Vandaag geen artikel van buitenuit als aanleiding voor mijn blog. Maar wel de teneur van een aantal uitspraken op Facebook in verband met de aanslagen in Parijs en Nice.
“We moeten met hen doen, wat ze met ons doen…”
En de repliek van een moslim die stelt dat het islamterrorisme het gevolg is van het feit dat wij geen respect hebben voor de islam; dat we Allah en Mohammed beledigen en dat we overal in de wereld moslims uitmoorden.
Laat het duidelijk zijn: zowel bij “die van ons”, als bij de moslim gaat het om wraak.
Ik moet toch nog even herhalen wat ik eergisteren, zondag, al onder de aandacht bracht: het Oude Testament valt totaal niet samen met de christelijke boodschap. Die vind je enkel in het Nieuwe Testament. Mensen die het christendom aanvallen met teksten vanuit het Oude Testament hebben iets fundamenteels niet begrepen. Nu mag dat voor gewone mensen niet echt een verwijt zijn, want nogal wat kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders zijn in hetzelfde bedje ziek en verwarren het boodschap van Jezus met die van het Oude Testament.
Terug naar de wraak.
In de omgang met kwaad is er inzichtelijk een positieve evolutie geweest. Ik zeg inzichtelijk omdat er naast het inzichtelijke natuurlijk ook nog de emotionele factor is die dikwijls sterker is dan het inzicht.
Bij de primitieve stammen heerste de wet van de bloedwraak: als iemand van de ene stam een lid van een andere stam had vermoord, moest er wraak genomen worden, en die wraak moest erger zijn dan de eerste wandaad. Voor één dode, moesten er minstens twee als antwoord dienen.
Dit leidt natuurlijk tot een afschuwelijke ketting van onheil. Want de wraak vraagt natuurlijk om weerwraak.
Bij de Joden lezen we dan in het Oude Testament: oog om oog, tand om tand. Tegenstanders van het christendom gebruiken deze tekst wel eens om aan te tonen dat het christendom helemaal niet zo vredelievend is omdat het oproept tot wraak. Eerst en vooral dus: dit is een tekst in het Oude Testament, en niet relevant voor de christelijke boodschap.
Als je zo ’n zinnetje leest lijkt de boodschap duidelijk. Maar bij bijbelse teksten moet je altijd op zoek gaan naar de ontstaansgeschiedenis. En dan blijkt dat deze uitspraak er gekomen is in een tijd dat de Joden tot het inzicht kwamen dat de bloedwraak eigenlijk onaanvaardbaar was. Ze hebben de wraak waarbij de wraak erger moest zijn dan de eerste wandaad dan gemilderd. Als je de tekst correct leest, begrijp je het dadelijk. Dan staat er één oog voor één oog, één tand voor één tand. Voor één oog niet méér dan één oog…
Het Oude Testament brengt een vooruitgang in het denken en het omgaan met wraak, vergeleken met de bloedwraak.
Op zich moeten we die vooruitgang waarderen. Je kan van mensen in die tijd niet verwachten dat ze zo maar de idee van wraak vaarwel zeggen. Maar natuurlijk: vanuit dat principe stopt de keten van wraaknemingen niet. Het kwaad wordt beperkt, maar woekert verder.
Dan komt Jezus in het Nieuwe Testament met de uitspraak: “Als men je op de ene wang slaat, biedt dan de andere aan”. Hiermee zet hij een stap verder dan “oog om oog, tand om tand. Hij zet zelfs de ultieme stap. Want zijn uitspraak betekent dat je kwaad niet met kwaad of wraak mag vergelden. Hij stopt de keten van kwaad. Verder kan je niet gaan.
Iemand op de wang slaan betekende bij de Joden niet per se geweld gebruiken: het was een vorm van beledigen. Vergelijk het met edelen in de middeleeuwen die een tegenstanders met losse handschoen op de wang sloegen en hem daarmee uitdaagden voor een duel.
Beantwoord een belediging niet met een belediging, en dus al zeker niet met gewelddadige wraak. Je kan daar nog dieper over nadenken en dan kom je tot een opvallend inzicht: als iemand je beledigt door op je wang te slaan en je antwoordt door je andere wang aan te bieden, wil dat eigenlijk zeggen dat de belediging je niet raakt. Jezus toont hier een enorm besef van wat echte kracht eigenlijk is: jij kan me niet beledigen. Je kan me niet raken. Je bent niet bekwaam om mij te kwetsen.
Dat geldt uiteraard niet voor fysiek geweld. Het was belangrijk om de tekst in zijn juiste culturele context te plaatsen en zo de overgang te maken van geweld naar belediging om tot dit diep inzicht van innerlijke rust te komen.
Laat het ondertussen duidelijk zijn dat het cultiveren van wraakgevoelens een mens niet gelukkiger maakt. Uit vele getuigenissen blijkt dat ook de geslaagde uitvoering van wraak niet leidt tot echte opluchting of verlossing. Ik besef dat het niet gemakkelijk is om wraakzucht uit je hart te bannen als, bijvoorbeeld, een geliefde kwaad wordt gedaan. En ik heb er alle begrip voor als dat niet lukt. Maar er is een verschil tussen het cultiveren van wraak als horend tot de eigen cultuur, en het oproepen tot innerlijke strijd tegen wraak. Ik denk te mogen stellen dat die cultuur van wraak nog steeds ontwikkeld wordt in de islam en zeker in de Arabische wereld. Daarbij kan het natuurlijk zijn dat het precies de Arabische cultuur is waarin de islam ontstaan is, die heeft geleid tot de wraakcultuur bij de moslims (ook niet Arabische). Daarmee stelt het christendom (als het goed begrepen is) zich toch fundamenteel anders op dan de islam (ik durf niet meer schrijven dat het christendom zich hiermee boven de islam stelt.)
De uitspraak “als men je op de ene wang slaat…” is niet zo maar een afzonderlijke idee in de boodschap van Jezus. Als ze dat was, zou je nog kunnen zeggen dat ze niet representatief is voor de christelijke boodschap. Maar Jezus heeft deze uitspraak nog geradicaliseerd als hij zegt: heb je vijand lief.