dat, niettegenstaande de dagelijkse hersenspoeling van de reclame, de mensen gewoon niet méér willen consumeren, ook al hebben ze het geld ervoor. De sociale zekerheid als stimulans voor consumptie wordt dus duidelijk minder belangrijk. Ze komt op de spaarrekeningen terecht in plaats van in de consumptie. Je zou kunnen stellen dat het in die context goed zou zijn om de lonen van de minst betaalden, (de werkende armen) te verhogen en zo de consumptie te stimuleren, maar deze factor weegt niet op tegen het feit dat de concurrentie met de lage loonlanden tot lage lonen moet leiden.

Samengevat: na de oorlog was de sociale zekerheid een positieve factor in de economische groei. Maar door het feit dat de speciale periode na de oorlog voorbij is, samen met de globalisering, is de sociale zekerheid op dit ogenblik een remmende factor op de economische groei. Ze wordt dus echt onbetaalbaar.

De financiering van de sociale zekerheid is geen kwestie van politieke wil, maar van economische mogelijkheden.

Nu zijn de socialisten, en zeker de Waalse socialisten, in mijn ogen verraders van de gewone werkmens, maar zelfs een prominent verrader als Di Rupo zou onze sociale zekerheid niet zo erg hebben afgebroken als hij in zijn regeerperiode gedaan heeft, als hij er door de economische toestand niet toe zou gedwongen geweest zijn. De nep linkse politiek correcte nuttige idioten richten al hun peilen op de politiek van afbraak van de sociale zekerheid van de huidige regering, en speciaal op de n-va. Maar ze vergeten – of verkiezen te vergeten – dat in de feiten de huidige regering enkel de politiek van Di Rupo heeft voortgezet. En in die regering Di Rupo was er van de n-va geen sprake. Dat ze tegelijkertijd ook vergeten dat er in de huidige regering ook nog een bende aanhangsels van het liberale liegsel Rutten zitten, bewijst dat ze eigenlijk meedoen aan die andere hersenspoeling (naast de reclame) ter bevordering van het voortbestaan van dit onland.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *