LUCAS 6, 39-45
In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor:
“Kan soms de ene blinde de andere leiden?
Vallen dan niet beiden in de kuil?
De leerling staat niet boven zijn meester;
maar hij zal ten volle gevormd zijn als hij is gelijk zijn meester.
Waarom kijkt ge naar de splinter in het oog van uw broeder
en waarom slaat ge geen acht op de balk in uw eigen oog?
Hoe kunt ge tot uw broeder zeggen:
broeder, laat mij de splinter uit uw oog halen,
terwijl ge de balk in uw eigen oog niet opmerkt?
Huichelaar, haal eerst die balk uit uw eigen oog,
dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen
die in het oog van uw broeder zit.
Er bestaat geen goede boom die zieke vruchten voortbrengt
en evenmin een zieke boom die goede vruchten voortbrengt.
Een boom immers kent men aan zijn vruchten;
men plukt geen vijgen van dorens,
men oogst geen druiven van een braamstruik.
Een goed mens brengt het goede te voorschijn
uit de schat van goedheid in zijn hart;
maar een slechte brengt het slechte te voorschijn uit zijn schat van slechtheid;
want waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over.
Eigenlijk is het niet te geloven ! Jezus voorzag in de eerste eeuw na Christus al wat nu bij ons gebeurt: “Kan soms de ene blinde de andere leiden ?” Dat kan toch enkel op Anuna slaan ? Zeg nu nog eens dat God niet alles weet ! Pieter Bruegel de Oude heeft Anuna, weliswaar geflatteerd, afgebeeld in zijn beroemde Parabel der blinden
De link naar Wikipedia is interessant omdat daar wordt aangegeven dat Pieter zijn schilderij baseert op het evangelie van Matteus, en dat die parabel daar kadert in een discussie met de Farizeeën. Bij Lucas is dat kader minder duidelijk aanwezig, zeker in de pericope zoals ze hier is uitgekozen.De enige referentie naar de Farizeeën is het scheldwoord “huichelaars”, dat Jezus voorbehield voor de Farizeeën, een beetje zoals ik over het liegsel Rutten spreek.
De samenhang met de Farizeeën is belangrijk, want als je die uit het oog verliest, krijg je de indruk gewoon een aantal volkswijsheden te lezen. Maar Jezus kwam altijd opnieuw in conflict met de Farizeeën omdat ze er van overtuigd waren dat ze goede mensen waren als ze alle regeltjes van de wetten en voorschriften volgden. De Rooms Katholieke Kerk heeft ons lange tijd met dit soort moraal opgezadeld. Daarbij was ze trouw aan haar dubbel gezicht: van de ene kant verraadt ze de christelijke boodschap, van de andere kant blijft ze wel de evangelische teksten verspreiden, met de echte boodschap. Dat wettische was wel begrijpelijk omdat de Roomse kerk, zich georganiseerd heeft in Rome, en de Romeinen in die tijd buitengewoon goede organisatoren waren, die de samenleving ook ordenden met een uitgekiend systeem van wetten. Als de de geschiedenis van de wetgeving bekijkt kan je twee grote systemen zien: het Romeinse en het Napoleontische.
Maar wat hebben de ogenschijnlijk banale beelden te maken met dat wettische en met de tegengestelde boodschap van Jezus ? Ik beperk me tot het beeld van de boom. Op het eerste gezicht lijkt het alsof het over de vruchten gaat. Maar die vruchten zijn afhankelijk van de toestand van de boom. De verklaring van het beeld van de boom komt er in de regels daarna:
Een goed mens brengt het goede te voorschijn
uit de schat van goedheid in zijn hart;
En daarin wordt duidelijk dat het niet gaat om goede daden, maar om goed zijn. God is niet bezig met een optelsom van mijn goede daden. Hij kijkt naar mijn hart. En als mijn hart goed is, zullen de goede daden wel volgen. (Ik zal het nog duizend maal herhalen: ik gebruik het woord God in een mythische context.)
De evangelielezing wordt voorafgegaan door een tekst van Paulus. Nu word ik niet altijd vrolijk van Paulus, maar hier wel, want hij heeft het over de dood.
De angel van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet.
De dood steekt ons met zijn angel: de zonde. Zoals Paulus het hier stelt is de dood geen gevolg van de zonde, maar de oorzaak ervan. Een dode boom kan geen vruchten dragen. Het kan hier dus niet om de fysische dood gaan. Het gaat hier om een dood “hart”. Om harteloosheid. Harteloosheid leidt tot de zonde die er in bestaat dat men denkt goed te zijn als men de wet volgt. Ik denk dat ik het psychologisch gezien ook mag omkeren: je hart sterft af als je zomaar de regeltjes volgt. Eigenlijk is Paulus niet geïnteresseerd in de fysische dood en het fysische sterven, maar in het sterven van elke dag als ons hart verdort. Of nog: wie goed is, treedt buiten zichzelf en leeft. Wie bezig is met goed doen, is bezig met zichzelf, en blijft in zichzelf hangen, en is stervende. Is er leven na de fysische dood ? Eigenlijk is de vraag niet relevant. Wat telt is: is er leven tijdens het leven ? En dat leven heeft een naam: Liefde. Want God is Liefde.