Ego’s en christenen

Doorbraak

Frank Hellemans

Jan Flamend en het geluk van de genereuze

Zoektocht naar antidotum tegen hyperindividualisme van vandaag

Allemaal ego’s. Het gevecht om aandacht is Jan Flamends summa.

Eigenlijk is het een soort van testament over de zin van het leven in een tijd van al te veel egoïsme en te weinig altruïsme. Je krijgt het gevoel dat Flamend, die tijdens workshops over verkooptechnieken de hele wereld heeft rondgereisd, nu eindelijk eens zijn kaarten op tafel wou leggen. Een boek met een hoge urgentie dus, zoals dat heet

Er is niets mis met grote ego’s. Als ze zich maar in dienst stellen; als ze zich maar inzetten voor gemeenschapsvorming; als ze maar bekommerd zijn voor anderen.

Natuurlijk moet je daarbij de vraag stellen wat een ego eigenlijk groot maakt ?

En inderdaad, als je dan naar de ego’s van nogal wat mensen van nu kijkt, dan zie je weinig echte grootsheid, maar veel opgeblazen niks.

Psychologen zijn het er over eens: het narcisme neemt de laatste jaren onrustwekkend toe. Dat heeft zeker te maken met de ongezonde omgang met nogal wat apps.

De narcist van vandaag is tevreden met veel opgestoken duimpjes op facebook. Er lopen ook nogal wat narcisten rond die zich gelukkig wanen omdat ze een mooie carrière maken in de wereld van het geld. 

Alexander De Croo heeft een groot ego. Voor hem is de hemel een plaatsje op de stoel van secretaris-generaal van de navo. Ik gun het hem niet.

Van mij mag iemand met veel talent die met hard werken zichzelf ontwikkelt tot een gerespecteerd kunstenaar/sportman, best wel fier zijn op zijn prestaties. Zolang hij maar niet neerkijkt op anderen en zijn talent ook in dienst stelt.

Na de match gaan voetballers de supporters groeten. Dat staat in hun contract. Daar vind je de pervertering van talent dat zich in dienst stelt. Een voetballer die het écht (ook) doet voor de supporters wordt mee in het bad van de commercialisering getrokken: de manager komt hem verplichten om zijn oorspronkelijk eerlijke instelling te beleven in een oneerlijke omgeving. Als die voetballer de supporters groet omdat de manager het wil, verlaagt hij zichzelf tot een product dat moet verkocht worden.

In deze tijd is het voor getalenteerde mensen moeilijk om zich oprecht in dienst te stellen, want zowat alles is vercommercialiseerd. En dan wordt het hoererij.

Je moet iemand zijn om een ander te kunnen ontmoeten. Als je een ander niét kunt ontmoeten ben je eenzaam.

Zichzelfverheerlijkende ego’s zijn eenzaam.

Boeddha en Jezus waren grote ego’s, sterke persoonlijkheden, maar zeker Jezus stelde zichzelf totaal in dienst van…

Over Boeddha weet ik niet genoeg.

Ja, nu gaan sommigen dadelijk opwerpen dat die Jezus toch niet echt bestaan heeft zoals hij ons is overgeleverd. En dan ? Ooit ergens heeft een groep mensen, al dan niet in navolging van een Jezus, beseft waar het geluk te vinden is. Ze hebben dat besef in een verhaal gegoten – in die tijd werd zowat alles in verhalen verteld – en ik geloof nu dat de boodschap van dat verhaal wààr is.

Over die Jezus moet ik toch even doorgaan, want met alle waardering voor Jan Flamand, hélemaal heeft hij het toch niet begrepen.

Dat van die waardering méén ik: ik ken niet veel mensen die in zijn wereld rondstruinen en tegelijkertijd tot zo’n diepgang komen. Wie in die wereld naar diepgang zoekt, wordt een cynicus.

Ik beken: ik heb het boek van Flamand (nog) niet gelezen en ga dus enkel verder op wat Frank Hellemans er over meedeelt.

Ik vind de idee van zelfoverstijging belangrijk. Filosofisch gezien zou je die idee kunnen zien als verwijzend naar God. De eerste eigenschap van God is transcendentie of overstijging. Bij zelfoverstijging aanvaard ik dat er iets/iemand is die mij overstijgt. Ik kan begrijpen dat er mensen zijn die daarbij niet aan God willen denken omdat ze geen andere God kennen dan de figuur die ons in godsdienstlessen is voorgehouden. Ook ik wijs die God af. 

Nu, op zich is het niet belangrijk of je al dan niet God er bij wil betrekken: het gaat er om dat je bewust bent en aanvaardt dat er iets/iemand je overstijgt; dat je niet het middelpunt van het heelal bent; dat je slechts iets betekent als deel van een groter geheel; dat je de schepping niet neerhaalt naar je eigen kleine bestaan, maar ze ziet in al haar grootsheid; dat je die schepping dan ook respecteert en niet enkel wil dat ze voor jou nuttig is, maar ook dat jij nuttig bent voor haar – in de mate dat het woord nuttig hier echt past.

Tot hier zit je in de sfeer van de religie.

Wanneer wordt het godsdienst ?

Sommigen zullen antwoorden: als je dat overstijgende ook als een persoon ziet.

Voor mij is het belangrijk dat dit aspect persoon er bij komt, maar ik hou er niet van om God zo maar als een persoon te zien. God is op zijn minst persoon, maar in feite veel meer. Wat dat veel meer inhoudt kan ik niet bevatten, anders zou ik zelf God zijn. Ik kan daar dus enkel over spreken in verwijzingen.

Voor mij geeft het christendom de beste hint naar wat dat veel meer zou kunnen zijn in de bepaling van God als liefde.

Wat is liefde ? Je kan liefde zien als een relatie tussen mensen. Het christendom is daar zeker op gefocust. Maar meer algemeen kan je liefde ook zien als de wil om iets te laten leven. Alle kinderen zouden moeten geboren worden uit liefde: twee mensen die leven willen creëren. God is de wil die àlle leven creëert.

Terug naar de mensen.

Ik moet dit in een volgende zondagblog verder uitwerken, maar de christelijke boodschap gaat dieper dan de gulden regel “behandel anderen, zoals je zelf behandeld wil worden”. Liefde is veel meer dan een manier van anderen behandelen.

En neen dus: die gulden regel is niét de grootste levensles van alle grote geesten uit de laatste 6000 jaar van onze beschaving. De grootste levensles is niet die van Boeddha, Confucius en de hindoes, van Zoroaster tot Immanuel Kant. – Het is een belediging om de bedrieger Obama in dit verband te vernoemen. – De grootste levensles is die van Jezus: bemin wie het niet waard is om bemind te worden.

 

 

2 Antwoorden op “Ego’s en christenen”

  1. Hoewel ik vooral geloof in de mens als sociaal wezen moet ik toch ook erkennen dat er een vorm van individualisme; dus ook egocentrisme aanwezig is. Ieder tijdperk creeert zelf zijn ego. In de prehistorie genoten de uitblinkende jagers van het aanzien in hun stam en werden vruchtbare vrouwen als godinnen vereert! Toch was iedereen gedwongen samen te werken en elkaar gelijkwaardig te behandelen om te kunnen overleven! Mocht elke jager, voedselverzamelaar een concurrerend individu geweest zijn (het mensbeeld die het Liberalisme ons zo graag voorhoudt), dan had de mensheid nooit kunnen standhouden! Later zijn er Ego’s ontstaan rond Farao’s, Keizers, koningen en andere edellieden zoals, ridders, prinsen, prinsessen en landheren! In de loop van de Agrarische Revolutie zijn egocentrische figuren losgekoppeld van de massa’s, waardoor de klassentegenstellingen groter werden en een structurele opeenvolging van klassenstrijd en revoluties volgden! Sinds de Industriele Revolutie is het aanzien verschoven van de adel naar de burgerij. Het klassieke Liberalisme zette een systeem op poten van een individueel egocentrisme van concurrerende individuen waar het proletariaat zich als “huurling in loondienst” op kon beroepen! De nieuwe burgerlijke elite die daaruit voortkwam plaatste zichzelf net als de adel in het centrum van de egocentrische spiraal; opnieuw ten koste van de massa! Maar ik zal als PVDA-aanhanger niet hypocriet zijn; in Socialistische regimes waren er wel degelijk ook egocentrische figuren; Stalin en Mao zijn daar mooie voorbeelden van. Zij zagen zichzelf als profeten van Marx; een soort rode Jezus, zeg maar! Marx en Engels werden vereerd als Goden samen met Lenin als eerste profeet; aangevuld met Stalin en Mao als boodschappers van het Marxisme-Leninisme! Maar goed; wat ik eigenlijk bedoel is dat zowel in Socialistische als Kapitalistische regimes die door de industrialisering tot stand zijn gekomen er egocentrische doctrines worden ingezet die streven naar een collectieve of individualistische heilstaat! Sinds het aantreden van Ronald Reagan zien we echter een nieuwe vorm van egocentrisme. Neoliberale leiders zoals, Hitler en Pinochet bewandelden een duidelijke dictatoriale lijn, maar vanaf de jaren 80 veranderde deze houding vanuit de politiek. De elite wist dat de bevolking een Hitler -of Pinochet-dictatuur als wereldwijd marktsysteem nooit zouden slikken! De showpolitiek van Reagan was ideaal om verdere verrechtsing te kunnen doorvoeren en werd als standaard wereldwijd systeem ingevoerd. De politiek voert toneeltjes op voor de bevolking en ondertussen kunnen de kapitalisten (de échte machthebbers) ongestoord hun gang gaan en is hun kapitaal veiliggesteld!

    1. Interessant. Ik denk inderdaad ook dat de mens niet enkel sociaal is, maar ook ego. Je kan je zelfs afvragen of sociaal niet ook ego veronderstelt. Er is slechts een jij mogelijk als er ook een ik is. Erkenning van dat ik lijkt me dus essentieel voor wie echt naar een sociale (socialistische) samenleving streeft. Maar even essentieel lijkt me dat bij de ontwikkeling van dat ego (opvoeding) aandacht wordt geschonken aan het omgekeerde proces: er is slechts een ik mogelijk als er ook een jij is: iemand wordt pas echt zichzelf door openheid en betrokkenheid op de andere. Ik denk dat het hedendaagse socialisme daar te weinig aandacht voor heeft: het is teveel bezig met de verdediging van de (materiële) belangen van de mensen (die daarbij enkel aan zichzelf denken en wat ze gaan krijgen), en te weinig met de verspreiding van de idee dat elke steun die ik krijg het resultaat is van wij-denken.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *