Lang geleden al heb ik gesteld dat we rond deze tijd in een economische situatie zouden komen waarbij de consumptie de productie niet kan volgen. Het is overduidelijk dat we nu in zo ’n periode zitten.
Een van de voornaamste fenomenen is de verontrustende omvang van de kapitaalaccumulatie. De bekende sociaal wetenschapper Harvey daarover: “Sinds het jaar 2000 spreekt het IMF voortdurend over een ‘overschot aan liquiditeit’, wat eigenlijk betekent dat er een overschot aan geld is waarmee niemand weet wat te doen en waarin te investeren.”
Volgens het neolkapitalisme moet de overheid daarom nieuwe markten scheppen waar dat geld in kan geïnvesteerd worden. En voor de creatie van die nieuw markten zal de overheid belastinggeld gebruiken in de vorm van subsidiëring van producten die anders onbetaalbaar zouden zijn. De winst komt dus niet enkel van de productie, maar wordt gecreëerd door de overheid via de belastingen.
Maar die belastingen betekenen wel een verarming van de bevolking. De mensen zullen dan wel een elektrische auto hebben, maar minder geld om eten te kopen. En daardoor ontstaat maar weer eens de altijd terugkerende innerlijke tegenstelling van het kapitalisme: de concurrentie leidt tegelijkertijd tot grotere productie(capaciteit) (omdat massaproductie de prijs drukt) en vermindering van consumptie, (omdat de concurrentie de lonen drukt). En dan komen we opnieuw terecht in het schema dat ik in eerdere blogs al heb aangehaald: we komen in een situatie waarbij er een overproductiecapaciteit is, waarbij de consumptie niet kan volgen, maar als de consumptie niet kan volgen, stijgt de overproductiecapaciteit weer… Je kan in dit schema consumptie vervangen door werk. Het wordt dan: overproductiecapaciteit leidt tot werkloosheid, en werkloosheid tot nieuwe overproductiecapaciteit. Zo ontstaat er een toestand waarbij je een groot teveel hebt aan kapitaal: (fabrieken, machines) en tegelijkertijd aan mensen. Dat is dan het gevolg van een vicieuze cirkel. Zo ’n cirkel kan je enkel oplossen door de twee factoren tegelijkertijd op te lossen, want als je slechts één factor aanpakt, blijft de andere als oorzaak, en ben je gedoemd om te mislukken in je aanpak. In deze cirkel moet je dus tegelijkertijd fabrieken en werkmensen kwijt spelen. Dat kan enkel door een oorlog: na de oorlog zijn de fabrieken kapot gebombardeerd, en de mensen kapot geschoten. En vermits het in een geglobaliseerde wereld een wereldwijd probleem is, kan de oplossing enkel een wereldoorlog zijn.
Nu poogt het kapitalisme die cirkel op te lossen, maar het is duidelijk dat alles wat het onderneemt de cirkel enkel vertraagt: het voert plaatselijke oorlogen, geeft enorme sommen uit aan reclame…) probeert nieuwe markten te creëren (het neokapitalisme)… en toch ontstaat er die kapitaalaccumulatie…
Kapitaalaccumulatie vraagt dus weer nieuwe markten en dat wordt dan klimaat-economie.
Maar de Europese klimaateconomie kan enkel concurreren met de, bijvoorbeeld, Chinese, als de lonen dalen. En daar komt de migratie in beeld. Een massale aanvoer van nieuwe arbeidskrachten zal de arbeidsmarkt verstoren en leiden tot lagere lonen. Als deze nieuwe arbeidskrachten dan ook laag geschoold zijn, is dat natuurlijk mooi meegenomen. En zo komen de klimaatpaniek en het migratieprobleem plots in hetzelfde bedje te liggen. Daarbij leiden lagere lonen tot minder inkomsten voor de sociale zekerheid, en zal die dus worden afgebroken. En dat hangt dan weer samen met het feit dat het neokapitalisme nieuwe markten moet creëren op gebied van gezondheidszorg en sociale zekerheid. Maar die nieuwe markten functioneren enkel als oplossing voor de kapitaalaccumulatie als de sociale zekerheid wordt geprivatiseerd. De privatisering valt dus mooi samen met de afbraak van de sociale zekerheid. En zo valt de puzzel in mekaar.
In feite komt het er op neer dat het neokapitalisme door de migratie onze streken verandert in lage loonlanden, en zichzelf in stand houdt door de klimaathetze.
Morgen deel 3