Wachten is niet gelijk aan geduld.

Logia

Kolet Janssen

‘Advent en corona: een oefening in wachten’

Nu het wachten ‘incontournable’ is geworden voor ons allemaal, kan het handig zijn om ons te laten inspireren door wie al eeuwenlang ervaring heeft met een wachtperiode.

De advent betekent het cultiveren van het wachten. Het is geen wachten waartoe we verplicht zijn door de omstandigheden. Het is wachten omdat we willen wachten. Nogal wat mensen in deze tijd van oppervlakkigheid weigeren inderdaad om te wachten. Ze ergeren zich dood als het niet snel genoeg gaat. Anderen leggen zich er bij neer en hun wachten wordt een dulden – geduld. Maar je kan ook wachten omdat je wachten belangrijk vindt. Dat is het wachten van christenen.

Wachten is belangrijk omdat niet (meer) wachten voor een christen betekent dat hij iets opgeeft.

Kerstmis hoort natuurlijk thuis bij de mythes. Ik zal hier dus noodgedwongen mythologische taal gebruiken.

Kerstmis is het feest van de komst van God als mens bij de mensen. Ik ga hier nu niet verder in op het belang van die komst. Dat is onderwerp voor een blog bij Kerstmis.

Maar het spreekt vanzelf dat deze komst voor christenen van essentieel belang is.

Ieder jaar opnieuw verplichten christenen zich er toe om dit essentieel element in herinnering te brengen door de viering van het kerstfeest.

Ik heb het nu over echte christenen en niet over de mensen die pleiten voor verlichting van de corona-verboden om met meer volk kerstmis te kunnen vieren.

In de mythe is de komst van God een gebeurtenis op een bepaald ogenblik in de tijd, een dikke tweeduizend jaar geleden. Maar uiteraard is de komst van God een gebeurtenis die nooit af is. Om het met een grapje uit te drukken: vermits God oneindig is, zal hij nooit helemaal gekomen zijn.

De komst van God betekent heil. De redding van de wereld.

In mijn kindertijd vond ik kerstmis maar niks. Boerenbedrog. Want ons werd voorgehouden dat de komst van God betekende dat de wereld gered was. Ah ja ? Maar ik zag toch met eigen ogen dat de wereld helemaal niet gered was, maar wel één grote rotzooi ? Ik heb ooit stiekem mijn ouders afgeluisterd toen ze aan het beraadslagen waren of ze me naar een “verbeteringsgesticht” zouden sturen wegens onhandelbaar. Zo gered was ik dus toch niet ?

Maar het is wel duidelijk dat de wereld redding nodig heeft. Geloof ik dat de wereld ooit beter zal worden ? Ik ben geen liberaal. Liberalen geloven niet dat de wereld beter kan worden en proberen dus om dan zelf er maar beter van te worden. Wat doen de liberalen eigenlijk in een regering ?

Ja, ik geloof dat de wereld beter kan worden. Kan. En ik hoop dat de wereld beter zàl worden.

Kerstmis vieren betekent dat ik dat geloof en die hoop cultiveer.

Maar zoals gezegd: hopen is wachten. In de advent cultiveer ik dat wachten.

Nu is wachten natuurlijk niet per definitie passief. Het is niet altijd wachten op God-ot. Je kan wie je verwacht ook tegemoet gaan.

Daarom is de advent niet enkel wachten, maar ook een toeleven naar. Iedere adventszondag doen we een stap dichterbij.

Hoop doet leven. Leven is bewegen, handelen. Het handelen in de hoop is handelen dat het gehoopte dichterbij brengt of ons dichterbij het gehoopte brengt.

Mijn hoop op de redding van de wereld leidt me dus tot handelen om die redding te bevorderen.

Ja, de christen is een wereldverbeteraar. Realisten, liberalen en opportunisten lachen wel eens met wereldverbeteraars en beschuldigen ze van hoogmoed: waar halen wij de pretentie om een model te ontwerpen van een ideale wereld ? Welnu, in dat laatste hebben ze gelijk Vermits de mens niet de schepper is (mythologische taal ! ) kan hij ook niet de  ultieme vormgever zijn van de wereld. Nederigheid past de mens. Zeker in het geheel van de schepping.

Ook dàt is kerstmis: de komst van God als redder betekent dat niet de mens de redder is van zijn wereld. Als de wereld te groot is voor de mens, kan de redding ultiem enkel komen van iets/iemand die groter is dan de mens.

Precies daarom gaat het in mijn actief wachten niet om mijn activiteit, maar ook om het wachten. Dat betekent dat mijn activiteit zowel in haar richting als in haar inhoud niet zo maar door mij zelf bepaald mag worden. Ik heb inspiratie nodig die mij gegeven wordt en die mijn activiteit een doel geeft, waarbij het doel ook de middelen bepaalt. (Dat betekent niet dat het doel de middelen heiligt ! )

Die inspiratie vind ik vooral in de evangelies.

Kerstmis zal mij een belangrijk zicht geven op de wereld zoals hij er gered uit moet zien.

Maar dat is dus voor mijn blog bij kerstmis. Daarop zal je moeten wachten.

 

 
 
 
 
 
 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *