Kerknet
Johan Van der Vloet
Wat is een christen? – Jürgen Mettepenningen beantwoordt de vraag
In zijn nieuwe boek, ‘Houvast’, beschrijft theoloog Jürgen Mettepenningen in 100 punten de fundamenten en gestalten van de identiteit van christenen
Laat me eerst aangeven dat ik het boek van Mettepenningen niet gelezen heb. Ik heb me voorgenomen om geen boeken meer te lezen, want nadat ik een boek gelezen heb denk ik te veel zoals de schrijver van dat boek. Vroeger heb ik veel boeken gelezen, het wordt tijd dat ik meer zelf denk. Ik geef toe dat ik soms zwak ben en toch nog een boek ter hand neem. Maar ik beloof dat ik niet zwak zal zijn voor het boek Houvast.
Dat zal ook niet moeilijk zijn, want ik houd niet van de titel. Houvast ? De boodschap van Jezus gaat over “laat los”.
Mijn reactie gaat dus enkel over dit interview in Kerknet.
Mettepenningen is bijna 50 jaar. Is het niet verbijsterend dat hij pas nu doordringt tot de kern van de boodschap van Jezus ? Wat heeft hij als theoloog eigenlijk al die jaren uitgespookt ?
En is het niet nog meer verbijsterend dat hij pas doordringt tot die kern na lezing van een boek van Kierkegaard (voor mij de belangrijkste moderne filosoof). Hij heeft ondertussen tientallen malen de evangelies gelezen, beluisterd in liturgische vieringen, er zelf over geschreven, maar hij heeft de boodschap niet gepuurd uit de geschriften die juist bedoeld zijn om die boodschap door te geven. Hij heeft daar verdomme Kierkegaard voor nodig.
Neen, dit is geen persoonlijke aanval op Mettepenningen. Maar het zegt wel iets/veel over waar de katholieke theologie mee bezig is: de blik van Mettepenningen is verduisterd geweest door de rotzooi die de katholieke kerk er van gemaakt heeft.
Het siert Mettepenningen dat hij die rotzooi nu erkent en hoop zoekt bij paus Franciscus die de kerk wil terug te voeren naar wat ze zou moeten zijn: een gemeenschap van mensen die pogen de goddelijke liefde te beleven.
Mag ik daar nog aan toevoegen dat de beleving van de goddelijke liefde niets te maken heeft met “fatsoen” of het volgen van regels ? De beleving van liefde kan slechts in vrijheid en maakt vrij.
Ik moet verder niet ingaan op Franciscus. Hij biedt hoop, en ik hoop dat hij er in slaagt om genoeg pastoraal ingestelde kardinalen aan te stellen voor hij aftreedt zodat de oerconservatieve prostaatsekte die nu nog het Vaticaan beheerst er niet in slaagt om opnieuw een ziekelijke narcist als de Pool Johannes Paulus of een arrogante snul als Benedictus onder de tiara te krijgen.
Ja, ik besef dat ik nu zelf niet veel liefde betoon voor dat vaticaan-pauselijk gebroed, maar ik kan het niet. Ik beloof dat ik in de vastenperiode (voor de quasi- heidenen onder jullie: die begint volgende woensdag) wat meer in de evangelies zal lezen. Misschien lukt het dan rond Pasen wel.
Mettepenningen zegt wijze woorden als hij benadrukt dat christen zijn niets te maken heeft met prestaties en resultaten, maar een streven is. Streven is al moeilijk genoeg.
Maar dat hij God er bij haalt om in ons hart de gezindheid van Jezus te wekken, wringt me wel. Want als je het zo stelt, is het alsof die gezindheid het werk van God is. Dat is natuurlijk zever. Met die God wil ik niets te maken hebben. Want dan is hij schuldig aan de miserie in deze wereld omdat hij te weinig gewekt heeft in te weinig harten.
Natuurlijk hebben we een God nodig. Want zonder hem is de liefde niet alles overstijgend. Het woord God wijst nu eenmaal op transcendentie – alles overstijging. Maar liever dan als een wekker zie ik God als een fluisterende roeper: hij roept me op om van de liefde het alles overstijgende in mijn leven te maken. Hij doet dat fluisterend omdat de liefde nooit dwingend roept.
Ik hoop ook dat Mettepenningen de God van “God is liefde” niet voorstelt als een wezen dat van ons houdt. Want ook dan scheelt er iets met die God. Dan zie ik veel mensen rondom mij waar hij niet van houdt. God is geen wezen. Hij gebeurt. En hij gebeurt waar wij hem laten/doen gebeuren.
Dat is dan ook christen zijn: de oren spitsen om Gods oproep te horen en er op in te gaan zodat hij gebeurt. Dat oren spitsen bestaat er in dat ik waar ik ook kom, wie ik ook ontmoet, altijd opnieuw alert ben om de kansen tot liefde te zien. En dat ik dat het voornaamste vind in mijn leven.
Als ik Mettepenningen opzoek op Wikipedia lees ik dat hij pleit voor een sociaal geëngageerde kerk en ook actief is in de CD&V. Dat wijst op sociaal engagement, maar heeft hij ook oog voor de structurele beleving van de liefde ?
Liefde is natuurlijk op de eerste plaats een zaak tussen personen.
Maar wie – evangelisch – de armen liefheeft kan zijn liefde toch niet enkel beleven in persoonlijk contact en liefdadigheid ? Hij moet toch ook op zoek gaan naar een organisatievorm van samenleven waarin er geen armen meer zijn ?
Dat aspect mis ik in dit interview.
Natuurlijk moet niet iedere christen expliciet begaan zijn met de organisatie en structuren van de samenleving. Iedereen heeft het recht om volgens zijn eigen talenten de liefde te beleven en mensen die de gave hebben om nabij te zijn mogen/moeten focussen op nabijheid.
Maar de christenen als gemeenschap moeten wél ook structureel denken en handelen. De kerk heeft het indertijd gedaan met encyclieken zoals Rerum Novarum, kortom de sociale leer van de kerk. Maar het wordt tijd dat ze ook daar een “aggiornamento” beleeft en bij de tijd komt. En als je naar onze huidige tijd kijkt, kan dat aggiornamento niet anders dan extreem radicaal zijn.
Maar nu moet ik stoppen, want anders ben ik een blog in de week aan ’t schrijven.