Business AM
Rijkste 1 procent Amerikanen werd tijdens pandemie 12.000 miljard dollar rijker
Waanzin. Hiermee vergeleken wordt de waanzin van Poetin een heel klein waanzinnetje. Neen, ik zeg dit niet zo maar, maar wel omdat ook deze economische waanzin tot oorlog leidt. En niet zo maar tot één oorlog, maar tot zo wat àlle oorlogen en finaal tot de grote oorlog.
Elke oorlog gaat over economie.
Bij Oekraïne spelen geopolitieke factoren, vertrekkende van de Amerikanen met hun absurde en ziekelijke drang tot hegemonie over de wereld. Maar ook die hegemonie gaat over economie.
Tenslotte gaat elke oorlog over controle over grondgebied. Maar het gaat dan niet zo maar over een groot grondgebied, maar wel over de rijkdommen van die grond: de landbouw, de grondstoffen en de mensen om die rijkdommen te exploiteren. En dus gaat het over economie.
Voor zo ’n oorlog moet je natuurlijk bevolkingen op gang krijgen. Daarvoor dienen dan religie, nationalisme, vaderlandsliefde. Ze zijn middelen om de massa zo ver te krijgen dat ze zich enthousiast en heldhaftig in dienst stelt van de machthebbers die de eigenlijk oorlogsvoerders zijn en de winsten van de oorlog op zullen trekken. De heldhaftige Oekraïners zijn daar nu een goed voorbeeld van. Natuurlijk heb ik respect voor die mensen. Maar eigenlijk zijn het onvrijen die zich niet bewust zijn van hun onvrijheid en zich in dienst stellen van het krapuul dat tot de oorlog heeft besloten. Praat over vrijheid, onafhankelijkheid, mensenrechten, democratie… is gelul. Als een machthebber die woorden uitspreekt, is hij aan ‘t liegen.
Ook bij ons speelt dezelfde manipulatie waarbij we zonder morren incasseren dat onze portemonnee’s worden geplunderd voor verhoging van defensie-uitgaven en wapens voor Zelensky en zijn kliek. Dat wij zo gemakkelijk incasseren is natuurlijk ook het gevolg van het feit dat we de echte rekeningen pas later zullen gepresteerd krijgen. Dat het brood en de brandstoffen nu duurder worden door de oorlog, zal een niemendalletje blijken als we de leningen gaan moeten terugbetalen die onze feitelijk failliete overheid nu aangaat om de smeerlapperij te financieren.
Elke oorlog is een economische oorlog en ons economische systeem kàn niet zonder oorlog.
Je kan bij het nadenken over economie oneindig veel zijwegen bewandelen. Maar als je naar de kern van de zaak gaat, wordt het dit:
De motor van de economie is de concurrentie. Die verplicht de kapitalist om zo goed koop mogelijk te produceren om de concurrentie te winnen op de markt. Zo goedkoop mogelijk betekent: zoveel mogelijk, op zo kort mogelijke tijd met zo weinig mogelijk loon voor de arbeider.
Ik laat het kapitalisme beginnen bij de industriële revolutie rond 1750 en de technologische ontwikkelingen die leiden tot de massaproductie. Het woord massa is belangrijk.
De concurrentie leidt dus tot massaproductie en lage lonen.
Maar wat gemaakt wordt moet ook gekocht en geconsumeerd worden. De massaproductie leidt weliswaar tot goedkope producten, maar de lage lonen leiden tegelijkertijd ook tot lage consumptie.
We zitten hier bij een innerlijke tegenspraak van het kapitalisme. Soms is er een evenwicht tussen productie (aanbod) en consumptie (vraag), maar dat is eigenlijk een uitzonderlijke toestand.
Er ontstaan dus periodes waarin de consumptie de productie niet kan volgen.
Na een fase van opgang met meer vraag dan aanbod, komt er een korte periode van evenwicht, gevolgd door een fase met meer aanbod dan vraag, of anders gezegd: overproductie. Je hoeft de geschiedenis van de economie maar te overlopen om dat te kunnen vast stellen.
Op dat ogenblik ontstaat een vicieuze cirkel.
De overproductie leidt tot werkloosheid.
Werkloosheid leidt tot vermindering van de vraag.
Vermindering van de vraag leidt tot nieuwe overproductie…die overproductie leidt tot nieuwe werkloosheid… enz.
De overproductie is ondertussen ook overproductiecapaciteit geworden: er zijn teveel fabrieken, machines.
De stijgende werkloosheid komt er op neer dat er een teveel is aan arbeiders.
Een vicieuze cirkel kan slechts doorbroken worden door de gelijktijdige oplossing van de twee factoren. Het helpt niet om enkel de werkloosheid aan te pakken (werkloosheidsuitkeringen) als niet tegelijkertijd ook de overproductie wordt opgelost, want die overproductie is oorzaak van nieuwe werkloosheid. En andersom.
We moeten dus tegelijkertijd af van een teveel aan productiecapaciteit en van een teveel aan werkvolk.
Er is slechts één manier om dat op te lossen: een oorlog die tegelijkertijd de fabrieken kapot bombardeert en het werkvolk kapot schiet. Probleem opgelost.
Dàt is het kapitalisme: het leidt onverbiddelijk tot oorlog.
Veel mensen zullen de evolutie niet dadelijk herkennen, want de neergaande lijn gaat zelf ook met opgang en neergang, maar dan telkens met meer neergang dan opgang. Tegelijkertijd wijkt de lijn ook zijwaarts uit: niet overal in de wereld is er tegelijkertijd veel werkloosheid… Het feit dat er nu bij ons krapte is op de arbeidsmarkt, verandert niets aan het feit dat er wereldwijd een enorme werkloosheid is. Het beste bewijs daarvan is de migratie. Onze krapte op de arbeidsmarkt kan nooit de migratie opvangen.
Het draaien van de vicieuze cirkel wordt ook nog vertraagd door een aantal factoren. Maar kan het niet stoppen.
Reclame stimuleert de vraag.
Op dit ogenlik worden er waanzinnige sommen uitgegeven aan reclame. Denk aan het inkomen van de voetballers… Dat is een teken dat er tekort is aan consumptie en dus een teveel aan productie.
Onze werkloosheidsuitkeringen maken dat werklozen wél nog kunnen consumeren. Maar het effect is slechts vertragend, want ze kunnen nooit zoveel consumeren als wanneer ze werken.
Plaatselijke oorlogen (Korea, Vietnam, Afghanistan, Irak, opnieuw Afghanistan, Libie, Syrië, Oekraïne grijpen in op zowel productiecapaciteit als overschot aan mensen, maar, zeker binnen de globalisering kunnen ze de cirkel wel vertragen, maar niet oplossen: je kan een probleem van de wereldeconomie niet oplossen met plaatselijke ingrepen. Het feit dat sinds de Tweede Wereldoorlog de plaatselijke oorlogen zich in steeds sneller tempo zijn gaan opvolgen (Syrië is nog niet gedaan, maar toch al Oekraïne, is een signaal dat enkel een nakende grote oorlog het kapitalistische systeem kan redden.
En dus zal die oorlog er komen.
Altijd spelen natuurlijk ook bijkomende factoren een rol. Je kan de persoonlijkheid van Hitler, Biden of Poetin zien als zo ’n factor, maar die bijkomende factoren dragen bij, maar zijn niet bepalend. Het lijkt er op alsof de geschiedenis altijd de juiste personen aan de macht brengt die zich inschakelen in het geprogrammeerde verloop van die geschiedenis; geprogrammeerd in de zin van: geprogrammeerd door de wetten van het systeem. In dit geval dan op de eerste plaats de concurrentie. (Maar natuurlijk ook winst als doel van economische activiteit en het privébezit van productiemiddelen.)
Wie écht vrede wil, moet ook afwillen van het kapitalisme. Als na de komende grote oorlog het kapitalisme (concurrentie, winst, privébezit van productiemiddelen) gewoon herneemt, begint een nieuwe cyclus, leidend tot de volgende grote oorlog.
De optimist in mij hoopt dat de mensheid als geheel door die oorlog tot inzicht zal komen en een grote sprong vooruit zal maken richting echte menselijkheid.