Zojuist hoorde ik Frank Vandenbroucke op de radio bezig over de zelftesten die kinderen zouden moeten ondergaan om de scholen open te houden.
Het komt er op neer dat de politiek de taak over laat aan de ouders.
Ook Weyts verwijst naar de ouders “van wie toch ook een kleine inspanning mag worden verwacht”…
Beiden hebben het over de financiële kost voor de ouders. De gezinsbond berekent dat die kost voor een gezin met een paar kinderen toch wel aanzienlijk is en voor mensen die het al niet te breed hebben een grote belasting.
Er wordt dan geschermd met goedkoop testmateriaal voor mensen met een medische maximumfactuur. Dat zou de kost voor de meer behoeftige medemens draaglijk moeten maken.
Maar ik heb nog niemand gehoord over een probleem van een totaal andere orde: de vele gezinnen waarin de ouders mentaal, psychologisch, intellectueel, cultureel niet in staat zijn om hun gezin fatsoenlijk te organiseren, laat staan om de discipline op te brengen die nodig is voor een wekelijkse zelftest van hun kinderen.
De armoedecijfers in ons welvarende land met zijn schitterende sociale zekerheid stijgen en blijven stijgen.
Voor welstellenden komt armoede neer op gebrek aan geld. Maar armoede gaat samen met zoveel meer. Financiële armoede is misschien zelfs slechts het topje van de ijsberg.
Je kan gaan nadenken over oorzaak en gevolg, maar in de context van deze blog, maakt het niet uit. Wat zeker is: financiële armoede gaat dikwijls/meestal samen met maatschappelijke uitsluiting – niet enkel door de samenleving, maar ook de arme die zichzelf uitsluit -, mentale en psychologische problemen, en gebrek aan fundamentele vaardigheden om te functioneren in onze ingewikkelde samenleving en aan een bepaalde discipline die nodig is voor dat functioneren.
Onze leerkrachten stellen dagelijks vast dat een aantal leerlingen naar school komen met een lege brooddoos, of een brooddoos, gevuld met het ongezondste snelvoedsel.
Is die lege brooddoos enkel het gevolg van gebrek aan geld om voedsel te kopen ? Of is ze ook een gevolg van de chaos in een gezin met ouders die te laat zijn opgestaan en gewoon de ochtend van hun kind niet fatsoenlijk georganiseerd krijgen ?
Ik ontmoet nogal wat mensen die het zich niet kunnen voorstellen. Zij zelf hebben geen probleem met die organisatie en hebben het dan graag over “waar een wil is, is een weg”, en over “karakter tonen”…
Ik heb iemand gekend voor wie het onmogelijk was om op tijd uit zijn bed en op zijn werk te komen. Na het zoveelste ontslag had hij het dan maar opgegeven. Hij stond niet ingeschreven als werkzoekende. De buren verweten hem dat hij lui was.
Maar als hij dan toch uit zijn bed geraakt was, trok hij rond om afvalhout op te kopen. Hij had zich een zaagmachine aangeschaft en dat hout verwerkte hij tot mooie plankjes die hij dan weer kon verpatsen. Die gast werkte de hele buurt op de zenuwen want, ’s avonds om tien uur stond hij nog altijd bij zijn zaagmachine en klonk het gesnerp van die machine door de straat. Lui ? Die mens werkte harder en klopte meer uren per dag dan de mensen die hem lui noemden. Alleen paste hij niet in het ritme van ons industrieel gebeuren.
Gelukkig had hij geen kinderen, want die zouden gegarandeerd zeker met een lege brooddoos naar school zijn gaan.
Ik ben opgegroeid in een “normaal” gezin. Als peuter al heb ik bepaalde disciplines geleerd. Mijn ouders leefde mij een “voorname” levensstijl voor… Ik ging naar een deftige school: lager, middelbaar, hoger onderwijs… schakelde van daar over op een goed betaalde job… Kortom ik werd volwassen en had enkel geleefd in dat weldoende burgerlijke milieu. Ik had natuurlijk gelezen over armoede. In Leuven leefde een sterke beweging voor “ontwikkelingssamenwerking” waar ik enthousiast aan meewerkte. Maar concreet had ik geen enkel benul van wat een leven in armoede eigenlijk is en van de “menselijkheid” van de arme.
Tot ik door omstandigheden waarover ik hier nu niet wil uitweiden een tijd lang het leven van armen heb moeten/mogen delen.
Ik begrijp dus dat de “normale” welstellende mens het zich niet kan voorstellen. Ik begrijp dat die mens persoonlijk inspanningen heeft moeten doen om tot zijn “voorname” manier van leven en het maatschappelijk succes te komen, en dat hij fier is op wat hij heeft bereikt. Van daar uit heeft die mens dan ook de neiging om te denken dat mensen die er niet in slagen om maatschappelijk te functioneren gewoon onvoldoende inspanningen hebben geleverd. Kortom: hij stelt zijn (gedeeltelijk terechte) verdienste tegenover de “schuld” van de “mislukte”.
Maar laat het duidelijk zijn dat het niet gaat om “schuld”. Het gaat niet om “te kort schieten”. Het gaat niet om “beter je best doen”… Het gaat om onmacht, om zwakte…
Dàt besef schijnt te ontbreken bij velen van ons, mensen die “het goed doen”. En het ontbreekt zeer duidelijk in de klasse van onze politici.
Onze politici leven in een bubbel met andere politici. Dat is zeker zo voor de politici aan de top. Hun job vraagt van hen zeer veel werkuren per dag.
Als ik om 7 uur ’s morgens de radio op zet, hoor ik al een politicus een interview geven. ’S avonds zit die mens in Terzake. Tijdens die lange werkdagen ontmoet hij enkel mensen van zijn soort.
De koning kan wel zijn botten aantrekken (door ons betaald ! ) om door het water in Pepinster te gaan waden, en daar wat meelevende woordjes te prevelen, maar daarna keert hij terug naar zijn paleis. Hij heeft de miserie misschien wel gezien, maar niet gevoeld.
Het wordt hoog tijd dat wij allemaal, en onze politici op de eerste plaats (over een koning maak ik me geen illusies) onze bubbel open trekken en er armen in binnen laten.
De PVDA wil meer “gewoon werkvolk” in het parlement. Terecht. Maar het is niet genoeg.
Laat het ook duidelijk zijn: het armoede-probleem is niet enkel een probleem van financiële aard. Het socialistische ideaal van een sociale zekerheid is goed, maar het is een vreselijke fout dat het socialisme in dat materialisme is blijven steken, of liever: er naar is teruggekeerd.
Een socialisme zonder socialistische fanfares, turnkringen, toneelverenigingen, sportverenigingen… is geen socialisme. En ik heb het hier nu niet over “partij-socialisme”. Het gaat om fanfares, turnkringen… die de armen bereiken.
Daar is nog veel over te zeggen, maar ik moet rekening houden met de intellectuele en concentratiebeperkingen van mijn lezers en dus moet ik hier nu stoppen. Dat is dan mijn manier om al te beginnen met de aanpassing aan de mentale, intellectuele… tekortkomingen, dan wel niet van armen, maar toch…