Business AM
Yves Tiberghien & Bertrand Badré
Navigeren door een wereld in shock
Interessante bedenkingen, maar hopeloos naast de kwestie. Eigenlijk is er slechts één vaststelling echt terzake: de wereld is in shock.
De auteurs geven een beschrijving van de symptomen van die shock, maar geraken ook niet verder dan dat. Waar ze oplossingen aanreiken blijven ze dus ook steken in symptoombehandeling.
Blijkbaar zijn ook intellectueel hoger begaafden niet in staat om het geheel als geheel te zien. Dat ze een voorbeeld nemen aan mij.
Ik pik er enkele zaken uit.
De auteurs stellen dat wanneer meerdere langere termijnkrachten inwerken op de economie, die niet stabiel kan blijven. Dat is natuurlijk juist, maar waarom stellen ze zich niet de vraag hoe het komt dat juist nu deze krachten zich laten voelen ?
Hoe komt het dat juist nu Rusland Oekraïne binnenvalt ?
De tweesprong van China ? China staat niet voor een tweesprong. China heeft gewoon geen keuze in waar het naartoe wil springen. Dat de auteurs er China bijhalen past gewoon in hun ijver om binnenkort, als alles totaal instort, de schuld op China te kunnen schuiven. Hier doen de auteurs gewoon hun duit in het zakje van de groeiende propaganda tegen China in voorbereiding van de derde wereldoorlog.
De klimaatrampen ?
Van mij mag je stellen dat ze het gevolg zijn van menselijk handelen, en als linkse mens mag je de fundamentele schuld leggen bij een economie die niet zonder ongebreidelde groei kan. Maar op zich zijn de klimaatrampen slechts een versterking van de noodlottige dynamiek die zich nu wereldwijd afspeelt.
Wat de democratische ineenstorting betreft: als de auteurs het daarbij hebben over landen als Pakistan en Ethiopië, maken ze zich belachelijk. Waar er geen democratie is, kan ze niet ineenstorten. Dat geldt overigens ook voor de Amerikaanse democratie die puur volksbedrog is. Elke democratie in deze wereld is volksbedrog, maar als er één werelddeel is waar ze nog een beetje de schijn kan ophouden, is het in Europa. Welnu, inderdaad, ook in Europa staat ze op ineenstorten.
Ik kan me vergissen, maar het lijkt er op dat de toestand van de Europese Unie nog veel erger is dan ons wordt voorgesteld. We zien overal in Europa dat de openbare opinies opschuiven naar rechts – extreem-rechts – en dat toont zich bij de verkiezingen. De uitslag van de verkiezingen in Italië versterkt die ruk naar rechts. De rechts-extremisten zijn tegenstanders van dit Verenigd Europa, maar, bijvoorbeeld in Italië, verwachten ze dat Meloni op dat vlak zal inbinden omwille van het Europese financiële smeer dat een Italië op de rand van het bankroet, groot nodig heeft.
Alleen komt dat smeer in feite vanuit Duitsland. Europa teert financieel op de Duitse economie. Welnu, die staat op instorten. De smeer-bron zal weldra droog staan. De Europese Centrale Bank kan geen biljetten blijven bijdrukken. De dag dat duidelijk wordt dat Europa niet meer kan smeren, heeft Meloni geen enkele reden meer om niet terug te keren naar haar anti-Europese standpunten. Hetzelfde geldt voor Hongarije, Polen… Als een van die dominostenen valt, valt de rest mee.
In mijn blog van gisteren had ik het over de oorsprong van de ruk naar rechts in Europa: hij is het gevolg van het feit dat ons Europa van het Rijnlandmodel van na de Tweede Wereldoorlog, geen antwoord heeft op de opeenvolging van crisissen die eigen is aan het kapitalistische economisch systeem. De Europeanen hebben het nog graag over de Europese identiteit die niet, zoals bijvoorbeeld in de VS – en nu natuurlijk ook in Rusland – gericht is op conflicten. Welnu, die identiteit hangt samen met het Rijnlandmodel.
Het kapitalisme slorpt het Rijnlandmodel gewoon op. Europa wordt een gewoon puur-kapitalistisch werelddeel. De huidige Europese top in de personen van Untermenschen zoals Ursulalla von der Leugen en het omhoogkruipsel Michel, is daarvan het stinkende uithangbord.
Wie naar de oorzaak van de huidige rampzalige toestand zoekt, moet gewoon naar het kapitalistische systeem kijken.
Het kapitalisme wordt getekend door interne tegenstrijdigheden die moéten leiden tot onevenwichten en dus tot een opeenvolging van alsmaar hevigere crisissen.
Wie de geschiedenis van onze socio-economische situatie vanaf de Tweede Wereldoorlog overloopt, ziet die crisissen in Europa.
Samen met de globalisering worden ze ook wereldwijd duidelijk zichtbaar. Elk van die crisissen is opgelost met lapwerk dat niets veranderde aan de fundamentele oorzaken. Elke volgende crisis was dus logischerwijze erger dan de vorige. Het geheel moét leiden tot totale ineenstorting.
Een systeem dat de concurrentie en de hebzucht cultiveert kàn niet anders dan leiden tot conflicten die alsmaar heviger worden.
Dàt is de blinde vlek bij deze en zoveel andere auteurs: het kapitalisme is voor hen een evidentie en blijft dus buiten het gezichtsveld. En zo produceren ze interessante inzichten die als het er op aankomt nergens op slaan.
Lees wat ze voorstellen onder de titel: “Wat moet er worden gedaan ? “ en stel je dan de vraag: wat daarvan zal werkelijkheid worden ?
Het antwoord is duidelijk: niets !
Als het het systeem zelf is dat naar de ondergang leidt, kan je de ondergang niet vermijden door maatregelen binnen het systeem.
Tiberghien en Badré zeggen dat pragmatisme de plaats moet innemen van ideologie. Is dat een grap ?Dat ze verdomme beginnen met hun eigen kapitalistische ideologie in vraag te stellen.