Onze politieke leiders: zum kotzen. Maar er is meer.

De Wereld Morgen

Danny Gijselings  

Open brief: ‘Boos op onze politieke leiders’  

Ik ben nog maar eens een beetje bozer geworden op onze politieke leiders. Normaal zou elke burger die een beetje het nieuws volgt nu onmiddelijk weten waarom ik boos ben.
Maar dat is in dit land niet mogelijk. Er gaat namelijk zoveel mis waardoor er teveel keuzes zijn.

Ik hoop dat zijn gekots Danny Gijselings heeft opgelucht. Neen, dat zeg ik niet neerbuigend. Een mens heeft dat nodig.

En hij heeft gelijk: er is “zum kotzen” in overvloed.

En natuurlijk wordt ons land geregeerd door krapuul. Neen, niet iedere bestuurder is krapuul. De Croot zeker wel. Maar het is wel zo dat ook wie geen krapuul is wordt meegezogen in de kotsmolen die door het krapuul draaiend wordt gehouden.

Of nog: zelfs als de politieker in persoon geen krapuul is, dan functioneert hij nog in een krapuleus systeem.

Daarmee zet ik de stap van de politici naar het systeem.

Want vergis je niet: ook in zogezegd betere tijden met zogezegd minder krapuleuze politici, was het systeem even rot.

Ook in tijden van een meer sociale politiek zonder inperking van de werkloosheid in de tijd; zonder verhoging van de pensioenleeftijd; zonder wachtlijsten in de zorg; zonder roep naar een rijkentaks (!); zonder nood aan bijkomende ziekteverzekeringen …was het systeem hetzelfde als  nu. Het is niet veranderd.

Wel veranderd is de economische toestand: we komen uit een tijd van grote economische groei na de Tweede Wereldoorlog en in zo ’n tijd laten de rijken graag wat meer kruimels van hun rijkelijke tafels vallen. Maar al vanaf 1980 is de economie van de ene crisis in de andere gesukkeld en al zijn de tafels van de rijken nog altijd even rijkelijk, het werkvolk dat het voedsel en de gouden bestekken produceert moet harder en langer werken om de tafel gedekt te houden.

Natuurlijk was een van de oorzaken van de sociale politiek ook te vinden in de innerlijke tegenstelling van het kapitalisme: de producent moet zo goedkoop mogelijk produceren en dus zijn werkvolk zo weinig mogelijk betalen. Maar van de andere kant heeft hij dat werkvolk ook nodig om zijn producten te kopen en te consumeren, en daarvoor moet hij hem meer betalen.

Dat gedoe is zelden of nooit in evenwicht. Altijd slaat de slinger naar een kant door: er zijn tijden dat de economie meer consumptie nodig heeft, en dus ook nood heeft aan beter betaald werkvolk. En er zijn tijden dat het andersom is.

Het is duidelijk dat we in een andersom tijd leven: onze economie heeft het moeilijk en dus moet de werker harder werken voor minder geld.

Het is allemaal niet zo simpel, maar ik kan me voorstellen dat, bijvoorbeeld, de groeiende middenklasse in landen als China, India … een rol speelt: die klasse neemt in een geglobaliseerde wereld voor een stuk de consumptie van ons over.

Wat er ook van weze: we zitten in een neerwaartse curve en het is de gewone man die betaalt.

Daar kan een politieker zelfs niets aan doen.

Want dat is het mooie van het kapitalisme voor de kapitalist: de politiek kàn niet anders dan het kapitaal dienen.

Neem nu eens dat de belgische regering de loonnorm zou opheffen en de vakbonden daar op zouden springen en met een massa stakingen bedrijven zouden dwingen om het loon te verhogen. VBO en Voka zouden moord en brand schreeuwen dat onze bedrijven niet meer kunnen concurreren met het buitenland, en ze zouden gelijk hebben: als in Duitsland de lonen niet even zeer zouden stijgen, zouden onze bedrijven de concurrentie met de Duitsers verliezen.

In Duitsland redeneren ze natuurlijk hetzelfde.

Ik heb in vorige blogs al enkele keren aangeklaagd dat de Europese Verbond van Vakverenigingen Europees niets betekent. Als dat wel zo zou zijn, zouden de belgische en Duitse arbeiders samen in staking kunnen gaan en zo de concurrentie opheffen. Maar blijkbaar hebben ze dat in dat Europees Vakverbond nog niet begrepen. In ieder geval zie je nergens een aanzet tot Europese actie.

Wat er ook van zij: onze politiekers worden door het systeem gedwongen om de belangen van het kapitaal te verdedigen. Als ze dat niet doen verliezen we de concurrentie en wordt het werkvolk nog armer. Het is ook niet moeilijk: in het kapitalistische systeem is het kapitaal de baas, en dus moet de politiek dansen naar het pijpen van het kapitaal.

Boos op onze politieke leiders ?

Ook ik ben boos. Maar als ik mijn boosheid richt op de politieke leiders, loop ik het gevaar geen boosheid meer over te hebben voor het systeem.

En dus ja: jaag ze weg, beladen met pek en veren. Maar vergeet niet: wie je ook in de plaats zet: vroeg of laat wordt dezelfde politiek gevoerd. Misschien dat de nieuwe politieker minder corrupt is, maar finaal zal het niets veranderen.

En voor de goede verstaander: dat betekent ook dat zijn stem geven aan maagdelijke partijen die beloven het anders te gaan doen, geen oplossing is.

Geen enkele politieke partij kan op dit ogenblik een sociale politiek beloven. Wie dat toch doet, is op een andere manier even corrupt als De Croot of Bracke.

De fase waarin de kapitalistische economie nu verkeert, laat geen sociale politiek toe.

Nog veel erger: de enige manier om het kapitalistische economische systeem nog te redden is een derde wereldoorlog.

Verdedigers van het kapitalisme stellen graag dat het het minst slechte van alle systemen is. Welnu, het is dan toch nog zo slecht dat het totaal onaanvaardbaar is. Misschien moeten we dat van die “alle” systemen eens gaan herbekijken en spreken over alle andere systemen tot nu toe.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *