Om te beginnen moet ik melden dat ik zelf nooit aan mindfulness heb gedaan. Toch niet in de betekenis die tegenwoordig aan dat begrip wordt gegeven in onze contreien. Ik heb ook nooit een “cursus” mindfulness gevolgd. Ik heb zelfs het bekende boek van Edel Maex niet gelezen. Ik ben dat ook niet van plan. Hier onder zal duidelijk worden waarom niet.
Een en ander maakt dus wel dat ik enkel kan praten over iets waarover ik gelezen heb en waarover ik gesproken heb met mensen die er wel een cursus over gevolgd hebben. Als ik me vergis of geen volledig juist zicht heb, mogen en moeten anderen me dus verbeteren.
Laat me mindfulness als therapie hier onbesproken laten. De waardering daarvan moet gebeuren door gespecialiseerde therapeuten.
Mindfulness wordt ook aangewend om “normale” mensen te leren omgaan met stress op het werk of in studie. Ook die mindfulness duw ik in het hokje van de therapie in de vorm van preventie.
Ik twijfel er niet aan dat mindfulness gezondheidsbevorderend kan zijn.
Maar er is ook mindfulness die meer gericht is op het “aanleren” van een levenshouding.
Ook al kan je mindfulness natuurlijk niet zo maar als een vorm van boeddhisme beschouwen, deze “levenshoudelijke” mindfulness vindt wel zijn oorsprong in het boeddhisme als levenshouding. Het wordt dan een vorm van spiritualiteit, van geestelijk leven.
Als captatio benevolentiae wil ik allereerst benadrukken dat de mensen die ik ken en die zo ’n cursus gevolgd hebben daar goede ervaringen mee hebben en dat ik vaststel dat hun geestelijke ontwikkeling er op is vooruitgegaan.
En toch.
Als zoekende gelovige heb ik me ook ooit gericht tot het boeddhisme. Ik heb er nogal wat over gelezen, aan yoga gedaan, zenmeditatie “beleefd”. Ooit heb ik het plan opgevat om te gaan boogschieten.
Het heeft mijn geestelijke ontwikkeling vooruit geholpen. Maar als levenshouding voldeed het niet.
En het voldeed niet omdat ik het christendom al kende en begon te beseffen dat alles wat in het boeddhisme aanwezig is, ook al aanwezig is in het christendom, maar dan in een rijkere vorm. Alleen had ik dat in het christendom nog niet in zijn volheid ontdekt. Ik geef toe dat ik het boeddhisme nodig heb gehad om de rijkdom van het christendom te ontdekken.
Neen, natuurlijk heeft het westerse christendom niet dezelfde hoogte van exploratie van het bewustzijn bereikt.
Het had die ook niet nodig. Verder zal blijken waarom. Maar ik ontken dus niet de rijkdom van het boeddhisme.
Laat me nog even wegblijven van de kern van het boeddhisme, de omgang met het lijden, die je terug vindt in àlle levensbeschouwingen. Dat kan niet anders, want het lijden is nu eenmaal verbonden met het leven al is het maar omdat er geen geboorte is zonder sterven.
Om het simpel te houden in een basisidee: bij boeddhisme en mindfulness is het doel innerlijke rust. Innerlijke rust heeft als gevolg ook een aangenamere omgang met anderen. Aangenamere omgang met anderen geeft ook weer rust en wordt daardoor een middel.
In het christendom is het andersom: de samenvatting van de boodschap van Jezus: God is liefde, maakt van de liefde het doel. Het gevolg is innerlijke rust. Innerlijke rust maakt ook meer bekwaam tot liefde en blijft daardoor een middel.
Het probleem van innerlijke rust als doel is dat het doel ik-gericht is.
Nu kan ik mindfulness natuurlijk niet zo maar laten samenvallen met boeddhisme.
Een kernidee in mindfulness is milde open aandacht. Die richt zich ook op anderen. Edel Maex schrijft mooie woorden over mededogen.
Maar ook in mededogen blijft hij bezig met zichzelf. Of: Edel Maex is een psychiater en die is gericht op het werken aan het “ik” van zijn patiënt. In mindfulness stimuleert en richt hij de “patiënt” om aan zijn eigen ik te werken.
Laat me naar een eerste besluit gaan over mindfulness.
Er is niets op tegen om aan het eigen ik te werken. Integendeel. Het gebeurt veel te weinig.
Ook in religie worden mensen opgeroepen, geleid en gesteund om aan zichzelf te werken.
Het is een van de vreselijke gevolgen van de secularisatie en “verheidening” van onze samenleving dat mét religie ook dat werken aan zichzelf is weggevallen. Ja, mensen werken nog aan zichzelf, doch enkel om te kunnen functioneren in onze kapitalistisch, materialistische maatschappij.
Met mindfulness vult Maex die leegte op.
Mooi.
Maar als areligieus blijft hij wel steken in een puur menselijk humanisme. Een mens-centrisme.
Voor mij is het christendom niet zo maar godsdienst of religie. Het christendom is in essentie een humanisme.
Maar in dat humanisme leeft de overtuiging dat de mens slechts echt mens wordt in relatie met God.
Ik heb niet geschreven in “een relatie” met God.
Of, in meer evangelische taal: als Johannes zegt: God is liefde, dan gaat het niet enkel over liefde. Maar ook, en vooral: over God.
Als ik mijn denken hierover op orde krijg zal ik daar volgende zondag dieper op ingaan.