Coca Cola in het Amazonewoud

In het Amazonewoud wonen stammen. Het stamhoofd heeft het recht om onder de meisjes zijn keuze te maken en te bepalen wie een van zijn vrouwen zal worden. Hij krijgt dat recht omdat hij sterkere spieren en een steviger piemel heeft dan de andere mannen. Het is een kwestie van macht. Zijn keuze wordt bepaald door de kans op vruchtbaarheid van de meisjes. Hij kijkt daarvoor naar de verhouding tussen hun lende en bekken.

Antropologen hebben aan die stamhoofden foto’s van vrouwen van alle rassen en formaten voorgelegd. Telkens halen ze er de vrouwen uit met de verhoudingen van Marylin Monroe. Ook de Kennedy’s hadden een voorkeur voor die maten.

Die stamhoofden worden me door groene vrienden als verdedigers van de planeet voorgeschoteld. Ah ja, want ze kunnen zo mooi praten over moeder aarde. Het zijn verdomme perverten die hun moeder zouden neuken als ze op Marylin zou lijken. Neen, ik heb het nu niet over mijn groene vrienden. Die vallen meer op het type Anuna.

Op een terrasje drinkt mijn toevallige vriendin van even een cola.

Ik vraag haar:

Jij drinkt graag cola ?

Ja, waarom ?

Waarom eigenlijk drink je graag cola ?

Wat is dat voor een domme vraag: omdat het lekker is natuurlijk !

En waarom vind je cola lekker ?

Ja zeg, waarom vind je iets lekker ?

Ja, waarom vind je cola lekker ? Vind je lauwe cola lekker ?

Neen, natuurlijk niet. Cola moet ijskoud zijn.

Ah ja, want de koude verdooft je papillen zodat je niet meer proeft dat  het eigelijk niet lekker is. Dus waarom vind je cola toch lekker ?

Ja, lieve lezer waarom vind jij cola lekker ?

Het antwoord vind je bij de stamhoofden in het Amazonewoud en bij de Kennedy’s. Cola is er in geslaagd om het drankje in onze geesten te vereenzelvigen met gezondheid, vruchtbaarheid, energie… Niet dat die in het drankje zitten. Het tegendeel is waar. Maar het gaat om het imago. En dat wordt bepaald door de reclame. Waarschijnlijk is er geen enkel product waarvoor zoveel reclame wordt gemaakt als voor Cola. Dat is ook normaal, want om de mensheid er van te overtuigen dat iets wat niet lekker is, toch lekker is, moet je natuurlijk straffe reclame maken.

Kijk eens naar het oorspronkelijke flesje Cola. Het heeft precies dezelfde verhoudingen als die van Marylin…

Kijk ook naar de letters van de  naam Coca Cola. Ik ga het hier niet in detail beschrijven – ik doe niet aan porno – maar als je een beetje creatief kijkt, zie je billen – of borsten, je mag kiezen – een vagina, een penetratie… Het is pure sex. Uiteraard is het niet uitgesproken, want anders mist het zijn effect: het is immers de bedoeling dat je het niet als zodanig opmerkt, maar dat je het onbewust wel herkent en dat het zo in je onderbewustzijn binnensluipt en vandaar je smaak en handelen beïnvloedt. Je associeert cola met sex, gezondheid, vruchtbaarheid… en dus vind je het lekker.

In de US hebben ze proeverijen van koffie georganiseerd. Ze hebben in het bijzijn van de proevers koffie gezet. De ene koffie kwam uit een simpele bruine zak. De andere uit een rood-witte zak. Je raadt het al: de overgrote meerderheid van de proevers vond de koffie uit de rood-witte zak lekkerder. Toch was het precies dezelfde koffie. De smaak van de proevers werd bepaald door de kleur van de verpakking. Jij denkt dat je smaak persoonlijk is ? Hij wordt – verdomd ! – bepaald door de kleur van een zak ! 

Wandel nu eens door je supermarkt en zoek een verpakking waarin nergens op een of andere manier de combinatie rood-wit is verwerkt. Je zal er niet veel van die verpakkingen vinden. Op de tweede plaats in de kleurencombinaties die de verkoop bevorderen, staat de combinatie blauw-wit.

In de VS heb je in elke stad die naam waardig, wel een TV-station dat enkel in die stad te bekijken valt. In enkele steden hebben ze tijdens de uitzending van films en soaps stiekem zeer kort verschijnende beelden met de naam van een bepaald merk koffie binnengesmokkeld. Die beelden verschijnen zo kort op het scherm dat niemand ze opmerkt. Maar je hebt ze natuurlijk wel gezien, ook al besef je het niet. In die steden was de verkoop van die koffie na een maand met 30% gestegen. Dit soort reclame is ondertussen officieel verboden. Maar bij mijn weten wordt daar niet echt op gecontroleerd…

Neen, reclame is dus niet onschuldig.

Ze is pure manipulatie via het onderbewustzijn en schept dus een onvrijheid waartegen zelfs geen verweer mogelijk is omdat je zelfs niet beseft dat je onvrij bent.

Als Lachaert, de recente verdediger van het liberalisme in naam van de vrijheid consequent is, wordt hij de hevigste tegenstander van reclame. Dat is hij niet en zal hij nooit worden. Zijn pleidooi voor vrijheid is oneerlijk, hypocriet, voor mijn part misdadig. Ik ben voor échte vrijheid. In deze tijd begint het gevecht daarvoor bij het gevecht tegen reclame.

Reclame is in de geesten van de mensen ook bevordering van hebzucht en genotzucht. Ook hebzucht en genotzucht zijn vormen van onvrijheid.

Neen, er is niets tegen bezit of genot. Maar als het zucht wordt, ontstaat een vorm van perversie: het wordt ziekelijk. Raar, dat deze ziekte is deze tijd zo weinig wordt herkend als ziekte. Of liever: eigenlijk is het niét raar in een tijd waarin bedrijven miljarden uitgeven aan reclame en ondertussen zelfs mensen met een diploma beweren dat reclame op hen geen effect heeft. Neen, natuurlijk niet: de miljarden verdienende CEO’s van die bedrijven zijn dwazen die die miljarden voor reclame zo maar onnuttig op straat gooien. Waar dat geld voor die miljarden vergoedingen voor die CEO’s dan vandaan komt, mag Joost weten. Joost weet het niet, maar ik wel.

Natuurlijk wordt hebzucht ook gecultiveerd onder de mensen door een economisch systeem dat als doel de winst heeft. De kapitalist is per definitie een zieke. Maar als een arbeider dag in dag uit werkt om winst te genereren – al is het niet voor zichzelf – kan het niet anders of dat ontwikkelt ook zijn hebzucht. 

Lachaert is daar allemaal voor in naam van de vrijheid.

Wil iemand die meer te vertellen heeft dan ik nu eindelijk eens opstaan en het kapitalisme ontmaskeren als een systeem van onvrijheid, niet enkel de oppervlakkige onvrijheid van de mens die niet kan doen wat hij wil, al was het maar omdat hij arm is, maar ook de diepste onvrijheid die zich nestelt in de geesten ?

Tenslotte, ter attentie van links: als je de mens niet kan bevrijden van die onvrijheid, is je strijd voor een rechtvaardige wereld bij voorbaat verloren. En vraag je dan nu maar eens af waar je mee bezig bent als je de mensen er toe aanzet om op straat te komen voor een hoger pensioen.

Mijn woordenvoorraad voor deze blog is op. Denk er dus zelf maar eens wat verder over na – in de mate van je door onvrijheid beperkte mogelijkheden.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *