Ik ben maar een eenvoudige jongen van kleine kom af. We hadden het niet breed en elke week naar de frituur – Mac Donalds was er nog niet – kon financieel niet; om niet te spreken van een jaarlijkse zandligvakantie.
Nu behoren Amerikaans overgewicht en de zonne-huidkanker tot de rechten van de armsten. Dat noemt men vooruitgang.
Luxe was er dus niet, maar we kregen van onze ouders wel ingeprent dat we nooit vulgair mochten zijn.
‘ Zondagse kleren creëerden nog een wekelijkse feestdag. Nu is de zondag een vrije consumptiedag geworden. En het was ondenkbaar dat je het bh-bandje van een meisje zou zien.
Iemand kon het al eens wat moeilijker hebben, maar niemand had een burn put of een depressie. Toch niet in ons milieu. Depressies waren voorbehouden voor het rijk volk.
Dat had ook te maken met de rituelen die het leven ritmeerden. Die rituelen waren verbonden met religie en nu kan je van die religie veel zeggen, maar haar rituelen waren niet ordinair, integendeel: zelfs als de mensen er niet veel van begrepen waren ze toch geestverheffend; gericht op transcendentie; op de hemel.
Nu zijn die rituelen vervangen door de hoogmissen van de commerciële decadentie, gericht op het aardse; platvloers.
Nu hebben we het songfestival.
Ik ben een ouderwetse zak.
En het ergste: de hedendaagse mens herkent zelfs het platvloerse, het ordinaire, het vulgaire, niet meer.
Alles, letterlijk àlles is commerce geworden en die commerce doet beroep op het laagste in de mens als het maar verkoopt. Het hoogste in de mens brengt nooit veel op. In dienst van de platvloerse commerce hebben de media de massa zo diep gemanipuleerd dat ze zelfs geen benul meer heeft van voornaamheid.
Of wil iemand me vertellen dat het songfestival “voornaam” is ?
Ja maar zegt de massamens me dan: we mogen ons toch amuseren ?
Tja, als je je amuseert door mee te krijsen met mentaal zieke gestoorden op een podium, moet je je toch maar even een vraag stellen over je eigen mentale gezondheid.
Joost Klein heeft het songfestival gewonnen. Er is een Zwitser die denkt dat hij het gewonnen heeft. Hij is er zelfs niet in geslaagd om reclame te maken voor het genderisme.
Geen enkele naam is zo vaak over de lippen gegaan als die van Klein. Het is geniaal: zonder te zingen; zonder het risico te lopen om te verliezen, is hij gaan lopen met alle aandacht. Iedereen zal hem nu op zijn podium willen. Klein is binnen.
Op de tweede plaats winnen de Zionistische genocideplegers. Ze zijn er in geslaagd om een massa Joden in de diaspora te mobiliseren om hen te steunen. Die steun was er natuurlijk al wel, maar het zal Nethanyanu toch goed aan de steen in zijn borst doen dat ze dat nu zo ostentatief getoond hebben. Nethanyanu heeft zijn middelvinger opgestoken naar de rest van de wereld. Daar geniet hij van.
Misschien denken ook de naïeve Palestijnverdedigers dat ze hebben gewonnen. Die soort denkt nog al snel dat ze wint. Een beetje narcist voelt zich al goed als hij heel luid boe heeft kunnen roepen. Hun gedoe heeft nog geen enkele Palestijns kind gered van een beenamputatie. Integendeel: ze spelen in de kaart van Hamas en die Islamitische nazi’s zijn bereid het eigen volk op te offeren als ze er slechts één Jood mee in zee hebben kunnen jagen. Joden zijn slechte zwemmers. Ooit gehoord van één Jood in een zwemfinale op de Olympische Spelen ?
Wel nog een winnaar is het nationalisme.
Dat is het geniale van evenementen zoals het songfestival, de olympische spelen, de wereldkampioenschappen … zelfs als een land laatste wordt, wint het nationalisme want dan is er nationale ontgoocheling.
We beleven boeiende tijden. Op naar het hoogtepunt: de oorlog.
PS Deze blog is gesponsord door Moroccanoil.